Aflevering 59

Bluebell besluit om eens naar binnen te vliegen en op verkenning uit te gaan, gebruikmakend van haar cover mogelijkheden. Als ze naar binnen gaat ziet ze eerst een grote spiegel waarin ze zichzelf ziet. Deze spiegel is vrij groot. Ze zit in een soort hal met gangen naar links en rechts. De gangen lopen dood en er zitten in beide gangen vier deuren. Het ziet er binnen vrij sober uit, maar het is wel vrij schoon. Daar ze verder niets bijzonders ziet komt ze terug en brengt verslag uit. Ben gaat nu naar binnen en dan volgt de rest ook. We kijken eens in de spiegel, het lijkt dat de spiegel meer laat zien dan we eigenlijk zouden moeten zien. Dan zien we ineens een zesde persoon in de spiegel staat. Ook verschijnen er in de hal acht cirkels op de vloer. De persoon in de spiegel is een oude man met een donkere huid en lichtkleurige kleding aan. Hij ziet er vermoeid uit en hij kijkt ons aan. Hij zegt: "Ik kan zijn kracht niet lang tegen houden. Jullie staan aan de rand van een groot gevaar. Degene die Forty-One wordt genoemd beheerst deze tempel nu en zal jullie vernietigen als jullie deze tempel binnengaan." Aeronal houdt het bot voor de spiegel in de hoop dat hij wat meer hierover zit maar dit is een zinloze stunt. De man kijkt belangstellend naar het bot. Thirza vraagt aan de man over een ziel. Maar de man verwijst naar de leider van de tempel, Forty-One, die zielen kan creëren. Forty-one is een kwaadaardig persoon. Dan vraagt Thirza naar de andere monniken van de tempel. De man vertelt dat de overige monniken gevlucht zijn of gedood. Hij kan Three Weeping Ravens wel als een jonge acoliet. Hij wil ons nog een beetje helpen om de tempel binnen te gaan, maar we moeten eerst drie beproevingen doorstaan en dan Forty-One verslaan. Hij vertelt nog eens dat Forty-One een kwaadaardig persoon is, hij is een meester in het tappen en creëren van zielen en een welgetrainde fighter. De man vertelt dat we eerst kunnen mediteren in de kamertjes en dan de eerste test moeten aanvangen door in de cirkels te gaan staan. Thirza denkt wel dat deze man de waarheid spreekt en de verhalen over Forty-One moeten wel kloppen van wat we van Three Weeping Ravens hebben gehoord.
De eerste test is de test van de bel, niet alle gevaren kan je met fysieke kracht verslaan. De tweede test is de test van opoffering, over twee paden van sinister en rechtvaardig. De derde test is de test van het zelf, beelden uit heden, verleden en toekomst. Forty-One kan deze beelden manipuleren. Hij vertelt: "Niemand kan deze dingen alleen aan, probeer eenheid te vinden in de groep." Hij raadt ons aan om eerst te gaan mediteren. En hij raadt ons aan elkaars zielen te tappen. Gwendolyn vraagt naar Led by Dreams no Sorrow, de leidster van de orde. Maar ook zij is waarschijnlijk gevlucht of gedood, meer weet de man daarover niet te vertellen. Hij wil ons leren hoe we elkaars zielen kunnen aftappen voor we in de cirkels stappen.
We gaan nu eerst mediteren in de kamertjes achter de deuren. Het zijn simpele kamers met een houten bedje, een tafeltje en een kom met water. Het kamertje waarin Thirza zit bevat ook een brandende kaars, bij Bluebell zit er een doek met ruitjes patroon in, bij Aeronal een kom van aardewerk, bij Ben ligt er een granaatappel en bij Gwendolyn ligt er niets extra's maar het water is anders. Aeronal kijk in een andere kamer en ziet een klompje goud. Ben kijk nu ook in een andere ruimte en ziet een onderste helft van een zandloper. En in de laatste kamer ligt een bamboe fluit. Bluebell gaat op het bed zitten met de fluit in de hand en denkt dat dit een positief effect kan hebben als ze dit meeneemt de cirkel in. Ben loopt naar de spiegel en vraagt aan de man of er meerdere voorwerpen meegenomen kunnen worden. Dit kan, maar niet meer dan acht. We besluiten om alle acht de voorwerpen mee te nemen, Bluebell pakt de granaatappel en de fluit, Aeronal neemt de zandloper en de urn mee. Thirza neemt de kaars mee en Gwendolyn het water en het goudklompje. Ben tenslotte neemt de ruitjesdoek mee.

We gaan de cirkels in. We zien de man weer verschijnen. Hij is blij dat we gemediteerd hebben en vertelt hoe we zielen moeten tappen. We kunnen hiermee een vaardigheid van een groepslid oproepen voor eigen gebruik. Vlak voordat we geteleporteerd worden zien we een ander beeld in de spiegel. Een vrij stevige man sober gekleed en hij kijkt ons kwaad aan. Hij vertelt gewoon heel simpel dat hij ons gaat afmaken. Dan zien we de oude man weer, zeer bezweet en hij doet wat incantaties. Als we om ons heen kijken zien we dat we nog in de zelfde ruimte zijn, maar de spiegel is een doorgang geworden. De gangen zijn er niet meer en ook de uitgang is verdwenen. We zien een ruimte voor ons, deze is vrij hoog. Er zitten op het einde twee deuren. Ben loopt de ruimte in en we zien dat hij iets ervaart. Dan gaan we allemaal naar binnen. De ruimte is vrij hoog. Er hang een bel aan het plafond. Dit plafond lijkt de rotsen in te lopen in allerlei vreemde hoeken. Het lijkt wel dat die vreemde hoeken en het plafond er voor gemaakt zijn om de echo's te vergroten. Ben wil vertellen wat hij gezien heeft maar zijn stem begint te echoën tot aan het hinderlijke toe. Dan besluit hij het op een briefje te schrijven en laat het ons lezen.

Een vrouw verschijnt, waarvan de gelaatskenmerken steeds iets wisselen. Goed kijkend moet dit Katrina zijn. Soms met een vriendelijk gezicht, dan weer met een haatdragend gelaat. Om haar heen bewegen zich schimmige figuren die met haar lijken te communiceren. Misschien zijn dit de oude groepsleden, maar goed zichtbaar is het niet. Het lijkt alsof de vrouw verward raakt door alle gebaren en uitingen van de personen om haar heen. Deze lossen ineens op en er ontstaat een strijd tussen de twee vormen van Katrina. Uiteindelijk trekt de mist op en blijft de vriendelijke versie overeind.

Bluebell probeert nu te fluisteren, dat gaat zonder echo's gepaard, gelukkig. Aeronal loopt naar de deuren. Hij ziet tussen de deuren een edelsteentje en daar voor zit een drukplaat in de vloer. Hij pakt het edelsteentje met zijn ghosthand. Hij bekijkt het eens en hij ziet dat dit een fragmentje is van de scimitar. Ben ontgrendelt de drukplaat en hij probeert een van de deuren te openen, dit blijkt echter één grote deur te zijn en deze zit op slot. Hij probeert het slot te ontgrendelen en dit lukt. De deur schuift open en we zien twee spiegels, één met een blauwe gloed en één met een rode gloed. Ben ziet een plaatje met de tekst: "Spreek je naam en wordt gescheiden naar de paden sinister en rechtvaardig. Een offer in bloed is de sleutel tot je bevrijding." Thirza bekijkt de spiegels maar ziet niet echt wat bijzonders. We gaan voor de spiegel staan en roepen allemaal onze eigen naam. We horen een gigantische echo, zo erg dat het pijnlijk is. We zien de spiegels even heel snel flikkeren maar voor de rest gebeurt er niets. We proberen het nu één voor één. Ben gaat als eerste en ziet de rode spiegel opengaan. Hij ziet een cirkelvormige ruimte met in het midden een vortex van vuur. De vloer is ook vol vuur zit. Ook zitten er rotsblokken in de ruimte die boven het vuur uitsteken, Een soort plateau's. Boven in zweeft een soort figuur. Dit is echter alleen voor Ben zichtbaar. Hij besluit de ruimte in te lopen en de spiegel sluit. Dan gaat Thirza naar de spiegel en ze komt in dezelfde ruimte als Ben terecht. Gwendolyn is nu aan de beurt en dan gaan beide spiegels open. De andere ruimte is ook een cirkelvormige ruimte, een soort kom van regen. Overal is water. In het midden staat een boom op een eilandje. Onder de boom staat een figuur, maar wie of wat dat is ziet ze niet. Het water is niet diep. Gwendolyn besluit om deze ruimte binnen te gaan. Dan is Aeronal aan de beurt en voor hem openen ook beide spiegels. En ook hij kiest voor de ruimte met het water. Als laatste is Bluebell aan de beurt en voor haar opent de spiegel naar het water. Aan de achterkant van allebei de ruimtes zitten spiegels.

In de ruimte met het water komt vanonder de boom een Eenhoorn te voorschijn. Het lijkt de Eenhoorn uit het Fire Forest, Nelle. Vlak boven de boom hangt een transparante sphere met een stukje barnsteen erin. Aeronal roept naar de Eenhoorn: "Nelle, wat doe jij hier?" Nelle antwoordt: "Ik ben hier voor de test." Aeronal loopt naar de spiegel. Hij ziet bij de spiegel een soort hendeltje met een uitsparinkje ter grootte van een barnsteenklompje. De bedoeling is hem duidelijk. Bluebell probeert het stukje barnsteen te pakken maar de sphere houdt haar tegen. Ze landt op de boom. Gwendolyn gaat naar Nelle toe en vraagt wat ze wil, wat de bedoeling is in deze ruimte. Nelle zegt dan: "Ik wil graag weg wil uit deze ruimte maar daarvoor is een bloedoffer nodig. Maar dat wil ik zelf niet zijn." Gwendolyn zegt dan tegen Nelle: "Ga je gang." Maar Nelle voelt voor dit soort dingen toch echt niets. Aeronal snijdt zichzelf in zijn arm om te kijken of dit voldoende is, maar het stukje barnsteen blijft hangen. Hij vraagt dan aan Nelle wat er moet gebeuren om de ruimte te verlaten. Nelle vertelt: "Het barnsteentje moet in de opening geplaatst worden bij de spiegel maar het steentje komt pas vrij als er een bloedoffer geleverd wordt." Bluebell vraagt of ze Nelle een wond mag toebrengen en dat ze de wond later dan weer geneest. Maar dat is volgens Nelle niet voldoende, er moet een echt offer geleverd worden en ze is niet van plan om dit zelf te zijn. Gwendolyn vraagt op haar beurt aan Nelle wie het offer moet zijn. Maar Nelle zegt alleen dat zij zelf het offer niet wil zijn. Gwendolyn begrijpt ook wel dat een mytisch dier niet geofferd mag worden en van haar standpunt uit mag zij dat ook niet doen. Ze denkt even na, prevelt even snel wat naar Sehanine, haar deity. Dan neemt ze een besluit, ze loopt naar het eilandje en gaat op de grond leggen en zegt: "Ga jullie gang." Aeronal vraagt of Gwendolyn werkelijk geofferd wil worden. Gwendolyn zegt dan: "We kunnen niet voor eeuwig in deze ruimte blijven, er moet wat gebeuren, dus neem mij maar." Dan pakt Aeronal een mes en snijdt Gwendolyn de keel door. Gwendolyn glijdt nu zachtjes weg. Maar het barnsteentje blijft hangen. Nelle kijkt er met respect naar en heeft hier bewondering voor. Bluebell kijkt of ze het barnsteentje kan pakken, maar dat lukt nog niet. Nelle gaat bij Gwendolyn leggen en gaat zitten treuren. Aeronal gaat ook bij Gwendolyn zitten treuren. Bluebell heeft twijfels over wat ze moet doen, moet ze Gwendolyn proberen te genezen? Ze ziet niet dat Gwendolyn geen poging doet om te vechten voor haar leven. Bluebell probeert nog eens het stukje barnsteen te pakken, maar de sphere is nog steeds intact. De levenslichten verdwijnen nu geheel uit Gwendolyn en op dat moment verdwijnt de sphere en het stukje barnsteen valt omlaag. Nelle geeft nog een knikje naar Gwendolyn en ze verdwijnt. Aeronal zit nog steeds te treuren. Bluebell pakt het barnsteentje en stopt hem in het gaatje. De spiegel wordt omgevormd tot een doorgang.
Aeronal pakt het lichaam van Gwendolyn en loopt de ruimte uit en ook Bluebell verlaat de ruimte. Ze komen weer in een grotere ruimte. Een kale stenen ruimte. Er zit hier geen verhoogd plafond in. Aeronal ziet een andere spiegel en loopt er heen en dan krijgt hij een visioen. Bluebell kijkt ook eens naar de andere spiegel, ze krijgt het idee dat de verhoudingen ten opzichte van de ruimte waaruit zij net kwam niet klopt. Het wachten blijft op Thirza en Ben. Aeronal probeert bij de spiegel om zijn naam te zeggen, maar de spiegel opent niet. Bluebell probeert het nu door Ben zijn naam te roepen maar ook dat heeft ook geen succes, maar ze krijgt ook een visioen. Aeronal begint voorbereidingen te treffen om Gwendolyn te resurrecten.
In de ruimte met het vuur zakt de vuurpilaar naar beneden en er verschijnt een monsterachtig figuur. Het monster is een samenraapsel van alles wat ooit mensen zijn geweest. Boven de spiegel achter in de ruimte zit een gleuf. Ben loopt er heen en kijkt er eens naar. De gleuf lijkt een soort opening waar een zwaard inpast. Ineens zien Ben en Thirza Aeronal door het vuur lopen en hij verdwijnt weer, dit begrijpen ze niet. Het monster stormt op Thirza af en valt aan. Ze teleporteert weg. Ben kijkt eens in de spiegel en ziet dat hij daar uitmoet. Hij weet nu dat hij een zwaard nodig heeft. En natuurlijk een bloedoffer. Ben snijdt zichzelf en gooit wat bloed op de spiegel. Maar de spiegel blijft dicht. Het monster spurt weer achter Thirza aan. Ondertussen valt Ben het monster aan. Het monster valt nu Ben aan. Thirza bestudeert het monster, ze ziet dat dit monster bestaat uit allemaal delen van mensen die de test gefaald hebben. Ook zij valt het monster weer aan en gooit een zone over het monster heen waarin hij vast zou moeten blijven zitten. Het monster weet zich uit de zone van Thirza te worstelen en stuift weer op Ben af. Thirza weet hem weer in de zone te duwen. Ben slaat weer op het monster in en valt hem nog eens aan. Het monster begint afgrijselijk te jammeren. En na een lange strijd weten Thirza en Ben het monster af te maken. Ze zien tussen de overblijfselen van het monster een zwaard liggen. Thirza grijpt het zwaard. Ze gaat nu naar de spiegel en stopt het zwaard in de gleuf. Dan gaat de spiegel open. Ze gaan door de opening en Thirza krijgt nu ook een visioen.

Zo gauw Thirza en Ben hun ruimte verlaten en bij Aeronal en Bluebell komen, opent Gwendolyn haar ogen weer en ook zij krijgt een visioen. Aeronal kijkt opgelucht en is blij dat Gwendolyn er weer is. Thirza vertelt haar visioen.

Eerst was er een Elf, toen een Halfling, nu een zilverblauw Slang- en Draakachtig wezen. Het staat voorover gebogen voor een groot skelet van een Draak en houdt iets in zijn handen. Verderop wordt een koets getrokken door gevleugelde paarden die wegschiet de lucht in. De Slang trilt van energie en een straal schiet uit zijn handen het skelet in. Het moet een enorme kracht zijn die getransformeerd wordt want even beweegt het skelet. Maar of het naar zijn oorspronkelijke staat terugkeert is niet bekend, het skelet begint te trillen en vervaagt, Deception achterlatend.

Dit lijkt wel de troonzaal in Castle Korstull. Dan is het de beurt aan Bluebell om haar visioen te vertellen.

Het beeld is kort. In een flits ziet ze een slapende moeder die niet meer wakker wordt. Ze voelt zich geraakt en er biggelt een traan over haar wang.

We zijn er niet zeker van wat dit betekent. Dan besluit Aeronal ook zijn verhaal te vertellen.

Het lijkt een mierenhoop, maar wel netjes en georganiseerd. Kleine en zeer eenvoudige huisjes en stevige schuilplaatsen staan her en der verspreid met in het midden een klein maar opvallend tempeltje met daarop meerdere vlaggen met verschillende symbolen. De bewoners lijken levenslustig en strijdbaar. Een vrouw spreekt voor de tempel een menigte toe en verderop deelt een man orders uit aan een rijtje militia. Op de achtergrond is de skyline van een stad zichtbaar waar een magiërstoren prominent aanwezig is.

Dit is natuurlijk het tentenkamp met Crystin Ja-Nafeel en de stad is natuurlijk Seaquen. Gwendolyn is inmiddels weer een beetje op krachten gekomen, en als laatste vertelt zij haar visioen.

In de prachtige zaal van het paleis klinkt geschreeuw. De koning voert een heftige woordenwisseling met een jonge vrouw. Bewakers met puntoren komen met getrokken wapens aangesneld, maar ze worden door de koning weggewuifd. De dochter, die het duidelijk niet eens is met haar vader, beent even later nors weg, de koning mokkend achterlatend.

Dit moet wel Lord Shaaladel zijn met zijn dochter Lady Shalosha in het paleis in Shahalesti.
Bluebell vraagt dan aan Ben waarom het zo lang duurde voordat zij tevoorschijn kwamen. En Ben vraagt dan wat er bij Bluebell in de ruimte gebeurde. Maar Bluebell doet daar mysterieus over. We besluiten om even te rusten en dan begint de ruimte te vervagen.

De wereld draait om ons heen. Het voelt aan alsof er drie ernstige gevaren zijn die deze wereld ten onder zullen brengen: een masker, energie en een derde die? We ontwaken rillend en bezweet.

Dan zien we de ingang van de tempel, er staat daar een groep mensen die nu naar binnen gaan. We krijgen het idee van dat wij de testen goed hebben opgelost maar deze groep mist die visie. Dit groepje bestaat uit: Katrina, Lady Shalosha, een bleke Elfen magiër, een Solei Palancis Knight met een groot zwaard, een Inquisitor met een zwaard en een speer en een Half-Orc in een bloedrood harnas. Naast dit groepje zien we een vrouwelijke Inquisitor met een groot wit masker op. Dit is niet Leska. Ze zegt wat tegen haar groep: "We zijn hier om de mietjes uit Seaquen te elimineren. We zijn beter dan die groep. Wij uit Ragesia zijn niet uit op wraak." Dan kijkt ze naar Katrina: "Maar er zijn uitzonderingen." De Inquisitor draait naar de deuren van de tempel en zegt: "Ik zal als eerste naar binnen gaan want ik kan illusies doorzien." Waarop de magiër zegt: "Overschat je zelf niet." De Inqusitor gaat er niet op in en gaat naar binnen.

Het visioen verdwijnt. We discussiëren hierover. Dit kan de derde test zijn over beelden uit heden, verleden of toekomst eventueel met gemanipuleerde beelden.

Opeens is de ruimte gevuld met honderden personen die eens de machtigsten van de wereld zijn geweest, allen gekleed om het midzomerfestival te vieren. Eladrin oorlogsheren wisselen verhalen uit met internationale groepen nobelen, terwijl Wayfarers acrobatisch door de ruimte bewegen onder het geluid van enthousiast applaus.
Aan één kant van de ruimte is een groot raam te zien dat uitkijkt op een met maanlicht verlicht meer. Voor dit uitzicht staat een grote groep personen, met in het midden Keizer Coaltongue, lachend terwijl hij één van zijn oorlogsanecdotes aan de groep vertelt over die tijd dat hij zijn litteken op zijn gezicht heeft gekregen. De groep lacht om de uitkomst van het verhaal en onder de personen in de groep is Lady Shalosha, prinses van de Shahalesti. Ze staat naast een oudere Eladrin met een ernstig gezicht, die gezien bij het respect dat hij krijgt alleen maar Lord Shaaladel kan zijn.
Een vrouw in een nietsverhullende rode baljurk loopt naar Coaltongue toe en het duurt eigenlijk even voordat we zien dat het Katrina is, op één of andere manier veel neerbuigender dan we haar ooit gezien hebben. Ze loopt naast Coaltongue en de lach op zijn gezicht verdwijnt.
"Heeft je meesteres je gestuurd om mijn feest te verpesten?" vraagt hij. "Laat Leska Guthwulf maar vertellen dat hij de tijd mag nemen als hij dat wil, ik weet dat hij er zo van kan genieten."
Katrina schudt haar hoofd. "De Supreme Inquisitor heeft mij eigenlijk gestuurd om naar Lord Shaaladel's aanwezigheid te vragen. Hij... eh pardon, de 'Heer van het Schitterende Land' heeft blijkbaar een afspraak gemist."
Lord Shaaladel wordt wat bleek, waarop Coaltongue hem scherp aankijkt. "Zijn jullie twee weer aan het kibbelen?" Zijn diepe zucht lijkt op die van een Draak. "Ik had gehoopt dat ze ons niet lastig zou vallen vannacht. Ga maar snel met haar praten voordat ze naar het feest komt. We hebben een goede avond nu, en het zou zonde zijn als Leska zo uit haar element zou zijn."
Opeens valt de hele ruimte stil en staart Coaltongue richting ons. Voor een moment lijkt het of hij ons aankijkt, maar op dat moment beweegt er een vrouw door ons heen, als onderdeel van het schouwspel. Ze draagt een donkerrood gewaad en een bleek botkleurig masker, getooid met een uitbundig hoofddeksel met veren en snuisterijen. Het volk gaat als vanzelf aan de kant als ze naar Coaltongue loopt. Dit is Leska, majesteus en imponerend. Zelfs in dit schouwspel is haar aanwezigheid kil.
"Ga naar uw adviseur, Lord Shaaladel." zegt ze. De Lord's ogen zetten op van schrik waarop hij zich snel excuseert en de zaal verlaat. Leska's blik is koud, maar een sinister lachje siert haar blik.
"De muziek, alstublieft, mijn Keizer. Laat u door mij niet uw 'pret' bederven. De zomer is zo waardevol de laatste jaren"
Leska draait om om weg te lopen en Coaltongue knipt met zijn vingers om de muziek weer te laten starten. Dansmuziek vult de ruimte als Leska langzaam naar de uitgang loopt. Ze opent de deur.

We zien op het moment dat Leska de deur geopend heeft, het groepje personen, wat bij de ingang van de tempel stond, de ruimte instormen. De Inquisitor roept : "Roei ze uit." We raken in gevecht. Lady Shalosha en Katrina vallen nog niet aan, ze twijfelen of dit wel goed is.

De ruimte verandert langzaam van een stenen kamer naar een bos dat in brand lijkt te staan. In de verte, hoewel dit niet al te ver is, zien we een grote boom op een eilandje in een groot meer. Vanachter de boom verschijnt een brandend hert met vlak daar achteraan een vrouwelijke Elf met een groot zwaard van hout. We zien de strijd waarin de legendarische Anyariel de Trillith Indomitability verslaat en het wezen op de bodem van Lake Seela vastpint. Op de achtergrond horen we de Seela een lied zingen wat de beelden... meer solide maakt...

We weten Kartina en Lady Shalosha over te halen om met ons mee te vechten. Met een gericht schot van Gwendolyn gaat de vrouwelijke Inquisitor neer.

Na een moment verschuift het beeld weer. We zien bossen die ons bekend voor komen, maar dan... mooier. Als snel herkennen we de bossen waarin we kortgeleden nog hebben rondgezworven, Ycengled Phuurst, maar dan tientallen jaren vroeger. In de verte zien we een strijd tussen twee fronten, wat al snel de Shalalesti tegen de Taranesti blijken te zijn. In de beelden zien we een donkerharige vrouw die naar één van onze tegenstanders wijst.

De Solei Palancis Knight begin zich nu te verwarren door dit beeld. De Inquisitor verandert in een beer. De Solei Palancis Knight loopt verdwaast naar de muur en blijft staren.

Dan zien we een vrouw uit het visioen komen en ze verandert in Forty-One en dan komt er een vreemde stof uit de handen van Forty-One.
Even later vervaagt de helft van het beeld, waarop de helft van de ruimte opeens in een stad in Shahalesti blijkt te zijn. Het is een drukke straat, vol met soldaten. We zien twee van onze huidige vijanden, de twee Inquisitors, door de straten strijden, de dame gooiend met vuur en de Orc met twee wapens klievend door zijn vijanden heen.

De Solei Palancis Knight komt weer bij zinnen, hij is toch wel geschrokken van de beelden en valt op zijn knieën voor Lady Shalosha en vraagt om vergiffenis. Dan weet Katrina de Inquisitor af te maken en is deze battle ook weer ten einde.

De ruimte komt tot rust. We zien een donkere ruimte waar de vrouwelijke Inquisitor, Etienna, het haar vlecht van iemand die alleen maar Leska kan zijn. Het gezicht van de Supreme Inquisitor is verborgen in schaduwen, haar masker, een hoofdtooi ligt op een tafeltje. "Het verloop van deze oorlog vermoeit me." zegt Leska. "Vertel eens iets om mijn humeur te verbeteren."
"Meesteres," begint Etienna: "Kreven heeft bericht gestuurd dat hij zeshonderd zielen heeft om te martellen, dus de Scourge zal binnen een maand klaar zijn. Binnenkort hoeven we niet meer naar de Torch te zoeken."
"Dat mag zo zijn, maar zij die vertrouwen op de zon kunnen nog steeds verbranden," zegt Leska, "En vanavond voel ik de hitte in mijn nek."

De beelden verdwijnen. We bespreken wat zaken met Katrina en Lady Shalosha.

Een deel van de ruimte verdraait weer. We zien de nasleep van de strijd tussen de Shahalesti en de Taranesti. Lord Shaaladel staat samen met een magiër, degene die we zojuist hebben verslagen, te kijken naar een lange keten gevangen Taranesti die aan een boom geketend worden. Een Shahalesti verkenner rent naar zijn heer en meldt dat er een aanval is van 'de groep uit Seaquen'. Een groepje Shahalesti rennen naar hun heer om hem te beschermen, maar na een kort woord tegen het amulet om zijn nek verdwijnt hij. De magiër draait zich om en kijkt met een lach in de richting van de aanval...

Iets later verandert de ruimte weer.

Dit keer zien we geen duidelijke ruimte, maar wel duidelijk Lady Shalosha. Ze praat met haar vader. Ze is bang dat deze oorlog het volk verscheurd. Lord Shaaladel antwoordt dat er soms verschrikkelijke dingen moeten gebeuren om een land veilig te stellen, en dat hij alles doet om zijn dierbare dochter te beschermen. Ze belooft dat ze met eer zal handelen op haar missie in Seaquen.

Dan verandert de ruimte weer, zal dit nu nooit ophouden?

Nu zien we een jonge Coaltongue, samen met een groep Orcs in strijd tegen de gouden Draak Syana, op de rand van een waterval. Een jonge gouden Draak, welke alleen maar Trilla kan zijn, ligt geketend en bewaakt op de grond. Naast de Draak staat de strijder in het rode harnas die we zojuist hebben verslagen. Een groep personen helpen de gouden Draak in gevecht, samen met een Archon. Coaltongue wordt ondersteund door een Bone Devil.
Een schimmig figuur met het wapen van Rhuarc verschijnt en hakt het hoofd van Coaltongue's bijl af. Het blad valt op de grond en Coaltongue trekt een nors gezicht terwijl hij het heft weggooit. Terwijl de Trumpet Archon de Bone Devil verslaat, trapt de ontwapende Coaltongue zijn laars op de borstkas van de jongere Rhuarc en schopt hem de waterval af, de rivier in. Dan rukt hij het dijbeen van de Bone Devil af om net op tijd een doodsklap van de Archon af te weren. Snel grijpt hij de nek van de Archon, gooit hem op de grond en slaat de schedel in met het bot. Het bot begint als vuur op te lichten en Coaltongue beveelt zijn troepen om Syana uit de lucht te schieten. Honderden pijlen vliegen de lucht in, maar Syana blaast met vuur en ontsteekt de pijlen, die als een vurige regen weer ter aarde storten. Onvermoeid rent Coaltongue naar de gevangen Trilla en houdt de nieuwgeboren Torch omhoog, dreigend het kind af te maken als de moeder zich niet overgeeft.
Syana ademt in, en een fractie later staat de krijgsheer in vlammen, op het moment dat de Torch de kaak van de jonge Draak verbrijzelt. Daarna is alles vuur. De beelden stoppen plotseling, het gezang van de Seela stopt.

De kamer waarin we staan is donker. We komen langzamerhand weer geheel op krachten en we zien een portaal verschijnen waardoor we naar buiten kunnen.