Aflevering 50

Hoofdstuk 7 De verloren Stad Phorros Irrendra

eaquen komt in zicht. Na een aantal uur komen we aan bij Seaquen. Op het eerste gezicht is er niet veel veranderd en het kampement is nog aanwezig. We gaan eerst naar onze vaste herberg. Er is een nieuwe bediende aan de bar, maar even later zien we de waard op Thirza af komen. Hij heet haar wederom van harte welkom. Thirza stelt de groep aan hem voor. Hij vertelt over de situatie in Seaquen. De mensen zijn gespannen in verband met de dreigende oorlog, maar putten hoop uit helden zoals wij. De waard is dan ook trots dat we voor zijn herberg kiezen. Thirza vraagt naar Katrina, die heeft inmiddels haar intrek in het Lyceum genomen. Er worden nog wat verhalen uitgewisseld en we hebben eindelijk een rustige avond.

De volgende dag gaan we eerst de overbodige buit verkopen alsmede de spullen van Storm, die we niet kunnen gebruiken en we laten onze wapens hier en daar verbeteren. Later in de middag gaan we bij het Lyceum langs. Thirza vraagt naar Simeon en een boodschapper snelt weg richting de hoofdtoren. Even later horen we dat hij aanwezig is en we worden binnen gelaten. We worden ontvangen door Simeon in zijn kamer. Dougan zit er ook bij. Ze zijn blij om ons te zien. Simeon vertelt dat er veel over helden als ons gesproken wordt en ook hij put hier hoop uit. Hij vertelt anderzijds over de spanningen in de stad en dat de gevaren op de achtergrond alleen maar lijken toe te nemen. Wij vertellen ons verhaal. Simeon is geboeid over de plane in Castle Korstull en wat er met Drakus Coaltongue gebeurd is en wil weten of hij nog leeft. Dit laatste hebben we niet kunnen vaststellen. Ook wil hij het verhaal horen over Syana, de Draak en wat Vuhl met het skelet probeerde te doen. We vertellen wat we weten en hebben gezien. De tekst van Darius wordt besproken en we bestuderen de eerste twee zinnen:

"De heldere felle schaduw keer terug naar zijn thuisland en de lucht brandt wellicht voor de laatste keer..." en "Vijf rivieren stromen, één zwart , terug naar de zonloze zee. Aan de levens zitten kettingen als een scherm tegen de schijnende gouden vleugels, als takken in de winter beschermen tegen duizenden ogen van de plaag..."

Wat wordt met de vijf rivieren bedoeld? We pijnigen onze hersens maar komen er niet uit. Simeon wil de tekst eens goed met een paar anderen bestuderen en hij vraagt ons over drie dagen terug te komen. Als hij eerder wat weet zal hij ons informeren. Thirza vraagt nog naar Katrina, maar deze is niet aanwezig. Ze zal er over drie dagen waarschijnlijk wel bij zijn.

Thirza wil nog even langs Crystin in het tentenkamp. We vinden haar en Crystin verwelkomt ons en vraagt hoe het met ons gegaan is. Voor de derde keer vertelt Thirza het verhaal en we wisselen wat informatie uit. Daarna gaan we terug naar de herberg voor wederom een welverdiende avond rust.

Goud moet rollen en Thirza en Ben slaan al snel aan het dobbelen met een groep handelaren en de drank vloeit rijkelijk. Thirza verliest 300 gp en Ben, die wat feller gokt, verliest 1.300 gp. Daarna willen Aeronal, Ben en Maim nog een ander spelletje doen. Of het nu komt door de drank of niet, Aeronal en Maim hebben geluk en winnen elk 1.500 gp maar Ben heeft zijn avond niet en verliest nog eens 2.500 gp. Flink beneveld en een beetje leeggeschud gaan we naar onze kamers.
Midden in de nacht voelt Thirza een enorme pijnscheut en een hevig brandend gevoel in haar buik. Ze is in haar buik gestoken met een dolk waarop een briefje zit! Het gif van de dolk trekt door haar lichaam en ze schreeuwt van de pijn. Ze roept Gwendolyn. Een paar tellen later komt Ben binnen stormen en kort daarna Aeronal en Maim die allen in de mannenkamer sliepen. Het raam staat op een kier en de wind waait het gordijntje opzij. Thirza voelt een ander effect en haar levenskrachten nemen snel af. Ze heeft kennelijk ook een ziekte opgelopen van de geïnfecteerde duivelse dolk. We verzorgen Thirza's wonden en nadat we de toegesnelde waard en anderen weer gerust hebben gesteld, haalt Aeronal de ziekte weg met een ritueel en is Thirza stabiel. Op het briefje wordt verwezen naar een achterstallige betaling van Thirza aan het dievengilde van Seaquen. Thirza moet een bedrag inclusief rente en kosten van 20.000 gp achterlaten bij een haar bekende kroeg aan de haven. Als het geld niet binnen drie dagen betaald wordt gaat het de volgende keer om meer dan een dolksteek. De waard is kennelijk op de gang blijven staan en komt geschrokken weer binnen. Hij wil dat wij dit oplossen met het dievengilde en wil eventueel wel bemiddelen met dit gilde zodat de volgende keer de herberg niet in vlammen opgaat. Gwendolyn is het hier niet mee eens. Waardoor is dit conflict ontstaan? Was dit niet door het stelen van een ei van een Draak en zou de Draak daarom niet de stad in brand zetten? Moet het dievengilde hierom beloond worden? Waar is de stadswacht? Thirza erkent echter dat er sprake is geweest van het kopen van informatie maar dat daarover een betalingsconflict is ontstaan. Ben stelt voor de zaak dan maar af te ronden door te betalen. Maim heeft slechte ervaringen met dievengildes, zeker in een wat grotere stad.

We besluiten de volgende ochtend de nodige potions te kopen en er over na te denken. Terug gekomen in de herberg vertelt de waard dat hij aan lieden met vermoedelijke connecties met het dievengilde heeft gezegd dat we geen slechte groep zijn en dat we willen praten over een oplossing. Thirza gaat met Aeronal en Ben die avond naar de bewuste kroeg toe. Het stinkt er naar schraal bier en rook en we worden door iedereen bekeken. De man achter de tap vraagt wat het mag zijn en we bestellen bier. Hij vraagt wat ze hier komen doen en Thirza zegt dat hij hiervan wel op de hoogte zal zijn. De waard blijft zich van de domme houden, maar op een gegeven moment komt er een niet onaardig uitziende vrouw aan ons tafeltje zitten. De vrouw vraagt naar het voorstel en Thirza zegt 10.000 gp te willen betalen maar de vrouw wil minimaal 15.000 gp. Thirza blijft echter bij de 10.000 gp. Dan stelt de vrouw 12.500 gp voor, maar Thirza is vasthoudend en wil niet verhogen. Ben ziet dat dit op niets uitloopt en fluistert stiekem naar de vrouw dat hij de 2.500 gp zelf bijlegt. Een en ander zonder dat Thirza dit merkt. De vrouw lijkt razend op Thirza maar gaat akkoord. Ben dient het bedrag de volgende avond in de kroeg af te leveren.

We besluiten om vroeg naar bed te gaan, maar niet voordat de kamers door Aeronal magisch beveiligd zijn. Dan vallen we in slaap. We dromen duizend dromen. Opeens zien we een wazig figuur. Even later herkennen we Khadral de Dragonborn. Hij is moeilijk te verstaan, maar we maken uit de flarden van zijn verhaal op dat hij de volgende beelden uit Castle Korstull heeft weten op te roepen:

...Hij staart in de vlammen die oprijzen uit het fameuze artefact die hij de Torch of the Burning Sky heeft genoemd. Sinds hij het bezit heeft hij geen slag meer verloren. Alsof hij vergeten is hoe dat was. Hij heeft gehoord dat een bard bezig schijnt te zijn met een verhaal over hem. Een scheve lach trekt om zijn mond. Hoe begint het verhaal? Vanaf zijn geboorte als Half-Orc of ergens in zijn jeugd? Hoeveel coupletten doet hij erover totdat hij verhaalt over het creëren van een natie voor zijn volk? Hoe realistisch worden zijn bondgenoten en vijanden neergezet? Hoe rechtvaardig wordt hun dood beschreven?
Hij heeft vandaag Sindaire veroverd. Binnenkort Ostalin en Dassen. Ze zullen even snel vallen. Hij vraagt zich af wat hij de goden heeft aangedaan, dat hij maar één wereld te veroveren heeft. Misschien moet hij het eens tegen hen opnemen. Hij is immers onsterfelijk.
Ondanks zijn macht vermoeien de visioenen hem en maken ze hem onrustig. Wanneer zullen bondgenoten zich tegen hem keren? Lord Shaaladel? Leska? De eerste kan nooit vergeten zijn hoe je iemand moet bedriegen. Met zijn gladde en ogenschijnlijk galante voorkomen tracht hij altijd de show te stelen. Van Leska ziet men alleen het angstaanjagende masker, niet wetende dat er menselijkheid onder zit, zij het gevaarlijker dan je kunt bedenken. Ze zouden een verhaal over haar moeten maken, daar ligt meer tragedie dan bij mij.
De hoofdpoort van Korstull heeft hem altijd geïmponeerd. De enorme uit steen gehouwen berenkop maakt eenvoudigweg indruk. Zijn paard wordt naar de stallen geleid als hij zich naar de troonzaal begeeft. In zijn kielzog volgen zijn Inquisitors, bodyguards en luitenant-boodschappers van Generaal Magdus, zijn meest trouwe bondgenoot. Aan de troonzaal en aangrenzende privé vertrekken hebben priesters drie jaar gewerkt. Vanaf zijn troon bestuurt hij het gebruik van geweld in deze ruimte. Natuurlijk, het is makkelijk om vanaf die zetel een executie uit te spreken en deze meteen ter plekke te laten uitvoeren, maar toch is hij niet echt onder de indruk. Hij plaatst zijn Torch in een houder aan de wand en dooft deze om vervolgens naar bed te gaan. Hij is onrustiger dan normaal, maar wuift het weg want dat is nu eenmaal het lot van de machtigste man van de wereld...
...Hij wordt wakker door zijn instinct. Zijn reflex is uit bed te springen en zijn Torch te pakken maar als hij zijn ogen opent barst zijn borstkast uit elkaar van pijn. Iemand heeft een staak door zijn hart gedreven! Hier kan geen van zijn generaals achter zitten, zeker niet Magdus en Lord Shaaladel zou iets verfijnders in elkaar gezet hebben. Leska? Nee.
Een zwarte scimitar zwaait naar zijn keel en een fractie later rolt zijn hoofd opzij. Hij leeft echter nog en ziet hoe iemand zijn Torch uit de houder haalt. Hij hoort dat er in de aangrenzende kamer wordt gevochten, maar dan komt de duisternis. Alles ligt nu de handen van het lot. Ik zag dit niet aankomen...

We worden wakker, maar gelukkig nog in levende lijve. Met een niet geringe huivering besluiten we dat het tijd is om op te staan.
We gaan deze dag naar het Lyceum. Simeon, Dougan en Katrina zitten bij elkaar en Simeon vraagt wat er gebeurd is. Thirza vertelt over de aanslag van het dievengilde. Simeon mompelt iets van afspraak is afspraak en dat betalen dan de beste oplossing is, maar Gwendolyn laat nog eens duidelijk blijken dat zij het hiermee niet eens is. Dan vertellen we over onze droom. Simeon denkt hier even over na. Hij vertelt: "Ik hoopt dat de Torch snel in bezit van het verzet komt. Bij een andere optie zouden de gevolgen niet te overzien zijn. Als we de Torch hebben zouden we een leger naar Gate Pass kunnen teleporteren. Omdat Gate Pass het bolwerk van het verzet is, zou dit een goede boost voor het moraal zijn. Vervolgens zou er een leger naar Ragos, de hoofdstad van Ragesia, gestuurd moeten worden. Men zal ons daar niet verwachten en Leska zal hier van schrikken. Maar goed, eerst moeten we de Torch zien te vinden."
Dan begint Simeon te vertellen over de boodschappen van Darius: "Deze stukjes informatie hebben we met hulp van onder andere Three Weeping Ravens uit oude geschriften kunnen ophalen. De precieze betekenis of de samenhang hebben we niet kunnen vinden."

"Ycengled Phuurst is een koud en verdoemd Elfen bos bij de noordelijke grens van Shahalesti en Ragesia. De oude Taranesti Elfen die daar leefden zijn verdreven en verbannen uit dat gebied door de Shahalesti. Men gelooft dat een klein deel daar onder de grond is gevlucht. Er gaat ook een verhaal over een paladijn die strijd had met een door de Duivel bezeten Taranesti die een Elf van zijn eigen volk had behekst. Tijdens dat gevecht, waarbij hij nog wel zijn vrouw en ongeboren kind heeft weten te beschermen, stierf de paladijn. Zijn zoon Rhuarc zou zijn opgegroeid als een machtige vertegenwoordiger van de Taranesti en zou een van de overlevenden zijn van de oorlog tussen de Elfen. Rhuarc zou een zwarte scimitar bezitten, genaamd Shaalguenyaver, hetgeen iets betekent als 'felle schaduwen'.
Er zijn vijf rivieren in Ycengled waaronder de Taryaver dat zwart betekent, genoemd naar zijn donkere water. De locale bevolking vermijdt hem omdat ze denken dat het de vervloekte zielen van de gevallen Elfen bevat. Een andere rivier genaamd Nallanthes stroomt soms ondergronds. Men zegt dat het bos ooit een thuis was voor de Drow maar dat ze met het morgenrood in de rug gevlucht zijn door de uitgesleten tunnels van de rivier. De verloren stad Phorros Irrendra was vermoedelijk van oorsprong een Drow stad, later bevolkt door de Taranesti.
Een gouden Draak, genaamd Syana was de beschermer van Ycengled Phuurst en zou een schuilplaats hebben in beide rivieren. Haar dochter Trilla was ooit gevangen genomen door Coaltongue toen hij de Shahalesti hielp om dit stuk land te veroveren. Syana hielp haar dochter te ontsnappen, maar verloor daarbij haar eigen leven.
De monniken van de Order of Echoed Souls trachten één te worden met andere creaturen door de ervaringen van anderen te leren beleven. De Orde was lang geleden in verbanning gedreven door een van hen eigen broeders. De monniken gebruikten de ervaringen om hun zielen te veranderen, een proces dat vele jaren van meditatie vereiste. Soms kwamen er buitenstaanders om hun ziel eveneens te veranderen, maar de meesten, niet wijs genoeg, verloren echter hun ziel en bleven als geesten achter. De echte meesters beschikten uiteindelijk over de gave om hun fysieke lichaam te verlaten en hun zielen door de ruimtes van de tempel te laten echoën.
Het getal acht was belangrijk voor de Orde. Het vertegenwoordigde de vier tastbare elementen lucht, vuur, aarde en water tezamen met de vier vluchtige elementen dood, leven, ruimte en tijd. Het geloof was dat ieders ziel in verbinding staat met acht andere mensen of creaturen en dat het boven het lichaam uitstijgen niet bereikt kan worden zonder hulp van die acht. Misschien dat jullie in het bos aanwijzingen vinden die naar de verloren stad of de tempel wijzen. We schatten in dat er legers of kampementen van zowel de Shahalesti als de Ragesians in de buurt moeten zijn, dus wees op je hoede."

Dan vertelt Simeon dat Sheena van de Wayfarers ons in de buurt van de Nallanthes rivier kan teleporteren. Dit is nog steeds niet zonder risico's, maar het wordt al veiliger. Er is iemand van haar groep die daar geweest is en die met ons mee teleporteert. Simeon vraagt als we de Torch hebben wie hem dan zou moeten dragen. Dat zou moeten gebeuren door iemand die goed van aard is zodat het volk vertrouwen heeft. Als we twijfelen wil hij die rol eventueel op zich nemen. Hij wordt immers omringd door mensen die hem beschermen en hem ervoor behoeden een tweede Coaltongue te worden. Bedenk dat iedereen die Torch zal willen afpakken. We stellen vast dat dit een interessante optie is, maar eerst moeten we hem nog vinden en we zijn vast niet de enigen die ernaar op zoek zijn.

We besluiten zo snel mogelijk richting Ycengled Phuurst te gaan. Dan vertelt Thirza over de boodschap van Lady Shalosha die we tijdens de reis met de luchtslee kregen. Simeon vindt het een interessant voorstel maar hij weet even niet wat wijsheid is, maar hij wil wel een neutraal en open bericht terug sturen om nader te overleggen.

Voordat we vertrekken gaat Ben die avond nog naar de kroeg toe om de 10.000 plus 2.500 gp af te leveren. Hij gaat op tijd om het overzicht te houden. Aan de barman vraagt hij om een appelwijntje daar hij het bier in deze kroeg absoluut niet vindt smaken. De wijn die naar zeggen van de barman van echte appels is gemaakt, blijkt niet veel beter. Na een uurtje en als de kroeg al bijna verlaten is komt de vrouw binnen en schuift bij Ben aan. Haar donkere jurk zit als gegoten en verhult niet veel. Ben bekijkt haar aandachtig en is ervan overtuigd dat dit dezelfde vrouw is en legt zijn zak met waardevolle inhoud op tafel. Ze vraagt nog waarom hij de 2.500 gp extra aanbood en hij vertelt dat hij geen problemen meer met haar en haar gilde wil hebben. De vrouw bedankt Ben en raakt geïnteresseerd in hem. Ben begint ietwat nerveus op zijn stoel te schuiven en zegt dat hij weer snel terug moet. De vrouw schuift ook wat, maar dan iets meer richting Ben. Ben krijgt het benauwd, staat op, groet de vrouw en loopt de kroeg uit. Buiten zucht hij : "Vrouwen…." Terug in de herberg aangekomen vraagt Thirza of het goed gegaan is en Ben antwoord enkel: "Prima!"

De volgende dag gaan we naar het schip van de Wayfarers. Sheena stelt haar collega voor en deze vertelt dat hij nabij Ycengled Phuurst geweest is. Het bos zelf is hij niet in geweest. Sheena vertelt nog of we de gevaren beseffen van de reis via de teleport, maar die weten we en we accepteren dit. We worden naar een ruimte in het schip gebracht en worden met een uitgebreid ritueel geteleporteerd ergens naar de rand van het bos. We komen veilig aan en de man zegt dat hij meteen weer vertrekt. Thirza vraagt dan hoe wij weer terugkomen en we maken een afspraak dat hij over een week hier weer is. Dan wacht hij maximaal acht uur. Daarna is hij er een week later weer. Het kan zijn dat we hem niet zien, maar hij ziet ons dan wel. We bedanken hem en hij verdwijnt daarna meteen weer.

Nadat we enigszins bekomen zijn van de heftige teleport, kijken we om ons heen. We bevinden ons bij een van de meest spookachtige bossen uit de geschiedenis. Ycengled Phuurst, het bos van graven. Sneeuw dwarrelt hier en daar in het bos naar beneden. Het is er kil en koud en dikke kronkelende takken met hier en daar bladeren laten over het algemeen nauwelijks zonlicht door waardoor de sneeuw op de grond blijft liggen. We beseffen dat eventuele gevaren vooraf moeilijk te zien zullen zijn. Op de paden na is de ondergrond bezaaid met besneeuwde takken, wortels en andere obstakels, die onze bewegingen zullen hinderen en de met stenen bezaaide oevers van de rivier zien er glad uit. De bomen zijn groot, erg groot en hoog. De stammen en takken kronkelen door elkaar, alsof ze verwrongen zijn van pijn. Het groen van de spaarzaam aanwezige bladeren is dat van ziekte en niet van groei en bloei. Schaduwen op de grond kruipen via de stammen omhoog. Het is er doodstil, geen geluiden van vogels of ruisende bladeren, maar ook niet het gefluister of geween van zielen die er zouden rondhangen. Het valt ons op dat zelfs het geluid van onze voetstappen in de sneeuw gedempt wordt. Een paar tellen later zien we kort enkele zonnestralen schijnen op een plek in het bos waar het daarvoor nog donker was. Alsof onzichtbare handen de bomen een klein stukje verplaatst hebben. Als we goed kijken zien we iets bewegen. Het is een ketting die aan de stam hangt en zachtjes en onhoorbaar heen en weer zwaait in de geluidloze wind. Uit het feit dat de bast er grotendeels omheen gegroeid is, leiden we af dat deze er al lang hangt, heel lang. En het is niet de enige. We zien plots meer kettingen, wellicht duizenden! Allemaal vergroeid met de van pijn verkreukelde stammen. We huiveren en we verwachten dat het niet eenvoudig zal zijn ons richtingsgevoel vast te houden als we het bos eenmaal betreden, laat staan als we van de smalle paden afwijken. Dit is Ycengled Phuurst, een duister en gekweld bos waar genezing en geestelijke handelingen te laat zijn gekomen en inmiddels ook niet meer gewenst zijn...