Aflevering 13

De volgende ochtend ziet Valaneah een boot aan komen, waarin twee heksachtige types staan. In de boot staan staken overeind waaraan schedels hangen. Detritus roept tegen de heksen: "Maak je bekend of we schieten." De heksen vragen wat we in hun gebied doen, de boot drijft ondertussen dichterbij. Thirza zegt vervolgens dat wij niet wisten dat dit hun gebied is. De heksen willen hierover praten en zeggen dat ze een bruggetje toveren vanaf de boot naar het eiland. De ene heks cast wat en er spat een fire burst tussen ons in. De strijd barst los tussen ons en de heksen, een cleric heks en een mage heks. Als Detritus de cleric heks heeft afgemaakt verschijnt er achter ons nog een andere heks en die cast een dikke zwarte mistwolk, het blijkt een druïde heks te zijn. Even later komt er ook een grote krokodil aangezwommen. Als even later de krokodil en ook de mage heks gedood zijn, geeft de laatste heks zich over en biedt ons al hun bezittingen aan. Ze zegt dat ze ons moesten aanvallen in opdracht van Nelebekus, een Half-Orc uit Seaquen. We besluiten om eerst de twee dode heksen te doorzoeken op bruikbare items. We vinden op de mage 30 gp en een leather armor en wel een addergrease armor. Deze gaat naar Xavius, die op zijn beurt zijn armor afstaat aan Detritus. De cleric heeft 80 gp aan gems bij zich en een mace. Dit blijkt een holy healer's mace te zijn en daar is Rhoxanne heel blij mee.

We gaan nu met de heks mee. Het weer is druilerig, het regent en er waait een nare wind. Detritus stapt bij de heks in de boot en de rest volgt haar in de kano's. En na tien minuutjes zegt ze dat we haar hier op een eilandje moeten af zetten, verderop op het eilandje staan de hutjes van de heksen. Maar dat vinden we geen goed idee en ze moet mee naar de hutjes, wat ze onder protest doet. En na enkele minuten komen we bij de hutjes aan. We zien een eilandje met een steiger waaraan wat kapotte kano's liggen. Bij de hutten staan enkele kookpotten en er liggen her en der botten verspreid. Er zijn vier hutten, drie hutten waarin gewoond zou kunnen worden en een soort opslaghut. We stappen uit bij de steiger. In de kano's zien we enkele skeletten liggen. De heks vertelt dat Nelebekus de heksen opdracht heeft gegeven om glazen bollen met kruiden te vervaardigen. In deze bollen zit onder andere het bloed van Humanoids, vandaar hun aanval op ons. De bollen geven bescherming tegen iets. Waarschijnlijk heeft het iets met wind te maken. Een gezant van Nelebekus haalt ze zo nu en dan op en betaalt ervoor. De heks wil er nu toch vandoor en geeft ons de sleutel van de hutten. Maar we eisen dat ze blijft totdat we de hutten doorzocht hebben. Detritus en Rhoxanne blijven bij de heks en de anderen doorzoeken de hutten. In de eerste hut stinkt het behoorlijk naar dood en verderf. De deur wordt geopend, we vinden wat gevulde glazen bollen, kruiden en kommetjes met bloed. Er zijn acht bollen die geheel intact zijn en een paar kapotte. De intacte bollen worden in een kistje gestopt en we nemen ze mee. De geur van de gebroken bollen dringt tot diep in onze neusgaten door. De tweede hut wordt geopend. Ook hier stinkt het weer naar dood en verderf. Dit lijkt het slaapvertrek. Er liggen matrassen gevuld met gedroogd wier en wat kleding waar de maden vrolijk in rondkruipen. Valaneah vindt een pouch tussen de rommel. Er staat ook een half beschimmeld kastje met laden in de hut. In een van de laden ligt een opgerold stuk papier. Voordat Valaneah dit papier kan bekijken klinkt er van buiten een geschreeuw. Twee grote Skeletons komen tot leven uit de liggende resten botten. Detritus is van mening dat dit door de heks is gedaan en snijdt haar de keel door. De ene Skeleton geeft een krijs en er verschijnen wat minion Skeletons en een steviger Skeleton en ook de ander krijst en er volgen nog wat minions.
Na verloop van tijd horen we hulp geroep uit een van de laatste twee hutjes. Als de laatste Skeleton verslagen is stormt Detritus op het hutje af en beukt de deur open. Hij ziet een dame met een rood gewaad aan en rood lang haar. Ze zegt dat ze op ons heeft gewacht, ze schuiert haar jurk af en wil haar spullen zoeken. Thirza roept haar tot de orde en vraagt wie ze is. Ze stelt zich voor als Katrina. Rhoxanne denkt even na en vraagt of ze de zus van Rantle is. Ze bevestigt dit en vraagt hoe het met hem gaat. We vertellen haar wat we over Rantle weten. En dan ze wil toch graag weer haar spullen zoeken. Maar ze moet toch eerst wachten totdat wij alles hebben doorzocht. Het kastje wordt verder onderzocht en Valaneah vindt nog een pouch. Zij kijkt nu wat er in de beide pouches zit. In de eerste pouch zit 2.000 gp aan Shahalesti goud en in de andere pouch zit 600 gp. Tevens kijkt ze nu op het stuk papier en het is een met bloed besmeurde kaart van Dassen met wat teksten waaronder de naam van Nelebekus. Op de achterzijde staat een boodschap. Deze is echter onleesbaar geworden. Katrina mag nu het hutje doorzoeken en vindt wat van haar eigendommen terug. Het laatste hutje wordt doorzocht. Er liggen wat etensvoorraden en wat kleding en een deep-pocket cloak. Rhoxanne geeft Katrina de boodschap die we van Rantle hebben gekregen. Ze leest de boodschap met interesse en ze lijkt wel een beetje teleurgesteld. Ze had verwacht dat hij ook naar Seaquen zou komen. Rhoxanne vraagt of ze Nelebekus kent, maar helaas ze kent hem niet. Katrina vraagt of we nu kunnen vertrekken naar Seaquen. Torrent roept weer dat haast geboden is en Katrina is het hier roerend mee eens. Thirza vertelt dan aan Katrina wie hier de leiding heeft. Katrina beseft dat ze dit toch moet erkennen, maar ze wil graag weg van dit vreselijke eiland. Ze prijst de groep nog even en vraagt dan weer of we kunnen gaan. Maar eerst steken we de hutten in de brand.

We gaan weer verder in de kano's. Het loopt al tegen de middag als we wat gekrijs in de lucht horen. Het is een Wyvern die over het moeras heen vliegt. We herkennen het beest van de vluchten over Gate Pass met Ragesians als berijders. We varen verder en volgen het kaartje van Drerrik. Verderop zien we op een eilandje een Wyvern zitten en vijf Ragesian soldaten die daar een kamp hebben. We willen terug gaan om een andere route te volgen, maar dan worden we gezien door een van de soldaten. We horen schreeuwen: "Halt, wie zijn jullie?" We zeggen dat we handelaren zijn, onderweg naar Seaquen. Ze zeggen dat we ons bij hun moeten melden. We gaan naar de kant en leggen aan. Er liggen hier wat glasschalen op de grond alsof er kapotgeslagen bollen liggen (net zoals die we hebben meegenomen). We vertellen dat we op doortocht zijn naar Seaquen vanuit Shahalesti. Ze willen graag weten wat we gaan doen want het is hier gevaarlijk in de omgeving. We worden aan land gesommeerd. We vertellen dat we wat mensen naar Seaquen begeleiden en wijzen naar Torrent, Haddin en Crystin. Maar we worden niet geloofd door de soldaten. Detritus besluit om er op af te stuiven. De strijd ontbrandt. Xavius wordt geraakt door de lightning battle-axe van de leider en wordt dan omgeven door een blauwe gloed. We strijden heftig en het lot is ons gunstig gestemd en we verslaan de soldaten. We zijn ondertussen wel zo'n beetje door al onze krachten heen. Thirza valt tegen Katrina uit dat ze niet meehielp en Katrina verontschuldigt zich hiervoor met de mededeling dat ze nog niet helemaal bekomen is van haar gevangenneming. Xavius merkt nu dat hij de regen wel voelt maar de wind niet. We strippen de soldaten en vinden 180 gp en wat kapotte bollen. We nemen de lightning battle axe van de leider mee en vinden bij hem tevens een briefje:

We gaan weer verder en komen op een gegeven moment op vaste grond terecht. We weten niet of het nog moerassig wordt, dus besluiten we om de kano's mee te nemen. We zien nu een Knight aankomen met enkele soldaten en in de bomen zien we ook enkele soldaten met kruisbogen op ons gericht. De Knight en zijn soldaten komen op ons af en we wachten tot ze bij ons zijn. Ze hebben Shahalesti armor aan. De Knight zegt: "Bij de rechten van Lord Shaaladel, wat voert jullie door deze landen." Thirza antwoordt dat we op doorreis zijn en hoopt niet dat ze ons net zo dwars zitten als dat Ragesian tuig heeft gedaan, die we net hebben afgeslacht. Hij is verrast dat er Ragesians in de buurt waren en ondervraagt ons. Thirza laat hem het briefje zien wat we gevonden hebben. Hij zegt dat die Guthwulf dus weer bezig is om onrust te zaaien. Thirza vraagt hem nu of hij een Solei Palancis Knight is en ze vertelt dat we er meerdere hebben ontmoet. We vertellen over onze ontmoeting met de dode Torfendar en Eteranth in de Wilg in het brandende bos. Hij vertrouwt ons nog niet helemaal dus moeten we hem overtuigen. We weten uiteindelijk goede argumenten aan te dragen en krijgen ook informatie van de Knight.

Hij vertelt dat hij Thalan heet en tot het detachement van het oorlogsschip Osprey behoort. Het schip is onderweg naar Seaquen om een alliantie aan te bieden tegen de Ragesians. Hij legt ook uit dat het zijn taak is om te voorkomen dat spionnen en geen kwaadwillenden Seaquen binnen komen. Dit is een gebaar van goede wil om Seaquen te beveiligen tegen Ragesian spionnen en dergelijke. Tevens vertelt hij dat hij uiteindelijk de opdracht heeft om een land- en zeeblokkade rondom Seaquen te vormen totdat er een overeenkomst is. Verder vertelt hij nog dat er een vloot van 17 schepen, waaronder de Osprey, onderweg is en dat Admiraal Telshanth directe orders van Lord Shaaladel heeft. De vloot blokkade belemmert weliswaar alle verkeer, maar een aanval op de vloot zal leiden tot een overweldigend antwoord. Ten slotte blijkt dat de leider van de delegatie niemand minder is dan Lady Shalosha, de dochter van Lord Shaaladel.

Inmiddels is Thalan overtuigd van onze goede wil en we kunnen verder. Hij vertelt nog dat het twee uur lopen is naar Seaquen. En we kunnen de boten achterlaten, want we hoeven niet meer te varen. Hij wijst ons de weg en zegt dat we de vluchtelingenkampen maar moeten laten voor wat het is. We vragen nog over de bollen en over Nelebekus. Hij vindt de bollen interessant en vraagt of hij er een paar kan krijgen om te onderzoeken. We geven hem er twee en houden er zes. Verderop komen we een handelaar tegen die vraagt of hij de kano's kan kopen. Hij biedt 5 gp per kano, maar dat vinden we te weinig. We komen uiteindelijk uit op 20 gp per kano.

We zien de contouren van Seaquen. We lopen eerst door een vluchtelingenkamp heen met allerlei houten krotten en tenten en uiteindelijk komen we in Seaquen zelf aan. Het ligt in een baai en ten oosten van de baai ligt het ommuurde Lyceum terrein. Crystin bedankt ons voor de tocht en wil ons niet verder tot last zijn en besluit hier met haar vader samen verder te gaan. Ze zegt dat we wellicht hebben gezien dat haar vader haar domineerde, maar dat was niet kwaadaardig bedoeld en hij is daar onlangs mee gestopt. Hoewel Haddin knorrig blijft, nemen we afscheid van vader en dochter.

Het begint inmiddels tegen de avond te lopen en we zoeken een taveerne op niveau en vragen wat rond. We worden verwezen naar de Harbour Docks. Niet de absolute top maar vlak daaronder. Katrina zegt onder de indruk van onze daden te zijn. Ze zegt dat ze de stad zal gaan verkennen en ons erover vertellen en ons beroemd maken door anderen te vertellen over ons. Ze vraagt nog of we haar pouch hebben gevonden met 600 gp en omschrijft de pouch tot in detail. We hebben begrepen dat Valaneah een soortgelijke pouch in een hut heeft gevonden, maar Valaneah ontkent dit. De rest van ons staart een beetje naar de grond in twijfel. Omdat Katrina geen geld heeft besluiten we om voor haar een kamer te betalen en geven haar 50 gp mee. Voor 100 gp totaal huren we kamers voor ons en voor haar voor een week vooruit. We raken in gesprek met de waard en vernemen het een en ander over Seaquen. We vertellen dat we in het Lyceum moeten zijn bij Simeon. De waard kent de magiërs niet zo goed en er is weinig contact met hen. We gaan naar onze kamers voor de nacht en gaan slapen.

De volgende dag vraagt de waard nog waar we heen gaan. Hij kan ons niet helpen hoe we in het Lyceum binnen moeten komen, laat staan het hoofd te spreken te krijgen. We vertrekken toch naar het Lyceum en komen bij de poort aan en vragen maar naar Dougan Rambausen in verband met een pakje dat we nog voor hem hebben. De bewakers vertellen dat professor Rambausen nu college geeft en niet gestoord kan worden. We worden verwezen naar zijn woning waar hij tussen de middag te vinden is voor de lunch en ze zullen hem vertellen dat wij hem zoeken. We gaan weer weg en gaan rond het middaguur naar het huis van Rambausen. We bellen aan en een oudere vrouw doet open en zegt dat hij er niet is. We vertellen dat we een boodschap voor hem hebben van Erdan Menash uit Gate Pass. Ze zegt dat we deze wel aan haar af kunnen geven. Maar we dringen aan dat het persoonlijk is en uiteindelijk mogen we in een soort wachtkamer op hem blijven wachten. We horen even later iemand aankomen. Met een hoop kabaal knalt de deur open en met luide stem wordt er iets geroepen over wie en wat hem komt storen. De vrouw zegt wat tegen de persoon en deze komt de ruimte binnen, waarbij ook deze deur open slaat tegen de muur aan. Hij stelt zich voor als Dougan Rambausen, Dwergmagiër! Het kan maar beter een goede reden hebben om hem te storen, zo zegt hij. We geven hem het pakje van Menash en plots verandert zijn houding. Hij is blij met een pakje van zijn vriend Erdan en gaat zitten om het te openen en glimlacht als hij de inhoud bekijkt. Hij vraagt of we nog voorwerpen van Dwergen makelei hebben gezien. We vertellen hem eerst dat we Simeon moeten spreken. Hij zegt dat dit niet eenvoudig is, gezien de druk en dreiging op Seaquen. We vertellen vervolgens over het kistje en hij wil het graag zien. We laten hem het doek met de afdrukken zien die we van het kistje hebben gemaakt. Hij is nogal onder de indruk en vraagt waar het kistje is. We vertellen dat we het niet meer hebben, maar dat we de inhoud nog wel hebben. Hij zucht, maar is tevens van mening dat Simeon het boek moet zien. Hij probeert iets voor ons te regelen.

Hij vraagt dan of we ondertussen wat voor hem willen doen. Er zouden wat spullen voor hem per schip vervoerd worden naar Seaquen, maar het schip, de Milesoven, is twee dagen terug op de kust gestrand ter hoogte van het moeras, althans zo luidt het verhaal. We moeten een houten kistje voor hem halen samen met een aantal staafjes van het metaal Talinum. Dit Talinum wordt alleen gedolven in de bergen nabij Yen-ching en zie je niet vaak in Dassen. Hij heeft niet alleen een bestelling gedaan, ook professor Banahman Vett heeft een bestelling gedaan voor een lading exotische dieren. Misschien kunnen we deze opdracht tegelijk uitvoeren als we op zoek naar het schip gaan. Maar omdat Banahman nogal gierig is schrijft Rambausen een briefje voor ons waarin staat dat het allemaal belangrijk is en dat hij niet te zuinig moet zijn. Opvallend is dat Dougan het ondertekent met 'Simeon'. We kijken hem vreemd aan het zegt dat dit indruk maakt bij Vett. Voor zijn eigen opdracht biedt Rambausen ons 300 gp. Thirza onderhandelt nog even en weet er 500 gp van te maken.

We gaan nog even terug naar Torrent in de taveerne en vragen haar mening. Ze vindt het belangrijk dat we met Simeon in contact komen en als dat op deze manier kan, dan moet het maar. Anders kan zij misschien nog wat bereiken via haar oude professor Lee Sidoneth, die ze vast te spreken kan krijgen. We bereiden ons voor op onze zoektocht naar het gestrande schip en verlaten de taveerne.