Aflevering 21

Aangezien we 'alle tijd' hebben worden eerst de halskettingen nader onderzocht, ze blijken magisch te zijn en staan met elkaar in verbinding om de Skeletons te activeren. Uiteindelijk wordt er ook nog over het lot van Seaquen gedacht en gaan we dan toch de trap af omlaag. Detritus en Valaneah gaan weer voorop. Op een gegeven moment staat het water tot aan hun schouders. Ze komen in een bijna onder water staande ruimte. Als ze in de ruimte staan volgen ook Rhoxanne, Thirza en Xavius. Er is hier nog een trap die verder naar beneden gaat. Er bevinden zich ook nog twee deuren in deze ruimte. Detritus gaat naar de eerste deur. Ondertussen voelt Xavius iets tegen zijn benen aanslaan. Er verschijnen drie creaturen. Het zijn ook weer beesten waarop hevig geëxperimenteerd is. Maar na een kort gevecht is deze strijd gestreden. Detritus breekt nu de eerste deur open en kijkt naar binnen. Hij ziet een kleine ruimte die ooit als slaapkamer diende. Er zit een scheur in een van de muren waardoor het water naar binnen stroomt. Detritus schopt nu de volgende verrotte deur open en ziet nog een klein kamertje. Beide kamers hebben niets interessants.

We besluiten nu om de trap naar beneden af te gaan. Hier staat alles onder water en dus zullen we onze adem in moeten houden en moeten zwemmen. Detritus gaat in zijn eentje omlaag. Hij komt in een grote ruimte uit en hij ziet aan de rechterkant van de ruimte een rode gloed van beneden schijnen. En aan de linkerzijde van de ruimte ziet hij niets bijzonders. We zwemmen richting de rode gloed. We zien wazig een put waaruit de gloed komt en we zien een ketting de put in gaan. Detritus probeert de ketting omhoog te halen maar deze is vastgeroest. We besluiten om eerst terug te gaan naar de trap om lucht te happen en daarna gaat Detritus aan een touw de put in. Hij merkt dat het warmer wordt in de put, maar uiteindelijk is het touw te kort om tot de bodem te komen en hij moet terug. Xavius doet een poging om uit te vinden of deze gloed magisch is en komt erachter dat dit niet het geval is. Na nog een keer adem gehaald te hebben besluiten we één voor één de put in te zwemmen. Detritus gaat weer voorop, gevolgd door Valaneah en als hij bijna beneden is hoort hij een luide gong. Hij gaat weer omhoog en we overleggen wat nu te doen. Deze gongslag moet van beneden uit de put komen. We denken er goed aan te doen om met zijn allen achter elkaar omlaag te gaan. Detritus gaat weer voorop en op het einde van de put valt hij ineens omlaag, er is geen water meer. Hij komt in een grotachtige ruimte. Deze wordt gescheiden door een rivier van lava die een rode gloed en hitte verspreidt. Over deze lavarivier loopt een brug. Het is benauwd warm in de grot. Detritus ziet op de brug een figuur in harnas staan. Verderop in de lavastroom ziet hij een soort magisch schild dat een dikke en kolkende stroom lava tegenhoudt, welke anders door de rivier zou bulderen. Hij ziet dat het water uit de put door een soort magisch vlies wordt tegengehouden. De soldaat op de brug zegt dan: "De stad wordt vernietigd en jullie komen naar ons toe? We hebben Lee niet meer nodig om jullie af te maken. Geef je over en ik beloof je een snelle dood." Eén voor één komen ondertussen de overige groepsleden uit de put gevallen. Detritus stormt op de man op de brug af en ziet dan aan de overkant nog een achttal Ragesian soldaten staan. Ze lijken hem staan op te wachten met hun kruisbogen. De soldaat op de brug blijkt een soort Devil te zijn. De strijd die nu gevoerd wordt, verloopt heftig. De Devil is een geduchte tegenstander. Detritus stormt op een gegeven moment de brug over en valt heroïsch de soldaten aan omdat het wellicht minions zijn en dus snel zijn te verslaan voordat ze teveel schade aanrichten met hun bogen, maar het blijken stevige soldaten. Detritus wordt omringd door deze lieden. De overmacht is te groot en na verloop van tijd gaat Detritus neer. Rhoxanne kan de afstand om hem te genezen niet overbruggen door de drukte midden op de brug. De Devil geeft opdracht aan de soldaten om hem de genadeklap toe te brengen. De Devil zelf is na een bloederige strijd inmiddels ook zwaar gewond en roept: "Damius, het spijt me!" en hij zwaait zijn grote zwaard met een felle beweging rond en slaat zijn eigen kop eraf. Na een zeer gevaarlijke strijd weet uiteindelijk Xavius de laatste soldaat af te maken. We rennen naar Detritus, maar zien dat we te laat zijn. Hij is overleden aan zijn verwondingen. We besluiten om een onderdeel van Detritus en al zijn items mee te nemen om hem eventueel in Seaquen te laten resurrecten.

We zien een openstaande deur achter in de grot. Valaneah sluipt door de deur naar binnen in een ruimte met in het midden een enorme Drakenkop die uit de muur steekt. Ze luistert in de ruimte en hoort geen enkel geluid. Dit is een verblijfsruimte met een tafel, wat slaapzakken en achter in de ruimte zijn nog twee deuren. Ze sluipt nu verder naar binnen en kijkt nu door de rechter deur. Ze ziet een gang waar in een van de zijmuren nog weer een deur zit. Ze bekijkt nog eens de Drakenkop. De bek staat open en is zo groot dat ze erdoor naar binnen zou kunnen, maar het is pikkedonker hetgeen lijkt op een magische duisternis. We volgen Valaneah en gaan eerst de rechter gang in. Verderop wordt deze gang een grotere ruimte. Achter in de ruimte staan wat tanks met een chemische groene vloeistof. In een van de tanks zit een skum-achtig wezen met wat uitstulpingen in wording. Er staan in de ruimte ook nog twee pilaren waar langzaam lava naar beneden vloeit. Er staat ook een bureautje waarop wat alchemisten spullen om wezens te muteren liggen. Er ligt ook een scroll. Dit is een scroll of water breathing, die we meenemen. We kijken nog even bij de pilaren en zien dat er geen omhulsel omheen zit, de lava stroomt op magische wijze omlaag. We zien verderop nog een deur in de ruimte nabij de pilaren. Als we rond lopen zien we nog weer een gang die terugloopt naar de ruimte met de Drakenkop. In deze gang staan nog wat vloeistoftanks en er liggen wat slaapzakken. We bekijken nu eerst de deur bij de pilaren. We openen hem nadat blijkt dat hij niet beveiligd is en zien weer een grot. Het is hier weer erg warm en ook hier stroomt een lava rivier.

We besluiten om eerst terug te gaan en de soldaten grondig te onderzoeken. We vinden in totaal 120 gp op de soldaten. Op de Devil vinden we 600 gp en een speciale helm. Dit blijkt een helm of battle te zijn. Tevens vinden we een sleutel die past op de deur in de zijgang. We openen de deur en zien een bureau, een bed, een kist en een kast. Op het bureau staat een donkere bol. Xavius kijkt in de bol en ziet in de bol een wervelwind draaien. Dit moet wat met de storm te maken hebben en dus lijkt het ons raadzaam om dit in het Lyceum te laten onderzoeken. De kist zit op slot. Valaneah probeert deze te openen, hetgeen lukt, maar ze krijgt wel een acid wolk over haar heen. In de kist zitten twee pouches, een strikeback tattoo en een potion of vigor. In de ene pouch zit 2.600 gp en in de andere pouch zit voor 1.800 gp aan gemmetjes. Rhoxanne kijkt nog even of de donkere bol op de bollen van de heksen lijkt maar die zijn wit van kleur en kleiner.

We gaan nu naar de grotachtige ruimte achter de deur bij de pilaren. Door de grot waarin we nu komen stroomt een rivier van lava en over deze rivier is een brug gebouwd. We zien links in de ruimte nog een deur. Er ligt bloed op de grond voor de deur en er zit een slot op deze deur. Rhoxanne onderzoekt het bloed, het is een combinatie van oud en vers bloed. Er lopen sleepsporen doorheen en voetafdrukken. Het is stil achter de deur. Valaneah opent de deur en het blijkt een martelkamer te zijn. Op een tafel ligt een vrouw. We kijken even naar de vrouw en zien dat het een Elfen vrouw is, die op haar buik ligt. Valaneah draait het hoofd om. Het is niet iemand die we kennen. Rhoxanne onderzoekt haar en het lijkt alsof ze nog leeft. Rhoxanne weet haar te genezen en ze komt bij. Ze kijkt ons verschrikt aan. We proberen haar te kalmeren en ze vraagt wat we van haar willen, waarom we haar dood willen maken. We vertellen wat we hier doen en dat we niet bij de bende horen. Ze stelt zich voor als Faquaniel. Ze vertelt dat ze met een maat samen vanuit Seaquen wilde teleporteren, maar plots in een ruimte bij een obelisk terecht is gekomen. Haar maat is gemarteld en in de lava gegooid. Ze begrijpt het niet want ze dacht dat ze had geholpen. Ze zegt dat er later nog iemand de ruimte ingekomen was om een bepaalde rod te halen. Ze zegt dat er nog meerdere personen gevangen zitten. Ze wijst over de brug in de richting waar enkele cellen moeten zitten.

We nemen haar mee en gaan de brug over en zien een soort traliewerk. Ze vertelt dat daar de gevangenen zitten. Als we in de ruimte zijn zien we diverse cellen. In een van de cellen zien we een man liggen. Valaneah weet zijn traliedeur te openen. De man ademt nog en hij vraagt of hij vrij is. Hij stelt zich voor als Mareri, een magiër. Hij was wat aan het experimenteren met teleporteren en ineens kwam hij hier terecht. In de ruimte hiernaast bij de obelisk. In de cel naast hem staat een machine. Mareri zegt dat de Ragesians deze machine gebruiken om snel te kunnen genezen en herstellen. In de volgende cel ligt ook een bebloede man. We horen hem kreunen maar hij reageert niet. Rhoxanne brengt deze man bij en hij bedankt ons. Hij vraagt wie we zijn. We stellen ons voor en vertellen wat onze bedoelingen zijn. Hij vraagt of de Wayfarers nog in Seaquen zijn. We vertellen wat er gebeurt is op het schip van de Wayfarers. Hij begrijpt het niet want Giorgio was toch zijn baas… Hij stelt zich voor als Teymour van de Wayfarers. Ook hij was, in overleg met Sheena de guild leider, bezig met het teleport probleem en hij had enige vooruitgang geboekt. Maar bij een volgende poging kwam hij samen met een maat van hem bij de obelisk hiernaast terecht. Zijn maat is gemarteld en later in de lavastroom gegooid. Hij geeft een beschrijving van de figuren die dit hebben gedaan. Eén ervan is de Devil en de andere komt overeen met Inquisitor Damius. Ook kwam er weleens een man die het had over de storm en hoe deze verder aan te wakkeren was. Hij beschrijft iemand die lijkt op Lee Sidoneth. Ze hadden het ook over het lot van de Ragesian spion, een vrouw en wat ze daarmee aanmoesten. Faquaniel kijkt wat heen en weer en weet dat we naar haar kijken. Ze vertelt nu dat ze er spijt van heeft. Ze heeft voor de Ragesians rondgekeken in Seaquen en heeft wat ze zag over de vluchtelingenkampen doorgespeeld, verder niets. Kennelijk weet men genoeg en is ze nu een bedreiging, want ze wilden haar vermoorden. Ze wil ermee stoppen. We schatten in dat ze de waarheid spreekt.
Teymour wil graag naar het circus terug. We zeggen dat we hier voor zullen zorgen zo gauw we weer boven zijn en dat we Faquanial naar de stadswacht brengen en Mareri naar het Lyceum. Faquaniel ziet er tegenop om mee terug te gaan omdat ze denkt dat ze door de stadswacht van Seaquen wordt opgehangen en weigert om mee te gaan. We kunnen haar er niet van overtuigen dat dit niet gebeurd. Ze smeekt ons om haar te laten gaan en als ze dan zegt dat ze hier wil achterblijven en desnoods in de lavarivier zal springen. Daarom besluiten we om haar gedwongen mee te nemen. Xavius kijkt Faquaniel aan en slaat haar bewusteloos en ze wordt vastgebonden. We onderzoeken de overige cellen. De laatste cel bevat een obelisk. Er staan inscripties op de grond die opgloeien, een soort runen-trap. De mannen vertellen dat ze hier terecht zijn gekomen. De runen veroorzaken hevige pijnen en verwondingen. Het hek lijkt beveiligd te zijn. Xavius wil een poging doen om deze plek met magische krachten te verwoesten maar dat lukt hem niet, ook niet met de hulp van Thirza. Het lijkt dan wijs om dit door de mensen van het Lyceum te laten onderzoeken. We gaan nu naar de zogenaamde healing machine. We discussiëren over wat raadzaam is, maar uiteindelijk gaat iedereen de ruimte in en dan lijkt het alsof we ons ergens ander bevinden.

Het lijkt alsof we op een bootje op een groot meer zitten. We glijden naar een eiland waar een groots paleis de nacht verlicht. Als in een droom meren we aan en lopen we over een honderden meters lange luchtbrug die glinstert in de nacht. Overal staan gouden en ivoren beelden van Draken die liggend vooruit kijken. Het paleis lijkt verfrissend als we door de gangen lopen, maar de grandeur lijkt een laagje vernis over de decadentie eronder die we lijken te voelen.
We komen aan in een indrukwekkende ontvangstkamer. We staan voor een vrouw die gezag uitstraalt. Ze draagt allerlei amuletten en voorwerpen als die van een shaman. Haar gezicht, met uitzondering van haar bloedrode lippen, is verborgen onder een dierenschedel. Haar gewaad golft zachtjes om haar lichaam heen. Lange zwarte handschoenen bedekken haar handen en onderarmen. We beseffen dat het Leska is en haar lippen beginnen te bewegen: "Ontvang mijn zegen!" Haar aanraking voelt als een ijsstraal die door onze lichamen trekt tot midden in onze zielen. "Voel de kracht van de Scourge. De opoffering van anderen zal je herstellen en …". Ze lijkt even te aarzelen. "Wat…?!" De kou ontneemt ons van ons bewustzijn. We zijn weer in de grot, zij het natrillend, maar wel genezen en weer op krachten.

We beseffen niet helemaal wat er werkelijk gebeurd is maar we zijn wel weer op krachten. We gaan nog even naar de ruimte met de Draak en bestuderen de bek van de Draak. Teymour en Mareri weten niet wat hier achter zit. Rhoxanne pakt een zwaard van een van de dode soldaten en gooit dat naar binnen. We horen het vallen. Valaneah stapt dan de bek in en loopt voorzichtig stap voor stap de duisternis in haar zwaard voor zich uit stekend. Na een paar meter komt ze in een gedeelte waar wel zicht is. Ze ziet een metalen deur. Op de deur ziet ze lichtgloeiende runen staan. Ze loopt terug en vertelt wat ze gezien heeft. Nu gaan Thirza en Xavius naar binnen, maar die kunnen hier niet wijs uit worden en lopen weer terug. Rhoxanne gaat nu kijken en gebruikt haar comprehend language ritueel. Er staat in het Barazhad: "Hier rust de geest van de pyromancer Damatarion. Verstoor hem niet." Rhoxanne gaat weer terug en Xavius onderzoekt de deur met behulp van Thirza, maar kan niets aan deze deur ontdekken. Terwijl hij aan de deur rommelt, horen ze een klik en krijgen ze een lava regen over zich heen. Xavius gaat terug en likt zijn wonden. Thirza heeft enige bescherming tegen vuurschade en doet nog een poging maar dat lukt weer niet. En ze krijgt weer een regen van lava over zich heen. Ze doet nog een laatste poging maar ook die faalt en ook nu weer volgt er een stroom lava regen die ze te verduren krijgt. Ze besluit om terug te gaan.

We gaan terug naar de put en gaan omhoog. We maken Faquaniel los en brengen haar bij kennis zodat ze zelf omhoog kan zwemmen in de put, maar wel tussen ons in zodat ze niet kan ontsnappen. We komen uiteindelijk buiten en merken dat de storm nog harder is gaan waaien. Bomen liggen hier en daar om en de toestand ziet er slecht uit.
Xavius en Thirza gaan snel met de bol naar het Lyceum en Mareri gaat met hen mee. Teymour laten we naar de Wayfarers gaan. Rhoxanne en Valaneah gaan met Faquaniel naar de stadswacht alwaar zij in een cel wordt gezet. Daarna gaan ze meteen naar de tempel van Pelor met de overblijfselen van Detritus. De priesters van de tempel hebben het druk met gewonden van de storm. Ze willen uiteraard wel helpen, maar dan wel morgenochtend. Rhoxanne stelt er wat extra vergoedingen tegenover, waarvoor ze alvast wordt bedankt.
Xavius en Thirza komen bij het Lyceum en worden meteen bij Simeon toegelaten. Ze tonen hem de bol. Hij bestudeert de bol en hij denkt dat er toch een soort tweede device moet zijn, zoals een rod waarover is gesproken, om het proces te beïnvloeden. Hij zegt dat we misschien Lee Sidoneth zijn huis nog eens goed moeten doorzoeken naar aanwijzingen. Xavius vertelt nog over de pyromancers tombe en dat de magiërs dit nog eens kritisch moeten onderzoeken, vooral de teleport-obelisk. Simeon is verrast dat deze tombe ook werkelijk bestaat en hij zal er wat deskundigen op af sturen om verder gevaar af te wenden. Hij lijkt erg tevreden over onze vorderingen en belooft dat het Lyceum voor ieder van ons een item zal maken als beloning. Als we hem vertellen wat we willen hebben, zal hij het trachten te maken.