Aflevering 47

Gwendolyn vraagt aan Thirza over de duivel die Kazyk werd genoemd. "Is dat niet dat duiveltje die in het Fire Forest naar het kistje vroeg?" Thirza moet even nadenken en bevestigt dit dan, maar meer hierover weet ze ook niet meer te vertellen. We gaan de Devils onderzoeken en vinden 3.600 gp en 7.800 gp aan gems op deze wezens. Een van de Devils heeft een ring of fury en die nemen we ook mee. Ben hoort ineens een metalen geschraap uit een van de hoeken komen. Hier zit weer een pijp in het plafond. En ja hoor, Ernest komt weer uit de pijp gekropen. Hij zegt geluiden gehoord te hebben en vraagt of we hulp nodig hebben en of we die mace waarnaar we op zoek zijn al gevonden hebben. We wimpelen dit af en hij verdwijnt weer de pijp in. Ben besluit om nog even de kamer te doorzoeken, maar vindt niets bijzonders. Ook het altaar dat in deze ruimte staat heeft geen bijzonderheden. Deze ruimte moet een soort kapel zijn. Dan gaan we door de gang de kamer binnen waar Kazyk uit vandaan kwam. Dit is een eenvoudige kamer met een kast en een bed. In de kast verstopt tussen boeken vindt Ben een kistje met wat mooie juwelen, waarvan Thirza inschat dat ze circa 9.200 gp waard zijn. Er zitten twee deuren in deze kamer. Het lukt Ben niet om de linker deur te ontgrendelen, dus ramt Storm de deur in. Dit is een sobere kamer. Er staat een grote spiegel in die gebarsten is en waarvan er enkele scherven op de grond liggen. Thirza onderzoekt de spiegel en ontdekt een magisch aura aan de spiegel. Dan ziet ze ineens een flikkering in de spiegel en ziet ze iemand met een berenschedel in de spiegel verschijnen. Ze blijft kijken en dan kijkt de figuur ineens haar kant op. Ze vraagt wie hij is. Er komt geen antwoord terug, maar de figuur blijft wel naar Thirza staren. Ze vermoedt dat het een Inquisitor is. Ze loopt weg bij de spiegel en wil een kleed over de spiegel gooien, maar dan knalt ineens de rest van het glas uit elkaar en is er niets meer van de spiegel over. Ze vertelt ons wat ze gezien heeft. Ben besluit om terug naar de vorige kamer te gaan en loopt naar de andere deur, die op een kier staat. Het lijkt alsof er brand in deze kamer is geweest. Er staat een boekenkast in deze ruimte, maar de boeken, die in de kast staan, zien er verbrand uit. Hij onderzoekt de kamer en hij ziet dat er wat met een van de wanden aan de hand is en weet een paneel opzij te schuiven. Hij vindt een gang die een hoek omgaat. Aan het eind van de gang ziet hij een kist in een ruimte. Hij sluipt ernaar toe. In de ruimte staat nog een kist en in het midden van de ruimte is een rijkelijk gedecoreerde poel. Er komt een kruidige frisse lucht uit de poel vandaan. De poel, maar waarschijnlijk de vloeistof erin, geeft een magisch aura af. Thirza kijkt in de poel maar ziet er niets in. Hij lijkt ruim een halve meter diep. Gwendolyn bestudeert de poel en voelt aan het water en ontdekt dat dit een geneeskrachtig bad moet zijn. Ben onderzoekt de eerste kist. Hij mist de beveiliging en als hij de kist opent wordt hij door een naaldje geraakt dat uit de kist schiet en loopt wat schade op. In de kist zitten diverse doeken en ook een afgesloten kistje. Ben weet het te openen en hij vindt drie potions, één potion of resistance lightning en twee potions of resistance necrotic en een pouch met 2.500 gp. Dan onderzoekt hij de tweede kist en detecteert nu wel de beveiliging. In de kist zitten boeken over geneeskrachtige kruiden, doeken en een scroll speak with death, twee houten kistjes en een pouch met eveneens 2.500 gp. Kennelijk een reserve voorraad. In het ene kistje zitten drie flasks of holy water In de andere zitten twee potions of resistance cold.

We nemen alles mee en gaan weer terug naar de kapel. Achter in de ruimte is nog een deur die half open staat. We kijken in de ruimte en zien een rij standbeelden staan. Aeronal onderzoekt ze. Het zijn Paladijnen, Clerics en andere geestelijke strijders. Ze zijn niet magisch en dus lopen we de ruimte door en gaan terug naar het trappenhuis. Daar is nog de deur die gebarricadeerd is met planken. Aeronal en Ben luisteren aan de deur. Zij horen gelach. We gaan voor de strijd. Storm rukt de planken van de deur en opent de deur. Het is inmiddels stiller geworden. We lopen een korte gang door en komen dan in een grotere ruimte. Er staan diverse tafels met borden, kannen en kruiken en aan de tafels zit een ondood gezelschap. Het gelach valt nu helemaal stil en alle ondoden draaien zich om en kijken ons aan. Ze zijn feestelijk gekleed in restanten van wat eens fijne kledij is geweest. Aan de sierlijke zilveren vorken die ze vast hebben zitten smakelijke stukjes van hun eigen vlees geprikt. De troubadour laat zijn luit langzaam zakken. Hun expressie straalt iets uit van: "Hoe durven jullie ons te storen!" Het meest walgelijke is echter het creatuur achter de hoofdtafel. Een slijmerige massa waarin zich een royale hoeveelheid beenderen en halfrottende lichaamsdelen bevindt. De stilte wordt verbroken als de troubadour zegt: "Aha, daar is onze volgende maaltijd!"
We vallen zonder meer aan. Ben wacht geen seconde en weet meteen de zwakste gasten af te maken. De slijmerige massa, een Ooze, zegt dan: "Findal, doe er wat aan." Waarop de bard zegt: "Zeker mijn Lord!" We zien plots drie identieke Findaltjes naast hem verschijnen en we weten even niet meer wie de echte is. De Ooze komt op Ben af en hij voelt een koud en pijnlijk aura om de Ooze heen. Tijdens de felle strijd zakt Storm in elkaar als gevolg van een cumulatie van schade, maar hij wordt tussentijds weer opgelapt door Ben. Uiteindelijk weet Thirza de ondode bard Findal als laatste af te maken. Onze strategie lijkt weer eens te werken en we doorzoeken alle slachtoffers op buit. We vinden voor circa 12.000 gp aan prachtige gems. Ben onderzoekt de ruimte en vindt achterin een doorgang die naar enkele keukenvertrekken leidt, waar niets is te vinden. We denken dat we alles doorzocht hebben op de eerste verdieping en gaan terug naar beneden.

De klaarblijkelijk enige optie, naast de geblokkeerde deur die vermoedelijk van de lift is, is de grot achter de stal, waar we nog niet geweest zijn. Ben gaat voorop en wij volgen op korte afstand. Voorzichtig wordt de donkere grot doorzocht. Op een gegeven moment hoort Ben ergens van linksachter wat slagen op metaal. We lopen voorzichtig die kant op en horen weer een soortgelijk geluid. We zien een steen die er beschadigd uitziet met krassen en stukjes er af. Gwendolyn ontdekt dat er met een metalen voorwerp op geslagen is. Even later horen we ook hoefgetrappel, maar dat stopt plots. Dan zien we een brug over een smal beekje heen en verderop zien we nog een brug. Op deze brug staat een ondode Knight op een bijzonder paard. Hij heft zijn greatsword op en schreeuwt: "Aanvallen!" Als hij dichterbij komt zien we de ogen van het helse paard rood oplichten. Vrijwel direct nadat we in gevecht zijn komt er nog een Knight aan op eenzelfde paard. De Knights richten niet heel veel schade aan, maar zijn zeer goed beschermd. De Hellsteeds laten een spoor van vuur achter dat het zicht blokkeert en schade doet als je er in of naast staat. Als de eerste Knight is afgemaakt vecht zijn Hellsteed nog even door en slaat dan op de vlucht. En als Storm dan de laatste Knight afmaakt kunnen we weer verder op onderzoek, maar niet nadat we de twee magische zwaarden en 900 gp van de ondode Knights hebben meegenomen. We doorzoeken de grot en zien dat het riviertje door rotsblokken wordt onderbroken. Het ziet er uit alsof dit bewust is aangelegd. Om het rad in de ruimte verderop te laten draaien moeten we deze blokkade waarschijnlijk weghalen. We weten in ongeveer drie uur tijd de stenen weg te krijgen en de rivier stroomt weer enigszins. We gaan in de richting van de lift en bij de uitgang van de stallen horen we water borrelen en stromen door de buizen. Kennelijk werkt het buizenmechanisme weer.