Aflevering 92

We gaan op Commander Aristasius en Generaal Cavala af. Met een kleine moeite weten we Generaal Cavala op zijn knieën te krijgen. Commander Aristatius krabbelt overeind en zegt: "Jullie zijn die helden." Thriza antwoordt: "We zijn gestuurd door Dougal Haius." Commander Aristasius roept zijn leger bij elkaar en roept: "Wij geven ons over aan het leger van Seaquen." We besluiten dat Generaal Cavala wordt uitgeleverd aan het leger van Seaquen. Thirza vraagt of Aristasius ons iets kan vertellen over Leska. Maar hij weet niets over Leska te vertellen. Alles over haar is in nevelen gehuld. Er zijn wel eens soldaten omlaag gegaan, maar die zijn nooit meer teruggekeerd. De Draak is wel eens naar beneden gegaan, maar is snel weer naar boven gegaan vanwege vreemde magie. Thirza wil zo snel mogelijk weer verder. Dus we besluiten om kort te rusten. We vertellen aan Commander Aristasius wat we gaan doen en hij zal het doorgeven aan het leger. Dan krijgen we krijgen een berichtje van Simeon:

* Wacht even, we komen er aan. Het zal nog tien minuten duren.
Dan bespreken we wat jullie te wachten staat. *

We rusten even. We zien ondertussen iedereen naar binnen komen. Maehren zegt nog even gebelgd tegen Thirza: "Je maakte je gisteren nogal zorgen over wat ik zou doen als ik dit overleefde. Omdat ik geen geld meer heb en dan op jouw geld zou teren. Als je hier bang voor bent, dan verkoop je me maar als slavin. Ik overleef dit toch niet." Thirza kijkt een beetje vragend en zegt dan: "Dan zullen we dat maar doen."

Simeon komt boven en feliciteert ons. Hij kijkt in de put en zegt: "Dit is heftig." Thirza zegt: "Zelfs de Draak durfde er niet in." Thirza vraagt of hij Leska kan scryen, maar dat kan hij niet. Maar hij kan wel het gat onderzoeken. Ben heeft een muntje in het gat laten vallen en vermoedt dat het een paar kilometer diep is. Simeon is klaar met zijn onderzoek en vertelt: "Het lijkt een heel ander tijdperk. Het is wel het nu, maar ook iets van honderden, duizenden jaren oud. Het is stikdonker. Er is een ondergrondse rivier en een grote Draken schedel." Thirza vraagt of het niet een Adelaar geweest is. Maar Simeon weet stellig dat het een Draak is. Thirza vraagt aan Simeon of we naar beneden, en ook weer om omhoog, kunnen vliegen. Om naar beneden te vliegen krijgen we een spreuk over ons heen. Voor het weer omhoog vliegen krijgen we een scroll mee.

We vliegen omlaag. Halverwege ziet Ben alleen maar rotsen, Maar af en toe ziet hij een ijzeren handvat. Waarschijnlijk om omlaag te klimmen. Hij ziet geen zijgangen. Op een gegeven moment horen we water stromen. Als we bijna beneden zijn zien we het water inderdaad stromen. We zien in het water allemaal puntige rotsen. We vinden een plekje om te landen. We hebben niet het gevoel van vreemde magie. Het is hier nog steeds stikdonker. Buiten het geraas van water horen we niets. Her en der zien we op de rotsen vergane lichamen van soldaten. Op een van de puntige rotsen is een soldaat gespietst. Het water stroomt als een bezetene een holte in door de muur heen. We kijken om ons heen en denken: "Wat nu?" Maar ineens voelen we een aanwezigheid. Op de plek waar het water de holte in stroomt zien we twee zilverwitte ogen die ons aankijken. Ben zegt: "Hallo." De ogen kijken nu naar Ben. Thirza zegt: "We komen hier voor Leska." De ogen kijken nu naar Thirza. Ze loopt erop af en ze ziet een semi doorzichtige Draak. Thriza vraagt: "Wie bent U?" Maar zijn ogen gaan dan weer dicht en hij verdwijnt. Er gebeurt nu iets vreemds, we voelen ons ouder worden. We zien ook de lijken ouder worden. Ook onze krachten nemen af. We besluiten om de holte in te gaan achter de Draak aan. We kunnen redelijk boven het water uit vliegen. Ben ziet naar verloop van tijd wat arcanische tekens op het plafond staan. Thirza bestudeert dit. Het is een glyph. Een soort dispel magic. Thirza geeft Ben opdracht om de glyph onschadelijk te maken. Het lukt Ben wonderwel. Maar vlak erachter vindt hij nog een glyph, deze is anders. Thirza kan hem niet beschrijven maar Ben maakt hem evengoed onschadelijk. En al vrij gauw hoort hij weer wat geluid. Het geluid van water neemt weer toe. En dan ziet hij een teken op het plafond, het is een symbol. Thirza heeft geen flauw idee wat dit is. Als Ben in de buurt komt blijkt het een of ander mechanisme te zijn en hij gaat af. Ben is verdoofd en stort te water. We gaan achter Ben aan. Red ziet hem in het water liggen. Maar Thirza mist hem finaal. Red doet een poging maar kan hem net niet grijpen. Ook Maehren krijgt hem niet uit het water. En Thirza faalt voor de tweede keer. We horen nu allemaal dat het water echt kolkt en we zien het water bruisen. Red duikt nu het water in om Ben te redden en hij grijpt hem. Uiteindelijk weet Thirza hem uit het water te halen. En ook Red komt weer uit het water. We zien nu op korte afstand een grote waterval. We besluiten om heel even uit te rusten. We zitten vlak bij de waterval en we zien weer de zilvergrijze ogen naar ons kijken. Thirza denkt: "Dit is dezelfde Draak." Maehren denkt: "Draken zijn geen religieuze wezens. En het is geen ondode." Red, op zijn beurt, denkt: "Draken horen niet in grotten." Ineens verdwijnt de Draak weer. We besluiten om weer verder te gaan. We vliegen over de waterval heen. Het is ontzettend diep en onder aan de waterval is een grote draaikolk. We kijken om ons heen en zien boven ons een puntje vuur hangen op zo'n 150 meter hoogte. We zijn in een vrij hoge ruimte. Ben gaat erheen en wij gaan er achter aan. Het wordt smaller, de grot gaat stijl omhoog. Het vuur is een soort fakkel. Ben onderzoekt het eens. Maar hij ziet alleen dat het een fakkel is. Omhoog zien we een steile rotswand en we zien een plateau waar we op kunnen staan. Ben vliegt omhoog en ineens vliegt hij weer omlaag. Red weet hem ter nauwer nood te grijpen.

We komen boven en we landen op het plateau. We zien een klein tunneltje en we zien de ogen weer. En we voelen ons weer ouder worden. We gaan achter de ogen aan. Het tunneltje wordt steeds smaller. Het is nog een heel eind door het tunneltje. Het wordt warmer. Na een paar kilometer horen we een diepe ritmische hartslag. We lopen verder. De tunnel krijgt een rode gloed. Dan komen we in een ruimte waar het wat lichter is. De ruimte is niet zo groot. We zien aan de zijkanten grote hoektanden en op het eind van de ruimte zien we een waterval van lava. Het lijkt wel of de vloer licht geeft. Het is net alsof we in de bek van een Draak zitten. Vanuit de grond komt de Draak te voorschijn. Hij gaat rustig voor zitten en staart ons aan. We voelen ons weer ouder worden. Eigenlijk ouder als we werkelijk kunnen zijn. Hij zegt: "Ga terug jullie zijn onwaardig." Dan zegt hij tegen Maehren: "Jij bent waardig." Maehren vraagt: "Wat moet ik doen?" Hij zegt tegen de anderen: "Bewijs maar dat jullie waardig zijn." Thirza vraagt: "Hoe moeten we bewijzen dat we waardig zijn?" Hij gaat er niet op in. Maehren vraagt: "Bent U de Flamebringer Dragon?" Hij reageert niet. Thirza zegt: "Trilla vond ons waardig." Maehren ontdekt dat het wel een Draak is, maar geen gewone Draak. Op de naam Trilla blijft hij heel even nadenken. Maehren valt voor hem op haar knieën. Thirza zegt: "Ik ben de drager van de Torch. Wij komen om de vrede te herstellen." Hierop kijkt hij weer tevreden. Dan zegt ze: "Leska moet verslagen worden." De Draak is nu geïnteresseerd. Hij zegt: "Oké, kom naar voren vrouwe. Wil jij jezelf overgeven aan mijn oordeel." Thirza zegt: "Ja." Hij doet zijn bek open en houdt deze geopend net over Thirza heen. Thirza laat hem zeer dapper begaan. Dan trekt hij zijn bek weer terug. Hij zegt: "Oké, jullie zijn diegenen. Passeer." Hij zakt weer in de vloer. We voelen dat we weer onze leeftijd terugkrijgen. Red gaat nu richting de waterval van lava. Er is een soort doorgang. Red teleporteert er doorheen. Ben teleporteert er ook doorheen. En Thirza neemt Maehren mee in haar teleport. We gaan door een smalle gang. We horen de Draak: "Jullie hebben mijn hulp om de Tiran te verslaan." Dan is het weer stil. Het lijkt wel alsof we helemaal uitgerust zijn.

We lopen verder en zien dan een zeer grote grot. Hij is redelijk verlicht door de omgeving. We horen het geklop van een hart. We zien wat rotsformaties en ook wat kristal formaties. Ook zien we een grote rode pilaar. Uit de pilaar stromen allemaal riviertjes met bloed. We zien in de verte een dame staan, met een grote blauwe cape om en een masker op haar gezicht. Dit moet Leska zijn. Ze laat wat muren van vuur verschijnen. Leska begint haar speach.

"Toen ik jong was, begrijp me goed, ik bedoel dan meer dan een paar decennia terug, veroverde Heer Coaltongue, met al zijn macht, alles wat hij zag. Ik stond hem bij in zijn oorlogen, en vond voor hem het eeuwige leven, en wat kreeg ik er voor terug? Verraad en minachting van iedereen en ook van hem, zelfs van hem, die ik al die tijd gediend had... Ik zag dat de strijdende tijden van zwaard op zwaard nooit zouden stoppen, want genade, hoop en vrede zijn maar zoete leugens... In oorlog laten stervelingen hun ware natuur zien: In oorlog vechten we, en offeren we ons op! Of ik strak nu leef of sterf, jullie zullen de wereld in eindeloze oorlog zien, en sterven door het kwaad in ieder mens."

Ze murmelt een spreuk. Ben gaat de ruimte in en ziet wat Drakenwelpjes vliegen. Als ze klaar is met haar speach zien we de muren van vuur verdwijnen. We zien nog twee ondoden staan. Maehren valt Leska aan, dan kijkt ze eens naar Leska, het lijkt alsof ze geen verwondingen heeft gehad van de aanval. De strijd gaat verder en het lijkt alsof Leska zich iedere keer herstelt van de verwondingen. Maehren komt er achter dat het Heart vernietigd moet worden. De kristal figuren moeten eerst vernietigd worden en dan kan het Heart vernietigd worden. Ze herinnert zich ook wat over het Heart uit de legende. Ze roept het naar haar groepsleden. Thirza roept naar Leska: "We hebben al zoveel van die speaches gehoord. Stop daar nu mee en geef je over. Het lukt je toch niet." Thirza molt het eerste kristal. Het doet Leska niets maar de pilaar krijgt een schok. Red weet het tweede kristal te vernietigen. Er begint nu wat bloed uit de pilaar te stromen. Maehren krijgt een bericht van Simeon:

* Ik hoop dat het nog niet te laat is. Het Heart moet verslagen worden met de Torch.
De legende van de Aquiline Heart is waar. Het Heart moet verslagen
worden door diegene, puur van hart, die het offer is. *

Maehren vernietigt het derde kristal. Er komt nu vanuit de grot een dame aanlopen. Dit is Aurana Kiirodel. Ze roept: "Lord Shaaladel heeft me gestuurd om te helpen. Waar moet ik heen." Thriza zegt: "Vernietig het kristal links van je." Red vernietigt ondertussen het vierde kristal. Thirza vernietigt het laatste kristal. De pilaar breekt en we zien een groot kloppend Heart liggen op een verhoging. Maehren neemt de Torch van Thirza over, rent naar het Heart en slaat erop. Ze ziet Leska verdwaasd kijken en Leska roept: "Neee!" Het Heart begint te branden en wordt zwart. Aurana rent ook in de richting van het plateau, haar gezicht begint te veranderen. Er rent een onzichtbaar wezen langs Red en die roept ook: "Neee." Het Heart wordt pikzwart, de kop van de Torch begint als een dolle te branden. Maehren voelt zich heel sterk worden. Haar geest wordt door de Torch naar het Heart gezonden. Het lichaam van Maehren vat vlam en verbrandt. De Torch explodeert en verdwijnt. Alle in de ruimte aanwezige personen worden nu als laatste reactie van de Torch naar buiten geteleporteerd en staan nu aan de voorkant van Two Dragon's Arch. We zien dat het onzichtbare wezen nu zichtbaar is, een vreemd misvormde Elf. Dit blijkt Etinifi te zijn. Op de plaats waar Maehren stond staat nu een wezen van vuur en licht. Maar de vorm en persoonlijkheid van Maehren is toch te zien in dit wezen. Wat over is van Maehren pulseert met licht vuur. De groep moet even bijkomen. Zo gauw Leska bijkomt en Thriza ziet roept ze: "Nu is het klaar stervelingen, jullie zullen sterven." We zien het gezicht van Aurana veranderen in allerlei andere gezichten. Eerst van iemand uit Castle Korstull, dan iemand uit het Fire Forest, en zelfs ook iemand van de Wayfarers. Ze valt ons aan. Etinifi ziet er nog slechter uit, hij loopt richting Maehren. Thirza ontdekt dat Aurana Vuhl is, de Seela maar ook de Trillith Deception. Red wordt flink geraakt door zijn eigen wapen. Etinifi valt dan toch Maehren aan. Dan komt Rantle ons te hulp gesneld. Maehren voelt zich in de wereld opgenomen worden. Ze is eigenlijk al dood. Maar ze heeft haar krachten nog om mee te vechten. Dan komen er twee Eladrin aangerend, Lord Shaaladel en Lady Shalosha. Lord Shaaladel roept: "Eindelijk, ze is van mij." En hij valt Red aan. Lady Shalosha schreeuwt: "Leska je gaat er aan. Vader doe normaal." Thirza wordt door Leska gedomineerd. Rantle gaat neer, en even later sterft hij. Ook Lord Shaaladel wordt afgemaakt. Thirza weet zich los te rukken uit de dominantie. Dan worden Etinifi en Deception gedood. Uiteindelijk weet Ben Leska af te maken en is de gigantische battle ten einde.

Op het moment dat Leska valt gaat er om ons heen een gigantisch gejuich op. Maehren verdwijnt langzaam en vlak voordat ze echt verdwijnt spat ze uit elkaar. Ze kan nog net, met tranen in haar ogen maar wel met een blij gevoel, roepen: "Vaarwel, vrienden." Ze verspreidt zich over het land. Een nieuwe legende is geboren. De burning sky verdwijnt en boven Two Dragon's Arch zien we een Feniks verschijnen. Het lijkt dat de wereld zich hersteld van de opgelopen schade. Zelfs de Opaline Wastes lijkt minder ruw te worden. Simeon komt met uitgestoken handen op ons toe. Rantle wordt met alle egards weggedragen. De magiërs van het verzet zijn druk bezig met teleportatie cirkels neer te zetten. De Ragesians hebben zich overgegeven. We worden als helden onthaald. We worden naar Seaquen terug geteleporteerd.

We zien, als we in de tempel van Crystin komen, dat er een altaar is bijgezet voor Maehren vanwege haar opoffering voor deze wereld. We krijgen ook berichten over het Fire Forest. Het bos begint weer leven te krijgen. Lady Shalosha stuurt ons bericht dat ze haar vader heeft opgevolgd. Ze vindt het wel naar dat haar vader er niet meer is. Ze is de eerste vrouwelijke leider van Shahalesti. Meestal doen de vrouwen dat niet. Ze heeft als eerste daad de onderhandelingen met de Taranesti gestart om vrede te brengen tussen de Eladrin en de Elfen. In Gate Pass wordt ook een gigantisch feest gevierd. De Wayfares transporteren ons er heen. We kunnen gouverneur van de stad worden. We reizen overal rond en zien ook wat monniken rondlopen. De monniken, die onder Pilus hebben gediend, hebben zich aangepast en helpen nu iedereen. Het is een weldoenersklooster geworden. Er is ook nog een brouwerij in Sindaire waar we langs kunnen komen. De magiërs uit het Lyceum gaat ook weer naar huis. Wij staan in alle boeken als redders van de wereld. Ook diegenen die gevallen zijn in de strijd. Dit staat vermeld in het grote boek: 'The War of the Burning Sky'.