Aflevering 26

De volgende ochtend moeten we verder richting Bresk. Balan vertelt tegen ons dat hij een kaart op de kop heeft weten te tikken waarop de huidige negen regio's (inclusief het nieuwe Bresk) staan. Verder vertelt hij nog dat Simeon nog wat heeft meegegeven en geeft ons ieder een gem ter waarde van 5.000 gp. Deze geeft hij nu pas omdat hij niet wilde dat het vertrek vanuit Seaquen vertraging zou oplopen, daar we misschien nog de winkels hadden willen bezoeken. In Bresk kunnen we ook de nodige uitrusting kopen. We zadelen de paarden op en nemen afscheid van de vluchtelingen en gaan op reis naar Bresk.
Na paar uur rijden ziet Ben wat bruins op een bevroren meertje liggen. Dit lijkt niet ondergesneeuwd te zijn. Ben en Thanatos gaan het van dichtbij bekijken. Het ijs ziet er daar vrij hobbelig uit. Als Ben dichterbij gekomen is ziet hij drie personen half in het ijs zitten. Het lijkt net alsof het ijs hier en daar gesmolten is geweest. Ben roept de anderen dichterbij. Zo te zien lopen er ook nog paardensporen en Thanatos stelt vast dat ze hooguit een aantal uren oud zijn. Deze sporen lopen naar het noordoosten, richting Bresk. Het moet een groep van een man of zes, zeven zijn. Zo te zien is het smelten van het ijs veroorzaakt door vuur. Ben haalt een van de mensen uit het ijs en het blijkt dat ze door geweld om het leven gekomen zijn. De persoon heeft een symbool om van een luipaard en een slang dansend onder de felle zon. Dit zou het embleem van Lady Dene kunnen zijn. En als we de andere personen uit het ijs halen zien we ook dat zij het zelfde symbool op hun tuniek hebben. We besluiten om te kijken of we de groep met paarden kunnen achterhalen en gaan op pad. Even later horen we een van onze paarden gillen en als we omkijken ligt Balan op de grond. Hij is bewusteloos. Elenora geneest hem, maar hij is nog niet bepaald helder. Hij stamelt maar wat en kijkt glazig voor zich uit. Elenora controleert hem en ziet dat zijn tong blauw verkleurd is. Hij is waarschijnlijk vergiftigd. Omdat hij fysiek niet helemaal verzwakt is, zetten we hem weer op zijn paard, binden hem er op vast en gaan we weer verder. We komen bij een soort bocht in de weg en zien verderop een groep paarden staan. Er staat een groep Humanoid soldaten die een paar Halflings met karren controleren. De soldaten doorzoeken de karren en de Halflings staan druk te gebaren. De banier die de soldaten bij zich hebben is van Koning Steppengard. Als we wat dichterbij komen zien we een van de soldaten een vrouwelijke Halfling onder een doek uit een van de karren vandaan trekken. Hij zegt: "Zo te zien hebben jullie wel moordenaars bij jullie. Daar houden wij niet van. Jullie leugens hebben consequenties." Thirza groet de groep soldaten, die ons nog niet in de gaten hadden. Het zijn vijf soldaten met hun commandant. De commandant vraagt wat we komen doen. Thirza vertelt over de lijken welke wij gezien hebben. Hij zegt dat hem dat onbekend is en vertelt dat hij van de Talon Force is. Hij vraagt waar we heen gaan. Als Thirza zegt dat we naar Koning Steppengard gaan, wil hij onze papieren zien en hij wil ons fouilleren. Daar we geen papieren bij ons hebben laten we ons maar fouilleren. Als een van de soldaten de brief van Jineer vindt en deze aan de commandant laat zien, zegt deze: "Aha, arresteren, die groep. En doodt de Halfling spion!" We laten dit niet over onze kant gaan en verzetten ons. De commandant schreeuwt: "Afmaken!" Een van de soldaten snijdt de keel van de vrouwelijke Halfling door. Thirza ziet uit de struiken wat pijlen op haar af komen, kennelijk zitten daar nog twee soldaten verborgen. We gaan de strijd aan en proberen een tweede Halfling van de dood te redden die door enkele soldaten gegrepen wordt. Ben weet dat te voorkomen, maar raakt zelf zodanig gewond dat hij bewusteloos neervalt. Op magische wijze wordt hij daarna automatisch richting Elenora geteleporteerd. Kennelijk heeft Ben iets nieuws geleerd.

Nadat de laatste soldaat af is gemaakt gaat Ben naar de Halfling toe, die snikkend bij de afgeslachte vrouw zit en vraagt hoe het gaat. Hij zegt dat het moeilijk is na de zoveelste aanval. Hij vertelt: "De soldaten zijn van de nieuw opgerichte elite groep genaamd Talon Force. De koning heeft deze in het leven geroepen nadat zijn hele familie onlangs is vermoord. Zijn vijf oudste kinderen waren ergens op een feestje en zijn daar afgeslacht. Meteen daarop zijn de koning en zijn vrouw alsmede zijn andere dertien kinderen vergiftigd tijdens een diner. Alleen de koning wist er aan te ontkomen doordat hij even werd weggeroepen in verband met een onhandelbare diplomaat, die iets te enthousiast werd met het personeel, zo luidt het verhaal. Hij schijnt door het dolle te zijn en heeft zijn hoogste adviseur opdracht gegeven alles wat verdacht is te onderzoeken op samenzweringen en hij heeft voor dat doel meteen die nieuwe politiemacht opgezet. Veel mensen, zoals wij, vluchten weg uit Dassen omdat de Talon Force zonder mededogen opereert. Wij zijn gewoon handelaren, maar worden ook als spionnen gezien, net zoals vele anderen."
Na dit verhaal aangehoord te hebben, vragen we ons af of we nu wel naar Koning Steppengard moeten gaan. De Halfling zegt dat er nog steeds audiënties gehouden worden. Hij raadt ons aan dat als we in het hof komen, we ons wel formeel dienen te gedragen. De Halflingen willen nu zo snel mogelijk verder. Ze bieden aan om wat aan onze sleden te doen om ze beter te laten glijden. We laten ze wat verbeteringen aanbrengen en even later nemen we afscheid.
Ardek heeft inmiddels de brief van Jineer teruggepakt van de soldaat die hem had afgepakt en Thirza besluit de brief te lezen. Er staat in dat Jineer zijn vader mist en zich zorgen maakt over het gevaar waarin hij mogelijk verkeert en hoopt dat Lord Gallo hem en iedereen zal beschermen. We vermoeden dat de soldaten dit aangezien hebben aangezien voor een bericht in code. We controleren de lijken en vinden op de commandant een soort zonnewijzer. Dit blijkt een shining sundial te zijn die nuttig is voor gevechten als de zon schijnt. Na overleg besluit Ardek om deze bij zich te steken. Verder vinden we een totemic belt en nog wat goud en edelstenen ter waarde van 500 gp.

We gaan weer verder op weg naar Bresk. Uiteindelijk zien we in de verte de contouren van Bresk opduiken. We zien wat gebouwtjes buiten de stadspoort en voor de hoofdpoort staat een grote rij mensen en die worden allemaal ondervraagd en gefouilleerd door de Talon Force. Af en toe zien we wat mensen die niet toegelaten worden weggeduwd worden. Hoe komen we binnen? Elenora stelt voor om eerst bij de gebouwtjes buiten de stad te kijken of we iemand kunnen vinden die Balan van de vergiftiging kan af helpen. Maar helaas vinden we alleen een paar shrines en moeten we voor een tempel toch echt de stad in. We besluiten om dan maar in de rij te gaan staan en te vertellen dat we hulp zoeken voor de gewonde Balan. We zien dat er een soort paranoïde controle aan de poort is en dat er weinig mensen worden doorgelaten. Aan de beurt gekomen neemt Thirza het woord en vertelt dat we met heer Balan meekomen en dat hij dringend genezing nodig heeft. De wachter bij de poort bekijkt ons allemaal eens goed en knijpt Balan in zijn wangen en ziet de verschijnselen van gif op zijn tong. Als door een wesp gestoken reageert hij. Het lijkt wel alsof hij ons als gifmengers beschouwd. Er is extra waakzaamheid op gif omdat er een poging is gedaan om Koning Steppengard te vergiftigen, waarbij zijn hele familie is omgekomen. Hij blaast dat we eigenlijk in de gevangenis horen te belanden en toont geen enkel medelijden met Balan, een naam waar hij overigens nog niet van gehoord heeft. Thirza probeert de man te overbluffen, maar dat lukt niet en lijkt de zaak alleen maar erger te maken. We druipen af en gaan ons beraden. Een paar minuten later komt er een Dwerg voorbij wandelen en duwt Thirza een briefje in haar handen en verdwijnt weer in de massa.

We gaan naar de bewuste kroeg de Toreast Aerie. Hij staat verderop buiten de poort en is van het niveau havenkroeg. Thirza zegt tegen Ardek dat hij vijf pullen bier voor ons moet bestellen en ook nog een extra pul en we gaan aan een driepotige tafel zitten. Na twee rondjes komt er een onverzorgd uitziende Dwerg bij ons aan tafel zitten. Hij vertelt dat hij ons wel kan helpen om de stad in te komen. Hij zegt dat er een heel gangenstelsel van riolen onder de stad loopt waardoor je naar binnen kunt komen, als je de weg ten minste kent. En laat hij nou iemand kennen die de weg in de riolen weet! Hij heeft een kaart van een deel van het stelsel die de meest veilige route biedt. Voor maar 1.000 gp is hij van ons en zijn we binnen! Op een enkel punt kan het wellicht gevaarlijk worden, maar voor de rest heb je goede overlevingskansen, zeker. Hij kijkt even goed naar ons, op ons niveau. We vragen hem als gids, maar hij kan niet mee. We vragen zijn naam, maar hij glimlacht en zegt: "Noem mij maar Dwerg." Hij verkoopt niet veel van deze kaarten en raadt ons aan als we in de stad zijn de kaart meteen te vernietigen daar we niet met zo'n kaart gevonden willen worden. Thirza weet nog 200 gp op de kaart af te dingen en we kopen hem. De Dwerg wil ons wel naar de ingang van de riolen brengen. We gaan eerst op weg om onze paarden ergens te stallen. Dit weten we voor 10 gp per paard per week te stallen nabij de poort. "Jullie moeten wel op tijd terug zijn anders zijn ze verkocht," zegt de stalmeester.

We worden naar de ingang van het riool gebracht en het stinkt hier nogal, dus zitten we goed. We bedanken de Dwerg en gaan naar binnen. We lopen tot onze knieën in het water en moeten dan naar de overkant van de pijp springen om verder te gaan. We komen het eerste gedeelte weinig gevaren tegen. Op een gegeven moment komen we op een grote kruising aan. Boven onze hoofden zien we een roestig looprek zitten. Het is hier lastig oversteken, uit de zijmuren komen overal pijpen te voorschijn. Aan de rechterzijde is een pijp waar flink wat water uit stroomt en het is niet raadzaam om daar langs te gaan. Ben weet met zijn behendigheid aan de overkant te komen en heeft een touw vast. Op het moment dat hij aan de overkant is, stopt de ene buis met spuien en een buis er recht tegenover (aan de linkerkant) begint nu te spuien. Voorzichtig begint Ardek te volgen en Elenora gebruikt haar boots of spider climb om boven de buizen te blijven. Even later spuit er weer smerig water uit een andere pijp. Inmiddels is Elenora over en beginnen er weer andere pijpen te spuien. Ardek is inmiddels ook over en Thanatos nadert ook en weer spuit er een andere pijp. Ardek houdt nu het touw aan het ene eind vast en Ben gaat weer terug om Thirza te halen. Halverwege wordt hij aangevallen door beesten in het smerige water. Het blijken Sewerprawns te zijn, klauwachtige beesten die wel vaker voorkomen in riolen. Ben wordt het water in getrokken. Maar hij weet zich uit de greep van het beest te teleporteren en kruipt bij Thirza weer op de rand. Thirza grijpt nu het touw en gaat via het looprek omhoog. Thanatos is inmiddels aan de overkant gekomen maar hij glijdt van de gammele trap af en belandt in het water. Hij wordt meteen aangevallen door andere Sewerprawns. Maar ook hij weet met zijn teleport weer los te komen en is ook aan de overkant. Nu wordt Elenora in het water getrokken, die aan de rand staat te wachten. Maar Ben weet het monster te doden en Elenora klimt weer aan de kant. We weten de overgebleven beesten uit de weg te gaan en komen uiteindelijk bij de uitgang aan. We verstoppen de kaart in een van de spleten tussen de stenen van het riool en gaan het riool uit de stad in.

We vragen wat in het rond naar een tempel van Pelor en we worden de weg gewezen. We gaan de tempel binnen en vragen de priester om genezing voor Balan. Hij vraagt wat er met Balan gebeurd is. Ardek vertelt het en hij geeft 100 gp voor de tempel nadat de priester wat aan het frunniken was aan de donatiepot. De priester zegt: "Je kunt altijd een waardig lid van Pelor herkennen," en gaat even informeren wat de mogelijkheden zijn. Kort daarop komt hij terug met de mededeling dat de prior voor 300 gp Balan weer kan genezen en dat hij daar nu wel tijd voor wil vrijmaken. We moeten ongeveer een uurtje wachten en dan komt Balan weer herstelt terug. Hij geeft een heupflesje af zegt tegen de prior dat dit mogelijk vergiftigd is. Eenmaal buiten vertellen we Balan wat er gebeurd is en hoe we binnen zijn gekomen. Hij zegt dat we naar de herberg de Golden Griffin moeten gaan want daar heeft hij twee kamers gereserveerd. De herberg is keurig netjes. Balan vertelt dat de koning dagelijks audiëntie houdt en dat we het beste morgen meteen kunnen gaan. Thirza wil eerst de brief afgeven aan Jinis, maar Balan vraagt zich af hoe we alleen voor hem in het paleis komen gezien de aanslag. Bovendien zullen we Jinis wel zien bij de audiëntie en hij legt uit hoe de verschillende vertegenwoordigers van de Lords en Ladies aanwezig zijn bij de audiëntie.
We hebben in de herberg twee kamers met elk drie bedden en Balan verblijft bij Thirza en Elenora op voorwaarde dat hij niet snurkt. We gaan naar de kamers en wassen het vuil van het riool van ons af. De volgende dag zitten we fris en monter aan het ontbijt. Balan benadrukt dat er één woordvoerder is en dat etiquette van belang is. Laat er geen gerommel ontstaan.

We gaan op weg naar het paleis, dat deels in een berg is gebouwd. We horen nog het een en ander over de gang van zaken in het paleis terwijl we staan te wachten in de wachtruimte. Balan zegt dat dit wel even kan duren. Na uren wachten en mopperen worden we opgehaald door een page. Hij leidt ons door een duizelingwekkend stelsel van gangen en hallen dieper de berg in. De op Dwergen geïnspireerde architectuur lijkt op ons af te komen en geeft ons een beetje een claustrofobisch gevoel totdat we een grote zaal betreden, de troonzaal. De hoge kamer heeft enkele kleine raampjes en een groter raam dat licht uitstraalt over de verhoogde troon die daarmee in een bleek licht baadt. Een publiek van tientallen mensen, bestaande uit onder andere vertegenwoordigers van edelen, ambassadeurs en assistenten staat te wachten op iets dat een rechtszitting lijkt te zijn. We worden naar de rechterzijde van de zaal geleid op een plek naast Lady Namin en haar gevolg. Gekleed in het zwart is zij de enige edele die aanwezig is in eigen persoon. De anderen hebben allemaal vertegenwoordigers afgevaardigd. De troon bestaat uit twee zetels. Een is leeg met erover heen een zwart kleed. In de andere zit Koning Steppengard. Op leeftijd en naar zeggen nog in redelijke conditie, ziet hij er onverzorgd uit. Zijn baard lijkt ongekamd, zijn kleding gekreukeld en zijn kroon ietwat scheef. Alsof hij vermoeid is en dagen niet heeft geslapen. Voor hem staat een gehandboeide tengere man die luid wordt toegesproken door een vrouwelijke Gnome met haar dat verkleurt van zwart naar paars naarmate zij zich verplaatst. In haar hand heeft ze een boek waarmee ze rondjes rond hem loopt. De vrouw leunt plots voorover en zegt me schrille stem: "Je realiseert je dat de koning je de kans geeft om te bekennen aan list en verraad? Beken je rol in deze tragedie en vraag om vergeving! Het is geen geheim dat Lord Gallo.." De geboeide man onderbreekt haar en wendt zich tot de koning: "Mijn heer, Lord Gallo heeft onze natie vanaf zijn geboorte verdedigd. Hij verdient meer respect dan hij tot op heden verkregen heeft en.." "Gallo," zegt de vrouw: "Hij wist dat hij de meeste voordelen had als de koning zou vallen. Een listig plot van hem om de Ragesians hiervoor op te laten draaien!" Ze wijst de zaal door in een richting tegenover waar wij staan. We zien daar een man gekleed in rode rijk versierde kledij met een symbool van een toorts. Hij wordt begeleid door een Inquisitor gehuld in een donkere cape met een witte dierenschedel met donkere runen. "De Ragesians..." zo gaat de vrouwelijke Gnome verder: "Hebben aangeboden ons te beschermen in deze onrustige tijden. Maar nee, Gallo is te arrogant om te beseffen in welke situatie we zitten. Hij moet zijn oorlog voeren. Is het niet tegen de Ragesians, dan maar tegen zijn eigen koning! Kun je dat nu niet toegeven?" De geboeide man probeert te antwoorden, maar hakkelt, kennelijk in verwarring. De vrouw lacht maar toont dan mededogen. "De leugens brengen jezelf in verwarring. Arme man alsjeblieft, doe wat je moet doen. Vertel ons hoe Lord Gallo in ontrouw is geraakt. Leg ons uit hoe hij denkt Dassen in stukken te breken ..."

Het verhoor gaat nog enkele minuten door en wij vernemen van omstanders dat de Gnome vrouw Nina Glibglammer is. De hoogste adviseur van de koning en het hoofd van de nieuwe Talon Force. We vangen ook op dat de geboeide man de assistent is van de vertegenwoordiger van Lord Gallo. De vertegenwoordiger, genaamd Jinis, zit momenteel vast op verdenking van verraad. Lord Gallo is in zijn eigen regio omdat hij gezocht wordt. We zien dat de ondervraagde assistent verward of vertwijfeld is en soms aarzelt om te spreken. Omstanders mompelen dat de assistent iets lijkt te verbergen, maar dat er tegelijkertijd ook weer een bepaalde overtuiging en eerlijkheid in zit ten aanzien van Lord Gallo's onschuld.

De vrouw gaat verder: "Ik ben er van overtuigd dat deze man geheimen met zich meedraagt die onthullen over een nog groter complot. Zijn ontwijkende antwoorden maken dit duidelijk. De waarheid zal aan het licht komen na een wat meer ... indringend verhoor, dat later zal plaatsvinden." Eindelijk beweegt Koning Steppengard: "Nina, bedankt voor je werk. Het verontrust mij dat iemand met zulke plannen diep in mijn parlement kan doordringen. Hoewel ik niets liever zou willen dan hem hier te executeren voor zijn aandeel in het uitmoorden van mijn familie ...", hij zucht diep om adem te halen: "Moet ik recht doen aan de wet en niet aan mijn hart. Breng hem naar de gevangenis totdat we meer weten. Ik ben het zat om dit alles aan te moeten horen. Laat de audiënties beginnen!" De vrouw wuift naar enkele bewakers, die de man afvoeren en gaat zelf naast de troon staan.

We fluisteren even met elkaar over wat we gehoord hebben. Het tumult in de zaal houdt aan en je ziet alle groepen van afgevaardigden druk met elkaar in gesprek staan. Lady Namin is zelf met haar gevolg aanwezig en de vertegenwoordigers van Lord Gallo ontbreken door hun gevangenhouding. De klerk van de koning pakt een scroll en roept de eerste audiëntie op: "De delegatie en vertegenwoordiger van de vrije stad Seaquen vragen audiëntie aan het hof van Dassen! Bij het genoegen van Koning Steppengard en met instemming van het parlement wordt deze kleine stad, die zichzelf vrij durft te noemen, permissie gegeven te spreken. Kom naar voren!" Terwijl we met Balan naar het midden lopen, voelen we de blikken van de Inquisitor knagen aan onze ziel. We houden halt en Balan loopt een paar passen naar voren, richting de troon. Hij staat even stil, maar draait zich vervolgens weer om. We zien een straaltje bloed uit zijn neus lopen en zijn ogen worden glazig en draaien weg. Hij zakt op de grond in elkaar en we hoort een schrik door de zaal gaan.
We ziet Nina minzaam kijken en met een glimlach zegt ze: "Stilte iedereen! Ik kan de vertegenwoordiger niet horen ..." Na een stilte die een eeuwigheid lijkt te duren gaat ze verder: "Hmm, het lijkt er op dat Seaquen zijn stem verloren heeft. Is er iemand die voor deze arme stad kan spreken... ? Is er dan echt niemand in dat stadje die heeft leren praten?" Thirza kijkt verschrikt om haar heen en aarzelt, maar loopt dan toch naar voren om het woord te nemen.
"Wel, wel, we zullen luisteren naar de nieuwe spreker!" zegt Nina met een glimlach. "Plaats de gevallen spreker in een stoel in de wachtkamer hiernaast." zegt ze tegen een paar bewakers, die Balan vervolgens optillen en meenemen.

Thirza weet haar trillende stem onder controle te krijgen en krijgt samen met de groep de gelegenheid om tot de afvaardigingen van de regio's te spreken. We richten ons als eerste tot de afvaardiging van Lord Dashgoban en Lady Timor die ons het meest gunstig gestemd lijken te zijn. We weten dat Lord Dashgoban Koning Steppengard zwak vindt, maar dat hijzelf geen aspiraties heeft voor die rol en dat Lady Timor zich zorgen maakt over de Ragesische invasie die op handen is. We overtuigen hen van de vrijheid van Seaquen en de noodzaak om niet samen te werken met Ragesia. Na een overtuigend slot van Thanatos lijkt het positief te zijn. Nu richten we ons op de vertegenwoordigers van Lord Iz en Lady Dene. Iz, een ruig land, is trouw aan de koning, maar misschien zijn ze vatbaar voor goede krijgsargumenten en is Dene vatbaar voor de schoonheid en het behoud van de natuur. Nu weet Thirza uiteindelijk de vertegenwoordigers over de streep te trekken, in zoverre dat ze er serieus over na lijken te denken. Als laatste moeten we de afvaardiging van Lord Megadon, Lord Rego en Lady Namin overtuigen. Daar zij allen niet veel op hebben met of zelfs soms vijandig zijn van Seaquen, blijkt dit een te zware opgave en kunnen we ze helaas niet overtuigen.

De menigte in de troonzaal fluistert druk tegen elkaar en Koning Steppengard leunt opzij naar zijn adviseur om haar aan te horen. Even later gaat hij rechtop zitten. "Jij," zegt Koning Steppengard, waarbij hij langs Thirza in de richting van Ardek wijst. "Jij hebt niet de honingzoete stem van je bondgenoot. Vertel me rechttoe rechtaan hoeveel vrienden en familie jij hebt verloren in deze strijd? Ik heb er 19 verloren! Mijn vrouw, mijn kinderen! Ik zou mijzelf er ook toe willen rekenen. Ik heb genoeg geleden, genoeg voor het hele land. Niemand zal meer zijn hele familie verliezen in een gevecht anders dan het onze! Als jullie mijn onderdanen waren, had ik jullie meteen laten executeren voor zo'n dwaas verzoek." Hij staat op en kijkt de zaal rond. "Niemand zal hulp bieden aan dit addergebroed, deze trukendoos van de magiërs van Seaquen!" Hij kijkt naar ons en daarna kort naar de delegatie van de Ragesians. "Ik tolereer jullie maximaal twee dagen in de stad, geen minuut meer! Misschien kun je de Ragesians overhalen jullie kinderachtige stadje genade te tonen. Misschien zullen jullie nooit de pijn van zo'n groot verlies als dat van mij ervaren, maar jullie deelname aan de oorlog is feitelijk een verzoek tot pijn en dood voor jullie inwoners, dierbaren en jullie zelf!" Hij gaat weer zitten en zegt: "De volgende audiëntie!"

Wij worden vriendelijk doch dwingend de zaal uitgeleid naar de wachtruimte. Balan zit in een van de stoelen en lijkt zojuist bij kennis gekomen te zijn en vraagt wat er gebeurd is. Even later komen de vertegenwoordigers van Lord Dashgoban en Lady Timor naar buiten. Ze raden ons aan om de schaarse tijd te gebruiken om de anderen alsnog over te halen of, als dat veiliger is, zo snel mogelijk te vertrekken naar het noorden om met Lord Gallo in persoon te praten. Als er een meerderheid in de raad van negen kan worden verkregen, acht stemmen en de koning telt voor drie, dan zou het kunnen werken. Ze geven aan dat ze hun lord en lady positief zullen adviseren. Op dat moment komt de Ragesian ambassadeur naar buiten gevolgd door de zwijgende Inquisitor, waarop de vertegenwoordigers van Lord Dashgoban en Lady Timor snel weer naar binnen gaan. De ambassadeur stelt zich voor als Serrimus en zijn Inquisitor als Torrax. Hij doet ons een voorstel voor een nette en respectvolle overgave. Balan springt op en bedankt de man diplomatiek voor zijn voorstel, maar zegt bedenktijd nodig te hebben. Hij fluistert tegen ons dat we beter weg kunnen gaan en een nieuw plan moeten bedenken.

We staan met gemende gevoelens weer op straat. Wat nu? Balan stelt voor om eerst naar de herberg te gaan en daar te overleggen. De muren hebben hier overal oren. Balan vertelt nog dat hij onwel werd op het moment dat hij richting Nina keek, maar hij weet niet zeker dat het door haar komt. In de Golden Griffin aangekomen overleggen we. We kunnen de stad in gaan en informatie proberen te verzamelen. Balan zegt dat hij zelf wel even wat kennissen zal raadplegen. of we het een en ander te weten kunnen komen. We kunnen ook wat extra uitrusting kopen. We vragen ons af wanneer precies de 'twee dagen' verstrijken. We besluiten dat één nacht slapen moet kunnen, maar een tweede moeten we vermijden en ver weg zijn.