Aflevering 51

Het is een donker bos en de takken van de bomen zijn in elkaar verstrengeld met hier en daar wat bladeren er aan. Het is er doodstil en er ligt overal sneeuw. We besluiten het bos in te trekken en te zoeken naar de verdwenen stad. We zien een smal en deels overgroeid pad en volgen dit. Ben gaat zoals gewoonlijk voorop en maakt het pad begaanbaar. Nadat we ongeveer een kwartier in het bos lopen krijgen we de indruk dat we ongewenst zijn in het bos. Dit komt door het idee dat de bomen dit lijken uit te stralen. Een poos later hoort Ben zijn eigen stem echoën en wegsterven verder het bos in. Het valt ook op dat de bladeren hoog bovenin de toppen soms ritselen en bewegen, maar er is geen vogel te zien. Na enkele uren lopen hoort Ben een schrille kreet en hij ziet een in lompen gehuld kind staan. Het meisje kijkt naar Ben en holt weg tussen de bomen door. Ben beschrijft haar als een Elfen of Fee achtig kind. We gaan van het pad af en volgen de sporen van het kind door het bos heen en komen op een kleine open plek. We zien hier en daar wat bloedsporen. Het ziet eruit dat hier ooit een druïden cirkel moet zijn geweest, afgaande op de resten van stenen in een kring. Uit het wapen van Aeronal zien we plots een paar druppels bloed druipen. Een aantal bomen lijkt in beweging te komen. Om de bomen en deels vergroeid met de bast zitten zwarte kettingen. De bomen komen echt in beweging en blijken Treants te zijn en vallen ons aan, even later gevolgd door een nog grotere Treant. Deze heeft wat bloed rond zijn bast. Thirza maakt de eerste Treant af en die slaakt een schrille doodskreet. Wellicht daardoor aangetrokken komt er even later nog een Treant aan en het wordt een heftige strijd. Ben gaat neer maar krijgt een potion van Aeronal toegediend. Dan weet Thirza uiteindelijk de grote Treant af te maken. We onderzoeken hem en vinden het kind binnenin de Treant, bebloed en overleden. Ze heeft kleding aan met groene tinten. Ben zoekt de omgeving af naar sporen van het kind, maar vindt niets. We besluiten een brandstapel voor de Treants en het kind te maken. Daarna gaan we terug naar het pad en vervolgen onze onbekende weg. Ben en Gwendolyn lopen voorop en ze zien een arm uit de bosjes steken. Ben is als eerste op de plek en hij schrikt. Hij ziet Gwendolyn liggen en kijkt achterom alwaar ze gewoon staat. Als hij weer terug kijkt is de dode Gwendolyn verdwenen. Hij ziet alleen nog vaag wat afdrukken in de sneeuw. Ben roept Thirza en Aeronal en vertelt wat hij zag. Thirza vertelt dan het een krachtige illusie moet zijn geweest en stelt vast dat er nog een vaag aura rondhangt op die plek. We gaan weer verder en even later besluiten we kort te rusten.
Plots zien we een grote groep geestachtige personen rennen over een pad dat zij alleen kunnen zien. Het zijn Elfen, waarschijnlijk Taranesti. Ze dragen wapens, maar ook zware zakken en kinderen die zelf te jong zijn om te rennen. Ze kijken verschrikt net zoveel achterom als naar voren, maar het is alsof ze ons niet zien. Het lijkt er niet op dat ze vijandig zijn, maar dat weten we niet zeker. We bestuderen het schouwspel even en vermoeden dat dit te maken heeft met de genocide die de Shahalesti in Ycengled Phuurst hebben uitgevoerd. Ben loopt met Thirza en Maim er op af. Aeronal luistert eerst eens wat ze zeggen maar hij kan hooguit een enkel woord verstaan. Ben kijkt of hij waargenomen wordt maar zo te zien reageren ze niet. Het lijkt wel alsof ze Thirza vijandig aankijken. Aan de gezichten kun je aflezen wat hier gebeurd is. Een gigantische slachtpartij en uit wraak tegen de Eladrin heerst er een vloek over het bos. Ook Aeronal, onze andere Eladrin, wordt kwaad aangekeken. Het valt Ben op dat de kleding hetzelfde is als van het kind en als iemand vlak langs hem loopt ziet hij dat de blik in hun ogen donkerder is als de diepste krochten van het bos. We proberen met ze te communiceren en op de een of andere manier lijkt dat te lukken. De pogingen van Thirza en Aeronal lijken ze echter vijandig te maken en op basis van de gebaren vermoeden we dat we het kind niet het respect hebben betoond dat door hun gewenst wordt. Dan zien we ze ronddraaien tot ze in een zwerm van geesten zijn samengevoegd en vallen ons aan. Na een kort maar fel gevecht weet Thirza dit te beëindigen. We horen hun jammerende kreten als ze verdwijnen. Na een korte rustpauze komen we erachter dat Thirza, Ben, Gwendolyn en Maim geïnfecteerd zijn met het Ycengled Gloomrot virus. Ze hebben een puist op hun hoofd in de vorm van een soort obelisk en ondervinden wat belemmeringen voor wat betreft diplomatie. Aeronal denkt even na en krijgt het idee dat dit alleen genezen kan worden door op de een of andere manier spijt te betuigen aan het bos en niet met een ritueel dat doorgaans een ziekte kan verwijderen. We gaan terug naar het pad.

Een poos later komen we bij een splitsing. We krijgen allemaal de ingeving dat we linksaf moeten slaan, maar we discussiëren hierover vanwege de toevalligheid en de vijandige houding van het bos. We besluiten om dan toch maar rechtsaf te gaan en niet het ingegeven gevoel te volgen. Het wordt steeds donkerder in het bos en het pad slingert alsof er geen einde aan komt. Ons gevoel van richting raakt achterop. Op een gegeven moment zien Ben en Gwendolyn een paar rode ogen tussen de bomen door staren. We lopen er voorzichtig op af, maar als we in de buurt komen zien we de ogen verdwijnen en horen we een schril kindergelach. We gaan weer terug naar het pad. Een uurtje later zien we weer een arm liggen. Als we dichterbij zijn blijken het enkele Eladrin te zijn, Shahalesti soldaten die zijn opengesneden. Een ware slachtpartij. Ben onderzoekt dit en het blijkt dat ze hier al een paar dagen liggen. Thirza kijkt of dit ook een illusie is, maar dit zijn toch echte lijken. Opvallend is dat ze geen kostbare of nuttige bezittingen bij zich hebben. We lopen weer verder en weer wat later krijgen we het gevoel dat het tegen de avond loopt, maar het verschil tussen dag en nacht is niet goed te zien in dit bos. We lopen nog een paar uur door en uiteindelijk besluiten we te gaan overnachten. We maken een kampvuur en houden om beurten de wacht. De nacht verloopt gelukkig zonder problemen.

De volgende dag staan we weer vrij fris op. Ben, Gwendolyn en Maim krijgen steeds meer medelijden met het bos en de puisten worden groter, alsof het virus heftiger wordt. We lopen weer verder en even later suizen een paar pijlen langs ons heen. We zien drie figuren in de bosjes staan en het lijkt een hinderlaag. Ben stormt op een van de figuren af en ziet dat het een Shahalesti soldaat is. Ze komen nu uit de bosjes gestoven en er komt even later ook nog een vierde aan. Dan volgen er nog meer pijlen vanuit de bosjes. Er zitten er dus nog meer. We hebben echter de overhand en als er nog één soldaat is over gebleven wil deze onderhandelen in ruil voor zijn leven en Thirza vraagt wat hij te bieden heeft. Hij wil wel vertellen waar hun kamp is en wat ze hier doen. We gaan akkoord en hij vertelt dat diverse groepen opdracht hebben gekregen om door het bos te patrouilleren en iedereen aan te vallen die ze tegenkomen om informatie over de Torch te krijgen. Ze vermoeden dat deze in Phorros Irrendra is, maar deze stad lijkt onvindbaar. Hij maakt ons duidelijk dat de soldaten zelf niet erg happig zijn om het bos in te gaan, maar de leiding eist dit en het alternatief is nog slechter. Hij vertelt waar ongeveer hun kamp zou moeten zijn. Maar de weg terug weet hij ook niet precies meer. De leider van hun kamp is Aurana Kiirodel. Lord Shaaladel is zelf niet aanwezig. Er zijn geen Ragesians in het kamp, maar waarschijnlijk hebben zij een eigen kamp en zijn ze ook wanhopig op zoek naar de Torch. In hun eigen kamp zitten enkele honderden manschappen. Nadat we denken dat hij alles verteld heeft mag hij gaan en we geven hem een zwaard mee om zich te redden. Op de gedode manschappen vinden we circa 14.000 goudstukken en twee magische bogen en vier magische zwaarden. Daar we die niet nodig hebben zet Aeronal deze meteen om in magische dust om later te gebruiken.