Aflevering 31

Thirza probeert wat aan het metalen apparaat te morrelen, en er rolt een briefje uit. Er staat wat op het briefje en aan de hand daarvan probeert ze op wat knopjes te drukken. Er komt ineens wat leven in de machine en ze vraagt aan het apparaat waar het vandaan komt. Hij geeft weinig antwoord maar er rolt een papiertje uit wat door Thirza aandachtig gelezen wordt. Thirza vraagt nog het een en het ander aan hem. Ze krijgt wat antwoorden uit hem, hij zegt dat hij een sloper is, door middel van bliksem flitsen en vlammen. Hij is dus voorzien van magie. Thirza vertelt hem waar wij mee bezig zijn en hij vindt het prima en wil wel mee. Thirza deelt hem dan mede dat hij Ben moet meeslepen op de brancard. Hij vindt het prima. Hij zegt Storm te heten. We besluiten om op pad te gaan richting Lord Gallo. Jinis zegt dat we niet over de hoofdweg moeten gaan. Via parallelle wegen moeten we verder trekken om uit de armen van de verkenners en patrouilles van Koning Steppengard te blijven. Hier en daar zullen we door wat dorpjes komen en wellicht kunnen we hier paarden kopen. Na enige tijd komen we in een klein dorpje. Jinis vertelt wie hij is en wie we zijn. We worden hier goed behandeld. De dorpelingen staan aan de kant van Seaquen. Helaas hebben ze hier geen genezers die ons kunnen helpen met Elenora of Ben. We besluiten om in de locale herberg te overnachten. We worden door de waard gewaarschuwd om hier niet te lang blijven hangen want de troepen van Koning Steppengard trekken ook door dit dorp heen. We gaan op tijd naar bed.

De volgende ochtend staan we vroeg op. De waard zorgt voor een ontbijt. We zitten net en de deur zwaait open. Er komt een gepantserde Dwerg binnen, gevolgd door een patrouille. De Dwerg roept: "He Jinis, ik ben het, Hertiage." Jinis kijkt blij op. Hij vertelt dat hij er op uit is gestuurd om ons te vinden. Hij heeft paarden mee en hij moet ons meenemen naar Lord Gallo. Op magische wijze heeft hij ons weten op te sporen, we waren wel enige tijd uit beeld. Hij vertelt de herbergier en de burgemeester dat er oorlog op komst is.
We vertrekken richting Gallo's Fend. We komen dan eindelijk in het land van Lord Gallo aan. Hier en daar komen we door dorpjes maar we blijven de hoofdwegen mijden. Hertiage vertelt ons over schermutselingen met de Ragesians. Gelukkig houdt de winter nog even aan zodat de Alydi Gap nog onbegaanbaar is, maar lang zal het niet meer duren. Na enige tijd komen we aan in Gallo's Fend en we komen bij de poort.

Voor de zware poort oefent een bataljon soldaten. We worden begroet en op een teken van commander Hertiage wordt de poort geopend. We gaan direct richting het kasteel. Na een poosje rijden zien we bij de ingang een groep edelen staan en in het midden staat een man met blond haar dat grijs wordt. Hij knikt naar ons en stapt naar voren met uitgestoken hand. "Ik ben Lord Gallo en als de geruchten waar zijn, verwelkom ik jullie in mijn kasteel. Het is goed te weten dat er mensen zijn die niet zomaar in de listen van de Ragesians trappen. Volg mij s.v.p. naar binnen. Het kasteel zit vol maar we willen kamers er vlak buiten voor jullie klaarmaken. Ook voor de paarden zal worden gezorgd. Wat we gehoord hebben is dat Koning Steppengard zijn leger gereed maakt om hierheen te marcheren en mij af te zetten. Uiteraard blijft hij mijn koning, maar hij maakt wel een strategische fout die ons allemaal de kop kan kosten. Ik heb hier en daar wat gelezen over de Ragesians. Coaltongue was weliswaar op veroveringspad desnoods met geweld, maar als je afspraken met hem maakte kwam hij ze ook na. Leska daarentegen, de Supreme Inquisitor, ik vertrouw het niet. Ik voel gewoon dat het niet alleen om Seaquen gaat, maar om heel Dassen! Ik hoop dat jullie voorbereid zijn op een oorlog! Maar voor het zover is ben ik benieuwd naar jullie ervaringen en indrukken. Ik moet nog even goed nadenken over een strategie. Het eten bestaat uit veel vlees en kaas en is zojuist opgediend. Laten we aanschuiven en vertel me dan alles!"
We vertellen Lord Gallo wat ons is overkomen sinds het vertrek uit Bresk. Hij besluit een genezer langs te sturen en Elenora en Ben worden nog voor het eten van hun verwondingen en ziektes afgeholpen.

Tijdens het eten vertelt Lord Gallo ons dat hij het op prijs gesteld heeft wat wij gedaan hebben. En voor de ontberingen die we geleden hebben schenkt hij ons drie uitrustingsstukken op niveau en 5.000 gp. Jinis besluit om ons voor zijn redding 2.500 gp te geven. We gaan er om dobbelen wie wat krijgt. Storm, Elenora en Thirza krijgen de stukken en Ben en Thanatos krijgen elk 10.000 gp uit de groepspot nadat we alle items die er nog inzitten verkocht hebben. Ben geeft zijn stag helm aan Elenora. Na het diner besluiten we om de stad in te gaan en een scroll of sending te kopen en de overbodige buit te verkopen. We slapen in de nabijheid van het kasteel.

Het is vroeg, nog voor zonsopgang als we worden gewekt en we worden gevraagd snel onze uitrusting aan te doen. We worden naar de warroom in het kasteel gebracht. Op een grote tafel in het midden ligt een gedetailleerde kaart van de omgeving en in de kasten langs de muren staan allerlei miniaturen. Lord Gallo staat aan de kant van de tafel waar de replica van het kasteel staat en overlegt met zijn adviseurs. Als hij ons ziet verwelkomt hij ons en zegt dat het tijd wordt dat we worden voorgesteld aan de anderen en hij maakt een rondje. Daarna gaat hij verder: "De situatie is als volgt: De laatste berichten melden dat Koning Steppengard met een leger van enkele duizenden soldaten onderweg is. Op zich is dat niet zo'n probleem want we hebben zelf meer manschappen en onze verdediging is prima. Hij moet weten dat hij zo niet binnenkomt. Een ander probleem zijn de Ragesians. De Alydi Gap is nu nog bevroren, maar dat duurt niet lang meer en dan komen er, naar zeggen, drie tot vier keer zoveel man op ons af. Het risico bestaat dat Koning Steppengard ons hier, met hulp van krachten uit Iz, Namin en Megadon, belegert en verzwakt en dat dan de Ragesians er meteen achteraan komen. In dat geval vrees ik voor het ergste. We moeten dus snel handelen! Er wordt voorgesteld Koning Steppengard tegemoet te gaan en hem in open veld tot overgave te dwingen, maar daarvoor hebben we de hulp nodig vanuit Dashgoban en Timor. Als ik de koning tot overgave weet de dwingen en hem daarna vergezel naar Bresk zal hij niet anders kunnen dan de andere edelen te vragen om mij te steunen tegen de Ragesians. Ik verwacht dat we nog twee a drie weken hebben voordat de Ragesians door de Alydi Gap heentrekken. Ik moet dan terug kunnen zijn, maar zelfs als we een kwart van onze mensen verliezen, kan de rest de Ragesians hier nog wel een poosje tegenhouden. Ik stel voor dat jullie zo snel mogelijk naar Lord Dashgoban en Lady Timor gaan om te vragen om troepen. Zij staan achter de goede zaak, maar hebben wel meer bewijs nodig. Jullie moeten eerst naar onze verste post in Alydi Gap gaan, dat is ongeveer acht uur reizen, en twee van onze scouts meenemen die Lady Timor en Lord Dashgoban kunnen overtuigen. Mochten ze dood zijn, neem dan twee Ragesians mee zodat ze verhoord kunnen worden. Ga nu snel. Ik heb paarden klaar staan. Ik laat het aan jullie over of je daarna de normale weg neemt naar Dashgoban, dat duurt twee dagen, en jullie waarschijnlijk patrouilles tegenkomen of de kortere route door Pitchwood, dit duurt ruim een dag, die ook niet zonder gevaren is. Vanuit hier naar Timor is het ruim twee dagen tenzij jullie via de Glaskeel Cliffs gaan, dan is het ongeveer anderhalve dag, maar dan moeten jullie goed kunnen klimmen. Als jullie haast maken, moet het lukken hun extra troepen hier op tijd te krijgen, zou je zeggen. Ik denk dat we nog één a anderhalve week hebben. Ik vertrouw op jullie!"

We besluiten om tegen 8 uur 's morgens richting de Alydi Gap te vertrekken om twee getuigen op te halen. We trekken de besneeuwde Gap in en we komen bij de eerste outpost. We worden verwelkomd door de bewakers, maar ze willen toch wel weten wat we komen doen. Thirza vertelt onze missie. De wachter vertelt dat hij hier nog geen Ragasian heeft gezien. We trekken verder en laten ook de volgende outpost achter ons na een korte uitleg. Dan passeren we de voorlaatste outpost en trekken verder naar de laatste. We zien een stenen gebouw staan. We gaan richting het gebouw. Als we wat dichter bij komen ziet Ben een soldaat op het dak patrouilleren.
We komen dichterbij, we zien dat de soldaat een Orcish type is. En iets verderop zien we nog een Orcish type staan. We lopen nog dichter bij en dan schieten er pijlen onze kant op. We zien nu dat ze een Ragasian uniform aanhebben. Ze schreeuwen naar achteren, dus waarschijnlijk om hulp. We zien in de zijkant van het gebouw een versterkte houten poort. We stappen van onze paarden af en proberen dichterbij te komen. Ben weet op het dak te komen en ziet in het midden een Wyvern liggen met een zadel op zijn rug. Op het dak staat ook een balista, geladen met een speer. Er gaan twee trappen naar beneden en er is een luik waar stenen naast liggen. Thirza, Thanatos en Storm zijn inmiddels ook op het dak gekomen. Vanaf de ene trap komt er ineens een Orcish commander naar boven gestormd die op de Wyvern klimt. En er komen nog twee Orcish soldaten naar boven. Elenora is inmiddels ook op het dak verschenen. Ben weet de commander van de Wyvern te gooien. Na enkele minuten komen er nog vier soldaten naar boven. Thirza weet de infiltrator van het dak te gooien en hij overlijdt. Thanatos slaat de commander bewusteloos. Als inmiddels de meeste Orcs dood zijn vlucht er een soldaat de trap af naar beneden, al schreeuwend in het Orcish. De tweede wil ook vluchten, maar wordt door Ben bewusteloos geslagen. We vinden op de commander een magisch amulet. Dit is een amulet of false life. We besluiten om met de twee gevangenen terug te gaan naar de voorlaatste outpost om daar verslag uit te brengen.