Aflevering 65

Gwendolyn opent de eerste deur in de gang. Achter de deur zit een ruimte met een grote tafel. Op de tafel liggen een paar kinderlijkjes. Er staan langs de wand een paar kooien en in een van de kooien ligt ook een lijkje. Er staan twee Nullifiers in de ruimte en een groep kinderen met een blanke blik die onze kant op kijken. Ze zijn gekleed in een harnas en zijn gewapend en ze zien er vijandig uit. We moeten weer in gevecht. Na enige tellen komt er uit een ingestorte gang een Black Ooze gekropen. Aeronal raakt de Ooze en er spat een klein Oozje vanaf dat zijn eigen leven begint te leiden. Gwendolyn raakt de Ooze ook en er komt weer een klein Oozje uit. Het gevecht is kort en heftig maar dan is het toch weer afgelopen. Wel missen we ineens Bluebell, tijdens het gevecht deed ze al niet mee en ze is nergens meer te vinden. Ben doorzoekt de kamer en hij ziet een klein laboratorium. Hij ziet ook wat lijken liggen van volwassen magiërs wiens gezicht op Nullifiers lijken. Hij kijkt in de kast en hij vindt een kleine stapel edelstenen ter waarde van 50.000 gp en een ring. Een Ring of circling fangs. Voorlopig gaat deze ring naar Ben.

Ben gaat de gang weer verder in. De ruimtes die hij tegenkomt zijn meest allemaal ingestort. Hij ziet allemaal slaapvertrekken. Ook ziet hij een ruimte, half ingestort, waar een soort kooi in staat waaruit een zwarte drab komt. Dan komt hij bij de deur op het einde van de gang. Hij onderzoekt deze, de deur zit op slot. Ben sloopt het slot. En de deur is los. Gwendolyn opent de deur. Achter de deur zit een trap omlaag. Ben gaat weer voorop. Hij ziet veel stof op de trap en in het stof ziet hij enige voetsporen. Ook ziet hij sleepsporen omhoog en omlaag. Beneden aan de trap zit een grote ruimte. Op het eind van de muur die hij ziet zit een deur. In de muur zitten wat schietgaten. Aeronal gooit een spreuk door de gaten en hij hoort door de gaten heen wat gekrijs en wat op de grond vallen. We horen een stem en die zegt: "Mannen, hou je nog even sterk dan kunnen we er uit."
Ben gluurt even om de hoek de ruimte in en hij ziet ook in tegenover liggende muur schietgaten en op het eind van deze muur zit ook een deur. In de vloer zit een gat van circa drie bij drie meter waarboven een takelsysteem zit.
Dan klinkt er een stem: "Geef je over!" Ben roept: "Joe hoe, wie zijn jullie, misschien geven wij ons dan over." Dan hoort hij: "Dat gaat je niet aan. We moeten dit bewaken. Geeft je nu gewoon over." Ben gaat de discussie aan en zegt dat wij gewoon doorgaan. De stem zegt nu: "Wij willen gewoon weg wil uit deze gevangenis. Maar ik ben bang voor Kreven, die even verderop zit." Ben vraagt nu hoe hij zo snel mogelijk naar de obelisk komt. De man, die Clark heet vertelt dat die achter de ruimte waar hij zich bevindt zit. Dit is een beveiligde kamer door magie. Ben wil graag in de kamer kijken zonder dat we die mensen iets aandoen. Na kort overleg krijgen we toestemming. We lopen nu voorzichtig de ruimte in en we zien de beide deuren open gaan. Clark komt de ruimte ingelopen, een soort scout. Hij heeft een paar grote messen bij zich. Dan zien we ook nog een paar boogschutters, Orcs en Half-Orcs, ze hebben twee lijken bij zich. We komen erachter dat onze magische wapens niet meer werken. Clark vertelt dat het gat in de grond wordt gebruikt als gevangenis voor magiërs die er alleen uit mogen als ze omgevormd zijn tot Nullifiers. Er is een poging gedaan om de obelisk te vernietigen, maar dat is niet gelukt. Er kwam een krachtveld om de obelisk heen en Kreven was zeer kwaad. Clark vertelt dat om de hoek een geheime deur zit. Ben begrijpt dat Clark toch wel de waarheid spreekt. Hij is oprecht bang van Kreven en Korn. Hij wil graag een seintje krijgen om te vluchten. Thirza zegt dan dat we wel wat hulp kunnen gebruiken om de magiërs te bevrijden. Daar wil hij wel bij helpen. Hij vertelt: "Er zit een beveiliging op de deur. Als het fout gaat komt er een stortvloed van water uit en wordt je overspoeld. De magiërs worden het gat ingegooid om de obelisk te laten werken. Af en toe komt er een Nullifier naar boven en die wordt naar buiten geleidt." Verder vertelt hij nog dat er recentelijk een Inquisitor naar beneden is geworpen. Hij vertelt ook nog dat de obelisk werkt als de magiërs schreeuwen. Even later horen we ook inderdaad een luid geschreeuw. Dit neemt langzaam af. Clark vertelt verder dat Kreven een zeer begaafd magiër is. En waar Kreven is loopt ook Korn rond. En er is dan ook een in rood plaatstaal gehulde vechter. Ben vraagt dan of er nog bewakers beneden zijn. Maar volgens Clark zitten er alleen magiërs beneden. Maar hij weet niet wie het signaal geeft om een Nullifier op te takelen. Het enige wat hij nog kan vertellen is dat hij af en toe wat geschreeuw hoort, zoals we zojuist hoorden. Na enig overleg besluiten we om omlaag te gaan om de magiërs te bevrijden. Clark zegt dan dat we er gewoon in kunnen springen, dat gaat altijd goed. We besluiten om het te proberen en springen omlaag. We voelen ons eerst een tiental meters omlaag storten en dan gaan we ineens langzaam omlaag in een soort van featherfall. We zien modder op de bodem liggen en we merken dat onze magische wapens weer werken.

We zien een ronde tunnel. Om de drie meter zien we nisjes links en rechts. We zien overal Humans, Elfen, Eladrin en andere volken zitten in gewaden. Overal is blauw, geel, groen sluimerig licht, mage light. We zien een grote Golem voorbij lopen in de vorm van een berenskelet. Hij kijkt ons even aan en loopt dan weer verder. Achter de Golem huppelt een mannetje met een baard aan. Hij kijkt even naar ons en huppelt verder. Thirza roept: "Hallo," en hij kijkt om. Hij vraagt of we eruit gaan. Hij wil er heel graag uit. Hij loopt achter de Golem aan en zegt dat hij dan niet gezien wordt. Dan komt er nog een Golem aan. In de nisjes zitten magiërs van allerlei rassen. Her en der zitten wat zijgangen. We lopen een rondje en komen het mannetje weer tegen. We zien allerlei verschillende soorten mensen, zittende, liggende en zelfs gekke mensen. Dan horen we mensen gillen van pijn. We voelen zelf ook wel wat maar toch niet zo erg. Dit moet een soort energie zijn, magisch of toch ook natuurlijk. Thirza spreekt iemand aan. Die zit in een hoekje gekropen. Hij kruipt helemaal tegen de muur aan. Ze krijgt geen reactie. Dan komen er twee mensen lachend aan en vragen of we een borrel willen. Ze vertellen dat er verderop vervelende mannen staan die slaan. Het zijn er een stuk of dertig, red jacks. Ook zijn er rare mensen die proberen te zingen. En er zijn er die zichzelf opensnijden en er dan van drinken om beter te worden. Maar dat lukt niet. De mannen willen niet omhoog. Dan vertelt een van de twee nog over minstrelen die wapens willen maken en er wel uit willen. We zoeken de minstrelen, we komen wat red jacks tegen, deze zitten onder het bloed. Er zijn ook wat mensen die ons proberen aan te raken en spullen af willen pakken. We zien dan mensen die nog helder zijn. Ze vragen of we nieuw zijn. Thirza vertelt dat we hier zijn om ze te redden. Ze vertellen dat we dan met Therren Willen moeten gaan praten. Ze zijn van het verzet. Ze komen voornamelijk uit Gate Pass. Ze proberen een beetje nuchter te blijven. We gaan naar Therren. Hij vindt ons ook nieuwkomers. Thirza vertelt wie we zijn. Hij heeft over ons gehoord. En ze vertelt de reden waarom we hun hieruit willen halen. Hij vertelt over de negatieve energie die ze af en toe horen. Het lijkt alsof de pijn iets voedt. Hij wijst naar een gang. Er is een deel in de gang die magisch is beschermd. Er is een persoon die naar binnen is gegaan en dat is een Inquisitor, die laatst naar beneden is gegooid, en die hebben ze nooit meer gezien. Thirza vertelt dat ze omhoog moeten gaan, de weg vrij is. Maar hij is bang voor Korn en Kreven. Thirza wil dan met hen omhoog om Korn en Kreven aan te vallen. Ze vertelt dat de pijn boven niet aanwezig is. Dan vertellen we tegen Therren dat hij moet proberen om de evacuatie op touw te zetten en dan gaan wij eerst eens in de gang kijken. We gaan naar het gangetje. Therren zegt nog dat hij nog geprobeerd heeft om met de Inquisitor te praten. Hij reageerde nog wel op het roepen maar daar bleef het bij. Hij wist waar hij heen moest. Er gaan verhalen rond dat hij wist hoe de Nullifiers gemaakt worden. We gaan de gang in, het is een lange gang. We zien een vreemd symbool op de vloer staan. Aeronal loopt richting het symbool en wordt naar achteren geworpen. Hij loopt nu voorzichtig weer naar voren tot de plek waar hij terug geworpen werd. Hij ziet twee beveiligingen. Een glyph of wording en een repulsion veld. Ben doet een poging om de beveiligingen weg te halen. De repulsion weet hij meteen te verwijderen. Dan volgt de glyph, en dat lukt met de grootst mogelijke moeite. Er zat een vuurspreuk in. Achter de glyph zit een kloof, er zit een dunne plank over de kloof. Maar met onze vaardigheden komen we zonder problemen aan de overkant.

We zien nu een klein kamertje. We zien wat ruw ingeslepen meubelen. Tevens zien we een Inquisitor en een Ghoul die in de hoek staat. De Inquisitor begint tegen ons te praten. Hij stelt zich voor als Guthwulf. Hij heeft ons eerder gezien en hij heeft Demonen achter ons aan gestuurd om ons af te maken. Maar hij faalde en is hierheen gestuurd door Leska. Hij heeft een spreuk bedacht om zich tegen de pijn te wapenen. Die komt uit de nis achter hem. Hij heeft wel zin om Leska een hak te zetten. De Ghoul is zijn maatje Gus. Guthwulf vertelt over de muur. Er staat een tekening van een bebaarde kerel op de muur waar een gat zit op de plek van zijn mond. Hij zegt: "Luister." En we horen zacht murmelend een lied. Hij weet niet wat het is maar dat is wat de obelisk draaiend houdt. Datgene wat de pijn veroorzaakt wordt kwelling genoemd. Het wordt ook wel eens geen geluid genoemd. Het lied houdt dat tegen. Hij vertelt dat hij onder andere Kazyk op ons af heeft gestuurd. Thirza vraagt dan hoe we achter de wand komen om bij de bron van de kwelling te komen. Dat weet Guthwulf echter niet maar hij zegt dat we de obelisk echt moeten vernietigen want Leska weet zo weer mensen er op af te sturen om hem te repareren als we de obelisk alleen beschadigen.
We horen nu dat het gezang afkomstig is van een mannenstem die het lied prevelt. Thirza roept door het gaatje: "Wie zingt daar, we willen jullie graag helpen. Open de deur." Ondertussen gaat het gat dicht en komt de pijn opzetten. Dan gaat het gaatje open en het gezang klinkt weer. Aeronal kijkt eens door het gaatje en ziet een grote holle ruimte. Er heen teleporteren faalt, waarschijnlijk heeft deze ruimte ook een magische beveiliging. Thirza probeert eens mee te neuriën en ze voelt zich verbonden met wat achter de muur zit. Ze weet zo perfect mee te zingen en ze merkt dat ze in haar eentje aan het zingen is en de muur gaat open. We zien een grote cirkelvormige ruimte met daarin een grote put, deze is geheel zwart. We kunnen er niet in kijken. Aan de muur van de ruimte zit een figuur vastgeketend. Hij zegt: "Oh eindelijk, nachtmerries, bevrijd mij. Vernietig deze kwelling." En hij wijst naar de put. Om de put staan allemaal vlammende symbolen. Aeronal denkt dat dit is om iets in de put te houden. We zien niets in de put maar we horen wel wat geluiden vanuit de put. Ben probeert met zijn vaardigheden de duisternis te verwijderen, hij ziet langzaam wat gebeuren. En de duisternis verdwijnt enigszins. We horen iets praten: "Ik ben Agony, ik ben een van moeders eersten." Er komt nu langzaam iets omhoog. We zien een insubstantiële massa omhoog komen. Maar het lijkt toch zeer solide. Thirza vraagt of het een Trillith is en waarom hij de man kwelt. Hij zegt dat hij de man niet kwelt, maar dat door het gezang van de man kan hij niet weg komen. We proberen nu informatie uit te wisselen met de Trillith om hem te laten stoppen met zijn kwellingen. Thirza weet hem over te halen om te helpen met het vernietigen van de obelisk. Gwendolyn bevestigt dat dit een Trillith is en hij veroorzaakt nu geen pijn meer. Ze vertelt over het droomachtige wezen. Ben verplaatst zich in het beest en weet hem ervan te overtuigen dat hij dit absoluut niet wil. Het beest wordt ook iets kleiner. Aeronal vertelt dat de Trillith door de Ragesians gebruikt wordt om de obelisk te activeren. Hij wil dit toch ook niet en dus is hij het met Aeronal eens. Ook Gwendolyn weet hem weer verder te overtuigen. En ook Ben komt weer een stapje verder. Zo langzamerhand komen we er steeds dichter bij dat hij ons wil helpen. Helaas we krijgen hem niet genoeg overtuigd en hij valt ons aan. Maar na een kort gevecht maakt Gwendolyn de Trillith af.

Guthwulf stapt applaudisserend naar binnen en gooit een potion of vitality naar Thirza. Thirza vraagt aan Guthwulf waarom hij niet hielp. Hij antwoordt hierop dat hij wou zien hoe sterk zijn tegenstanders waren. En gezien wij de Trillith hebben verslagen is hij toch wel onder de indruk. Hij is blij dat wij niet haatdragend zijn en wil ons helpen tegen Kreven. Dan vraagt Thirza aan het mannetje wie hij is. Het mannetje vertelt: "Ik ben Etinifi." We herinneren de naam vaag, Thirza merkt op dat dat de vermiste persoon was uit het Fire Forest. Hierop spreekt Etinifi op poetische toon:

"Innenotdar, mijn liefde, mijn thuisland, ligt ten zuiden van de stad van de Poort, een stad gesticht door een man, maar wiens dromen de stad haar lot maken. O gepijnigde, niet ik, deze gevangene maar de ander deelde het verhaal over het verraad van zijn broer, tegen de Moeder der Dromen. Het lijkt dat haar kinderen graag door de poort willen, vandaag boven vanuit het grote beneden, maar een broer is hun vijand... Vigilance staat op wacht, houdt zijn broeders en zusters zwak, maar binnen te weinig dagen zal zijn val komen, wanneer de vrije mensen dansen op het Dromenfestival. Om middernacht zal een maskerade van nachtmerries opdoemen aan Leska's rechterhand, en het hele land zal geschoond worden... Mijn eigen verraderlijke liefde heeft mij hier achtergelaten, om te leven en te sterven en in angst te leven. Wij delen ons bloed en adem en wij kunnen elkaars dood brengen. Om te voorkomen dat mens en droom één worden, en het leven op deze wereld ongedaan wordt gemaakt, moeten jullie en ik deze taak op ons nemen: het vermoorden van de hoer die het masker heeft gedragen."

Thirza vertelt dat Gilver, de bard uit Seaquen ons verzocht om hem te vinden. Hij zegt dan dat we waarschijnlijk de verkeerde richting zijn opgestuurd om hem te vinden. Hij is niet meer heel helder van geest. Maar hij weet de zwakke plek van Leska. Hij kent haar wel. Hij is verraden door haar. We moeten het Aquiline Heart vernietigen om Leska te vernietigen. Maar eerst moeten we de Trillith vernietigen. Er is iets niet pluis met de Trillith in Gate Pass. We bevrijden Etinifi van zijn ketenen en overleggen met Guthwulf om de magiërs te bevrijden en Kreven en Korn te verslaan. We gaan weer naar boven. Guthwulf geeft ons als teken van vertrouwen een riem, een belt of vigor.