Aflevering 45

We kijken door de bek van de beer heen naar binnen en zien een grote ruimte waar overal skeletten op de vloer liggen. Aan het einde van de ruimte staan twee grote standbeelden waartussen een deur zit. We besluiten naar binnen te gaan en Ben controleert de ruimte. Hij kijkt naar de skeletten, maar deze zien er echt dood uit. Dan loopt hij voorzichtig naar de deur. Als hij aan de deur frunnikt ziet hij een schuifmechanisme bewegen. Hij roept naar ons dat de standbeelden gaan bewegen en mogelijk nog meer. We horen gekraak en wat mechanisch geschuifel uit de standbeelden. De Angelic Stone Golems komen tot leven en stormen op ons af. Even later staan de skeletten ook op en wordt het een heftig gevecht. Maar als Storm de laatste Stone Golem neerhaalt kunnen we weer verder.

Ernest komt naar binnen en zegt dat zij klaar zijn om verder te gaan. Ze hebben de wagens uitgeladen. Hij kijkt dan verbaasd naar de lijken die om ons heen liggen en vraagt wat wij hebben gedaan. Jorrina komt ook naar binnen en zegt dat Ernest de laatste tijd een beetje verward is en dat we niet al teveel van hem moeten aantrekken. Ben loopt nu weer naar de deur. We kijken nog eens om en zien door de bek van de beer de vlammen van de vuurstorm woeden. We beseffen dat ook anderen door de door ons gecreëerde tunnel kunnen komen. Ben morrelt wat aan de deur, maar deze zit op slot. Maar hij weet het slot open te krijgen en opent de deur. We zien nu een gang waarin vier verschillende tapijten aan de wand hangen in vier verschillende kleuren. Ook zijn er drie deuren waarvan er een openstaat. Achter het eerste tapijt zit niets anders dan een blinde muur, en ook achter de tweede. Ben loopt verder en hij weet nog net op tijd te stoppen want de tegels voor hem zijn beveiligd. Hij springt over de tegels heen en kijkt door de open deur en ziet een soort eetzaal. Deze is zo te zien verlaten. Aan het eind van de zaal ziet hij nog een deur. Ben komt terug en brengt rapport uit. We besluiten om eerst de eetzaal te gaan verkennen en springen allemaal succesvol over de gevaarlijke tegels heen. In de eetzaal staan wat tafels met banken die her en der omgevallen zijn. We zien wel recente loop sporen, maar er is niet recentelijk gegeten in deze zaal want de tafels zitten onder het zwarte stof. We zien aan de rechterkant nog een openstaande deur. Ben kijkt door de deur en ziet een gang waarin nog een deur zit. We kijken omhoog en zien bovenin metalen pijpen lopen die uitkomen in de ruimte, een soort luchtpijpen. Te klein voor ons om door te kunnen kruipen. We zien ook een kleiner buizenstelsel, maar waar dat voor dient? Ben gaat de gang in en ziet nog meer gangen en deuren. We gaan terug naar de eetzaal en Ben luistert aan de achterste deur. Hij hoort een soort gemompel vanuit de achterliggende ruimte, maar kan niet verstaan wat er gezegd wordt. De deur zit niet op slot en Ben gooit hem open. We zien een grote slaapzaal met simpele bedden. Her en der liggen er Skeletons op de bedden. In de linkerhoek van de slaapkamer is een uitgegraven gang in de rotsmuur. Achterin staan twee sergeant Skeletons en een Wraith. Deze vallen ons meteen aan. Als we eenmaal in gevecht zijn worden de liggende Skeletons ook tot leven gewekt. En wordt ook dit een pittig gevecht. De Wraith gaat er op een gegeven moment vandoor. Als de laatste sergeant afgemaakt is besluiten we te gaan rusten omdat we door onze krachten heen zijn. We beseffen dat de tijd tikt en dat de tunnel in de vuurzee niet eeuwig houdt of dat er anderen doorkomen, maar we kunnen nu even niet anders. We controleren nog even de gang in de rotswand maar deze is volledig ingestort. De ruimte achter de openstaande deur aan het eind wordt nog even snel door Ben onderzocht maar dit zijn cellen en er is niemand meer aanwezig. We laten het enige skelet in de cel voor wat het is. We sluiten de deur en gaan slapen. Als we bijna in slaap zijn horen we metalen geschraap uit een van de pijpen komen. Er beweegt wat in een van de pijpen. Thirza gaat kijken en ze ziet een gezicht wat op haar af komt. Ze roept halt, maar dan wordt er naar haar gezwaaid en komt Ernest naar de opening van de pijp gekropen. Hij wil weten hoe het met ons gaat. Hij vertelt nog even dat zijn groep vooral eerst aan het verkennen is en dan gaat hij weer terug. We nemen om beurten de wacht en gaan nu echt slapen om op krachten te komen. Aeronal krijgt last van visioenen over marcherende legers door de tunnel in de vuurzee richting het kasteel. Hij krijgt het idee dat we haast moeten maken.

De volgende morgen worden de kastjes onderzocht. We vinden 400 gp aan goudstukken. Op de Skeletons vinden we hier en daar pouches met gems. Dit ter waarde van 5.500 gp. We gaan verder. Ben controleert een deur. Hij opent deze en ziet een keuken met een fornuis, tafels en kastjes met potten en pannen, allemaal lang niet gebruikt. De volgende deur is ook niet beveiligd. Deze ruimte is weer een slaapzaal met bedden waarop Skeletons liggen. In de hoek staat een kast. Als Ben de kast opent kraakt de deur en de Skeletons worden gealarmeerd. Na een korte strijd kan Ben de kast onderzoeken maar vindt niets en in een ander kastje ligt tussen wat kleren 8 sp. Die laten we liggen voor de Gnomes. We gaan weer verder een zijgang in met allemaal deuren aan weerszijden. Ben scout voorop. Aan het einde zijn ook enkele gangen ingestort. Aan het einde zit een deur. We ruiken een putlucht. Ben opent de deur en ziet een ruimte met een rooster waar diverse buizen uitkomen. Een soort riool. We sluiten snel de deur en gaan terug. We nemen een andere gang met aan weerszijden meerdere deuren waarvan er enkele open staan. Het lijken luxe uitgevoerde gastenverblijven. Als we de gang inlopen horen we verderop gerommel. Plots komt er een enorme Bulette aangestormd die over Ben heen springt en zijn bek vol met stenen in het rondt zwaait. Het puin komt hard aan. Na een paar rake klappen over en weer komen er vier Skeletons uit de kamers gelopen die ons ook aanvallen. Nadat dit gevecht ten einde is gaan we de kamers doorzoeken. Alhoewel het luxe kamers zijn, vinden we niet veel van waarde, misschien wat berenhuiden die dienen als tapijten maar die zijn te lastig om mee te nemen. Hier en daar zien we bij kastjes wat sleepsporen staan, alsof deze ruimtes al eerder doorzocht zijn. In een van de kamers zien we een holte onder het bed en vinden een pouch met 40 pp en een pouch met gems ter waarde van 1.200 gp. Wellicht van een voorname gast. In de laatste twee kamers hangen spiegels waarvan het glas kapot is en op de grond ligt. Aan het einde van de gang zien we een tunnel in de rotswand waar de Bulette uitgekomen is. Verderop is deze ingestort.

We gaan terug de gang in en volgen de dwarsgang verder. Even later zijn we in een soort troonkamer dan wel een ontvangstkamer. In deze kamer staat een troon en twee standbeelden. Tevens zien we twee trappen die naar boven gaan. We gaan eerst terug de gang om de begane grond verder te verkennen en komen in een tweede eetzaal. We openen een dubbele deur aan de achterzijde en zien een berg verschroeid hooi in een van de hoeken liggen. Dit moet een stal zijn. Ben ziet recente sporen van paardenhoeven. De stal gaat verderop over van plaveisel naar rotsachtige bodem en muren. Ben hoort wat hoefgetrappel in de verte en hij hoort een geluid van metaal op steen. We besluiten eerst terug te gaan. In een gang bekijken we een stevige dubbele deur die weleens beveiligd zou kunnen zijn. Er lijkt iets niet pluis mee. Ben weet met een spreuk het slot te openen maar toch lijkt nog iets de deur tegen te houden. Ben neemt een mechanisme waar dat de boel blokkeert. We gaan verder en komen in een ruimte die eens de badkamer moet zijn geweest. Er ligt een lijk in een bassin waar geen water meer in staat. Als we dichterbij komen zien we wespachtige beesten rondom het lijk vliegen.