Aflevering 10

We besluiten om het vlot naar de kant te sturen en te kijken wat we kunnen doen om de Elf te helpen. Thirza hoort iemand zeggen: "Dat is niet zo'n verstandige actie geweest, Tiljann. Kom maar mee terug." Thirza loopt iets dichterbij en zegt: "Ho even, kunnen we helpen?" Het antwoord hierop is: "Bemoei jullie er niet mee. Eén stap verder en we schieten." Tiljann roept nu: "Laten we elkaar niet afslachten. Stop nu." Dude Lee stormt naar voren en wil bemiddelen maar er wordt geantwoord met pijlen. Ook Torrent mengt zich in de strijd. Thirza hoort de Elfen iets zeggen van: "Zijn dat nu die helden die zouden komen? Is het einde dan nu nabij?" Torrent begint met een misser en schakelt zichzelf enige tijd uit. In het heetst van de strijd verdwijnt ineens de leider. Tiljann roept iedereen op te stoppen met bloedvergieten, maar zonder effect. En dan komt de leider plotseling weer tevoorschijn in de buurt van Tiljann en hij grijpt haar, maar Maim maakt hem af en Tiljann is weer vrij. Nu de leider verslagen is en het aantal Elfen uitgedund wordt, duikt de rest het water in en vlucht. Dude Lee springt achter een van de Elfen aan, maar raakt deze kwijt. Tiljann vertelt: "Oh, oh, dit is niet goed gegaan. Het zijn mijn broeders, de Seela. Ze zijn gewoon in de war." Ze stelt zich voor als Tiljann, maar dat wisten we ondertussen al. Wat ze nog vertelt is dat haar broeders tot de groep behoren die willen stoppen met het zingen van het lied, maar dan komt het monster vrij en dat is toch niet goed? Meer wil ze ons nog niet vertellen daar ze ons niet geheel vertrouwt. We proberen nu haar vertrouwen te winnen door onze oprechte bedoelingen uit te leggen. Gelukkig lukt dit na enige tijd en ze vertelt dat ze tot de Seela behoort, een stam ten zuiden van de rivier. Ook het verhaal van Anyariel wordt ons vertelt. Ze was op zoek naar een bijzondere plaats die zij kent van haar dromen. Ze weet niet waar die is, maar daar zou mogelijk de oplossing kunnen liggen. Ze heeft echter nog niets gevonden. Verder zegt ze dat de leider van haar stam Papuvin heet en zijn tweede man heet Vuhl. Er heerst verdeeldheid binnen de stam. De ene groep wil blijven zingen en doet dat al 40 jaar terwijl de andere groep het niet meer ziet zitten en wil stoppen. De groep die ons aanviel was kennelijk een groep rebellerende Seela die ver gaat om anderen te laten stoppen. Er zijn nog maar 15 zangers over die het lied zingen. Als ook deze stoppen met zingen zijn het bos en de Seela verloren en komt de Draak vrij. Ze is op zoek naar hulp om een grotere groep zangers te verkrijgen. De Solei Palancis Knight in de wilg kent ze niet. Mogelijk is dit haar gezochte locatie, maar we vertellen nog niet waar deze is. Ze vraagt ons mee te gaan naar haar stam bij het zilveren meer en nadat we instemmen vliegt ze alvast die kant op.

We gaan weer richting het vlot en er komt een Devil-achtig figuur aan. Hij vraagt of we over zijn voorstel hebben nagedacht. Inmiddels hebben we begrepen dat hij Kazyk heet en gevraagd is om de inhoud van de case te bemachtigen, maar dat hij eerst wil zorgen dat hij uit het bos kan komen en dus vraagt hij of we het lied kunnen laten ophouden. Hij wil er wel bij helpen en daarna kunnen we het over het boek hebben. Hij weet zeker dat ook wij het bos weer willen verlaten en dus kunnen we daar het beste eerst samen aan werken. We vertellen duidelijk dat we zijn hulp niet nodig hebben, waarop hij zucht en verdwijnt met een plof van vuur. We gaan het vlot op en zakken de rivier af richting het zilveren meer.

Na enkele uren zien we een breed zandstrand. Er staan wat houten hutjes en we zien een kampvuur. Aan de rand zit een rotswand met enkele grotten erin. Het is hier iets minder warm en het zicht is redelijk. We horen het lied hier duidelijker en zien even later Elfen op een toren zitten zingen. We zien ook wat Elfen heen en weer lopen. Er wordt plots op een drum geslagen en we zien uit twee grotten twee Elfen aankomen waarvan er een wat ouder is. Tiljann komt ook aanvliegen. De oudere Elf stelt zich voor als Papuvin en de andere als Vuhl. We worden mee gevraagd een hut in. We vertellen wat we de afgelopen tijd beleefd hebben en vertellen over de wezens in het bos die door de vlammen gevangen zijn. Vuhl zegt dat hij ook denkt dat het zingen moet stoppen. Misschien is alles dan verloren, maar de meeste Elfen zijn na 40 jaar op zoek naar rust. Na een kort gesprek meldt Papuvin dat hij en Tiljann nu moeten gaan zingen. Hij zegt dat we rustig in het dorp kunnen rondlopen en met de anderen kunnen praten, waarna hij vertrekt richting de toren. Ook Vuhl gaat terug naar zijn grot. We lopen wat rond in het dorp om informatie in te winnen. Na een paar uur hebben we het een en ander opgevangen:

We vragen waar Gwenvere zich ophoudt. Zij zit in een grove ergens ten zuiden van het meer. We informeren nog even of de Seela potions tegen het vuur hebben, maar helaas. Ze hebben zelf een goede weerstand opgebouwd. Ze kunnen echter niet tussen de brandende bomen lopen, daar dit teveel van het goede is. Op het strand zijn we wel veilig tegen de hitte van het vuur. We besluiten om eerst bij Gwenvere langs te gaan. We mogen een kano gebruiken en daarmee kunnen we er snel zijn. Thirza stelt voor om een offer voor Gwenvere mee te nemen en we krijgen wat vis mee.

We gaan het meer op en een kwartiertje later zien we een eilandje (de grove). Het ziet er hier beter uit dan aan de andere kant van het meer. Het straalt een soort rust uit. De bomen op het eilandje staan net als elders ook in brand en ook het riet erlangs smeult. We vinden een plekje waar we veilig aan land kunnen gaan. We zien geen ingang of iets dergelijks. Thirza roept: "Gwenvere we komen met een offergave." Even later zien we een griezelig uitziend hoofd boven water uitkomen. Maim roept: "Wilt u een visje?" Ze komt voorzichtig aan land en ze kijkt omhoog en zegt: "Och lieve, zijn er jaloerse figuren gekomen om onze schoonheid te zien?" en ze steekt haar handen uit. Thirza geeft de vis waarop de Hag weer naar boven kijkt en met een sissende stem zegt: "Zijn ze hier om ons te verleiden met dit offer om ons daarna te beroven? Spreek de waarheid of sterf." We krijgen de indruk dat ze vroeger een bepaalde schoonheid moet hebben gehad. We weten haar uiteindelijk te overtuigen dat we goede bedoelingen hebben en leggen uit wat we weten. We zien dat er tranen over haar wangen rollen en in het water vallen. Het water wordt op die plekken kraakhelder. Met een trillende stem zegt ze: "Ben ik dan zo blind. Mijn verdriet om Anyariel is puur, maar mijn handelen niet. Wat heb ik gedaan? Heb ik mij dan helemaal de verkeerde kant op laten gaan? Zeg tegen Timbre dat ik stom ben geweest en mijn plicht heb verzaakt. Het probleem moet nu opgelost worden. Ik vertel jullie nu van mijn shrine. Neem daar de spullen mee die jullie nodig hebben en praat met Timbre om het probleem op te lossen. Ik ben zwak en moet eerst iets anders doen, maar daarna zal ik doen wat ik kan." We vertellen ons probleem met het vuur en omdat ze vroeger de shaman van de stam was, blijkt ze in staat ons nog een bescherming tegen het vuur te geven, waarna ze uitgeput lijkt. Ze zegt dat er haast is om het probleem op te lossen. Zij wijst ons op een rotswand aan de overzijde en waarschuwt op te passen voor de spiegel, waarop ze vertrekt naar Nelle de Eenhoorn. Als ze het water in zwemt laat ze een spoor van kristalhelder water achter. We steken het water over naar de rotswand en zien een grot. We kunnen maar net rechtop staan en komen in een grote ruimte uit. Er staat een stenen beeld, kennelijk van Anyariel, en een spiegel met een lijst van botten. Het beeld weerkaatst in de spiegel. Om het beeld zit een lange lok haar gedrapeerd. Dude Lee hangt een doek over de spiegel. De spiegel zou namelijk beveiligd kunnen zijn. Maim onderzoekt het een en ander en denkt dat er inderdaad een beveiliging op zit. Hij probeert de beveiliging te ontmantelen, terwijl de overige leden de grot uitgaan. Detritus blijft er bij en roept de anderen weer als Maim klaar is. Hij vindt een compartimentje waarin een zak met gems, een tattoo, een scroll en handschoenen zitten. Thirza heeft wel belangstelling voor de handschoenen en ze krijgt ze natuurlijk. We discussiëren over wat we moeten doen met de lok haar. We durven er niet aan te komen en laten hem zitten. Ook de doek blijft over de spiegel.

We varen terug naar het dorp. Als we aan Papuvin vragen waar we Timbre kunnen vinden vertelt hij ons dat Timbre door niemand gestoord wil worden. Ze heeft zich teruggetrokken en leeft afgesloten. Ze verblijft in een grove circa twee uurtjes in noordelijke richting lang het kleine stroompje. We moeten haar toch zien te spreken en gaan op pad. We volgen de aanwijzingen en komen bij een open plek waar een indrukwekkende wilg staat. De wilg is omgeven door een aura en straalt een cirkel van licht uit. Twee brandende herten en twee Boars lopen binnen de cirkel rond de wilg. Ze vallen aan op het moment dat Torrent de cirkel binnen loopt en Timbre roept. We weten ons te ontdoen van de beesten en roepen nogmaals om Timbre. We zien wat bladeren ritselen in de boom, maar verder niets. We roepen nog een paar keer maar krijgen geen reactie. Ook het noemen van Gwenvere's spijt en inzicht heeft geen effect. We lopen dichter naar de boom en voelen hier het aura van de boom. Het lijkt wel of het hout lijkt te leven, maar we komen niet verder. We bedenken dat we toch de haarlok nodig hebben. We halen de lok op en als we na enkele uren terugkomen zien we weer vier beesten staan. We besluiten om buiten de cirkel te blijven en met de lok te wuiven en te roepen. Dit heeft effect en we zien de boom veranderen en een gedaante uit de boom komen. Ze gebaart naar de beesten en deze gaan opzij. Thirza wil naderen, maar ze houdt haar hand op ten teken dat we de cirkel rondom de boom niet in mogen. We vertellen over de ontmoeting met Gwenvere en we vertellen dat zij naar Nelle is gegaan. Timbre vertelt dat ze al eeuwen bij de eerste boom leeft, maar dat deze aan kracht verliest. Zelfs het levende hout van de boom alleen is niet genoeg om de vloek op te heffen. Wij willen wel helpen. We overtuigen haar van onze bedoelingen en ze gelooft dit. En wederom is haast geboden. Timbre vertelt ons het volgende:

De eerste boom van Innenotdar is geplant door een gouden Draak genaamd Syana en gezegend door de Deity van het bosleven. In deze pas zijn de wereld van de Feywild en de Material Plane bijeengekomen en zijn de Seela ontstaan. Het zijn deze Fey kinderen die de bewaarders van het bos zijn met invloeden van de Draak die hun moeder heeft geplant.

De oudste verhalen vertellen hoe de Seela het lied hebben geleerd van de rommelende aarde in grotten diep onder het bos en hoe de Draak het lied magische kracht gaf om het bos te beschermen. Timbre zelf is een product van het lied, een lang geleden ontwaakte geest uit het onderbewustzijn van het bos.

De schoonheid van het lied trok ook de aandacht van andere Elfen die zich hier vestigden en leefden in harmonie. Ze waren de schakel tussen de Seela en andere rassen die door het bos trokken en dreven handel met ze.

Een Elfen krijger genaamd Anyariel streek neer in de vallei ten tijde van de dreiging van de Shahalesti. Timbre gaf om de Elf en begon van haar te houden. Ze gaf hem een geschenk, een levend zwaard gemaakt van het hout van de eerste boom. Daarmee leidde Anyariel de kruistocht tegen de Shahalesti en dreef hen terug. De dreiging was voorlopig geweken. Daarmee werd hij een beschermeling van het bos.

Enkele jaren later belandde door onbekende oorzaak een wezen in het bos waarmee de dood werd uitgesloten. Aanvankelijk alleen voor de Seela, maar later voor alles en iedereen in het bos. De verstoring van de balans en ernst van deze vloek werd al snel duidelijk. Anyariel trok ten strijde tegen het monster en pinde het vast, maar raakte dodelijk gewond en verloor haar leven omdat zij geen Seela was. Zij was er niet meer om ten strijde te trekken tegen de aanstichters van de brand kort daarna.

De Seela zijn verbonden met de eerste boom. Deze zal wellicht verloren gaan door de jarenlange brand als de vloek wordt opgeheven, maar het levende zwaard bestaat nog steeds en is onder water grotendeels buiten de invloedssfeer gebleven. Het zwaard kan alleen leven als zij gebonden is aan een levend wezen. Nu is dat nog Timbre, maar zij verwacht te sterven als de vloek wordt opgeheven, zo is haar bijzondere lot. Zij wacht op het moment dat zij met Anyariel in het hiernamaals herenigd zal worden.

Timbre wil haar band met het zwaard opheffen als diegene die de haarlok heeft het uit het monster trekt, maar daarmee zal deze tevens bevrijd worden. Timbre verwacht dat het monster nog verzwakt zal zijn door zijn jarenlange gevangenhouding.

Het bos zal afbranden, maar zolang de drager van het zwaard leeft, leven ook de Seela. Het zwaard moet gebruikt worden om vanuit de aarde nieuw leven te doen opkomen en dan willen de Seela zich binden aan de nieuwe eerste boom.

We moeten snel handelen, maar hoe precies. Timbre gaat met ons mee om te helpen. We gaan terug naar het dorp en onderweg denken we na over hoe we dit probleem moeten oplossen. We hebben een paar opties:

Het laatste lijkt ons de beste optie. Maar wie gaat dit doen? Timbre was ooit gebonden aan het zwaard en kan dit niet opnieuw. Bovendien is haar einde nabij zegt ze. Papuvin lijkt ons te oud en te zwak. Niemand van ons voelt zich geroepen zo'n zware last te dragen. Vuhl lijkt de beste kandidaat.

In het dorp aangekomen vragen we aan Vuhl eerst nog even over zijn uitstapjes buiten het bos. Hij vertelt dat hij een droom heeft gehad over een bijzondere plek in het bos en dat hij uren, zo niet dagen heeft gezocht naar die plek, maar hem niet heeft kunnen vinden. Misschien bedoelt hij de Shrine van Anyariel in de wilg? Hoe dan ook, we vertellen Vuhl over de lok van Anyariel en het levende zwaard en we vragen of hij de verbintenis met het zwaard wil aangaan door deze uit het monster te trekken. We gaan wel met hem mee en zeggen dat Timbre op ons wacht. Vuhl denkt even na en gaat akkoord. Hij zegt dat hij ons nog een beetje extra bescherming kan geven en voert een bezwering over ons uit. Hij bindt de haarlok om zijn arm en we gaan met een kano het meer op in de richting waar het monster moet liggen. Ook Timbre heeft zich bij ons gevoegd. Even verderop zien we een groot smeulend hert vastgepind op de bodem liggen. Vermoedelijk steekt het zwaard dwars door zijn hart. Het is er enkele meters diep en we duiken omlaag. Vuhl zwemt iets verder, zet kracht en trekt met een machtige beweging in één keer het zwaard uit het smeulende hert. Indomitability schokt en komt tot leven en we vallen aan. Meteen daarna zien we Vuhl met het levende houten zwaard naar Timbre zwemmen en we zien een grimmige grijns op zijn gezicht verschijnen. Hoewel er onder water niet echt gepraat kan worden, dringen de geluidloze woorden maar al te goed tot ons door: "Jouw dood komt nu Timbre!" en Vuhl steekt het aan hem gebonden zwaard dwars door Timbre's hart, die op slag dood is. Haar levenloze lichaam zweeft nu in het water en we zien Vuhl lachen. We beseffen dat we een foute keuze hebben gemaakt, maar kunnen nu niet opgeven. We zien dat Vuhl en Indomitability wat met elkaar communiceren. Indomitability valt ons niet aan maar zwemt rechtstreeks naar het strand. Ondertussen proberen wij hem zoveel mogelijk te raken. Vuhl bekijkt het van nabij, en valt ons ook niet aan. Indomitability heeft inmiddels het strand bereikt en valt alle Seela aan die zingen. We zien de bui al hangen en focussen ons zoveel mogelijk op het verslaan van Indomitability voor het te laat is.

Ondertussen verandert Vuhl in een groot donker beest met veel tentakels en lijkt zich ermee te gaan bemoeien. We horen hem zeggen: "Doe je werk broeder." Indomitability weet inmiddels, zij het gewond, op de toren te komen en slacht daar de zingende Seela af. Thirza weet hem er weer af te teleporteren. Vuhl grijpt Dude Lee en raakt verstrengeld met hem waarna hij verandert in een kopie van Dude Lee hetgeen alles alleen nog maar complexer maakt. Enkele van ons weten ze toch te onderscheiden en vallen Vuhl aan, maar deze blijkt bijna onmogelijk te raken. Indomitability weet de laatste Seela's op de toren af te maken en het geluid van het zingen sterft weg. Het branden van het bos houdt plots op. De bomen kraken, maar vallen niet om. Het voelt alsof het leven hier op het strand weg ebt. Indomitability verandert van een brandend hert in eenzelfde beest als Vuhl, zij het iets kleiner. Thirza weet de zwaar gewonde Indomitability alsnog af te maken. Rhoxanne zwemt terug naar het lichaam van Timbre en weet het zwaard te bemachtigen. Ondertussen probeert de rest Vuhl te verslaan, maar dit schiet niet op. Rhoxanne zwemt terug en geeft het zwaard aan Detritus, die hiermee probeert Vuhl af te maken. Hij raakt hem wel, maar het haalt niets uit, waarschijnlijk als gevolg van de binding die Vuhl heeft met het zwaard. Vuhl grijnst en met een ruk trekt hij het zwaard uit Detritus handen en verdwijnt in het meer. We weten dat hij geen partij voor ons is en dus volgen we hem niet.

Papuvin en Tiljann komen naar ons toe en we schrikken van hun toestand. Hun ogen liggen diep in hun kassen en hun bewegingen zijn verre van vloeiend. We zien de kracht uit hun lichamen wegtrekken. Papuvin zegt: "Ons einde is nabij. Jullie hebben je best gedaan maar er zijn verkeerde keuzes gemaakt. Hoe anders had het kunnen gaan. Wij trekken ons terug in de grotten en hoewel we denken dat het bos zal herleven, geldt dit niet voor ons. Het beest dat bezit heeft genomen van onze Vuhl beschikt over ons lot en dat zal niet goed zijn. We verwachten de ochtend niet te halen. Herinner je de Seela als een goed volk en laat onze naam voortbestaan."
Tiljann vertelt met een gebroken stem dat ze graag mee naar Seaquen was gegaan om meer van de wereld te ontdekken. Bedroefd neemt ze afscheid en loopt weg richting de grotten. Met een verslagen gevoel trekken we ons terug uit het dorp. Dude Lee wil graag Torfendar de Solei Palancis Knight een waardige begrafenis geven en zijn schedel naar Eteranth brengen. We zijn uitgeput en gaan eerst slapen nu dat in het bos kan en daarna gaan we naar het huisje van Khadral waar de grotten vlakbij zijn om te zien hoe het met hem gaat.

We staan uitgerust op en het lijkt er op alsof het bos zich gaat herstellen. Minieme grassprietjes lijken op te komen en de bomen lijken iets aan veerkracht te winnen. Toch zijn we niet in een hoera stemming. Een heel volk is verloren gegaan en we staan er nog even bij stil. Later komen we bij het huisje van Khadral aan, maar hij is er niet. Hij lijkt al een poosje hier niet meer geweest te zijn en we gaan dan maar naar de grot. In de lange gang zien we zien een aantal dode Goblins liggen die aan hun verwondingen zijn overleden. We vinden even verderop de restanten van het lichaam van Torfendar, maar zijn schedel ligt er niet meer. We gaan de grot verder in en zien nog een paar Goblins liggen en verderop vinden we een dubbele wand met daarachter een ruimte die we eerder niet hebben gezien. We gaan deze in en zien een altaar en iets dat lijkt op een portal. Mogelijk nog actief want het straalt een zachte gloed uit. Het altaar zit onder het bloed, maar er ligt niemand op. We zien nog meer dode Goblins liggen en ditmaal lijken het shamans te zijn. Ook zien we een rugzak op de grond liggen en even verderop zien we het bebloede lichaam van Khadral liggen. Hij blijkt aan zijn verwondingen te zijn gestorven. Zijn we nu ook al te laat? Hebben we ook hier een verkeerde keuze gemaakt? De moed zinkt ons in de schoenen. We onderzoeken de portal en deze lijkt maar één richting op te gaan (van elders naar hier). De rugzak is van Khadral, er zitten voorraden in en wat gebroken flesjes met potions die we herkennen als bescherming tegen vuur. De Goblins zijn vermoedelijk van de stam waar we het journaal van hebben gevonden. De schedel van Torfendar treffen we om de nek van een van de Shamans aan. We nemen de schedel mee en begraven Khadral en de restanten van Torfendar op eerbiedige manier buiten de grot en brengen de schedel naar Eteranth. Hij bedankt ons en we worden nu binnengelaten met de mededeling nergens aan te komen. In de ruimte onder de boom staat een beeldje van Anyariel, dat lijkt op die bij Gwenvere. We zien een dode man op de grond liggen en hij wijst naar het beeldje. De man lijkt door een gevecht om het leven te zijn gekomen. Verder zien we niets bijzonders en weten we niet precies wat we ermee aan moeten. We verlaten de Shrine en denken er over om verder te gaan naar Seaquen.

Dude Lee geeft te kennen dat hij nog iets wil bijdragen aan het bos en de Seela, hoewel hij op dit moment geen idee heeft van hoe of wat, maar als hij nog een tijdje in het bos zou blijven, dan kan hij misschien toch nog iets betekenen. Hij droomt ervan dat het water in het bos weer kristalhelder wordt en dat hij zich mee kan laten voeren op de stromende rivier en wat voor goeds nog meer. Onverwacht blijkt Maim geroerd door dit verhaal en hij wil zich aansluiten bij Dude Lee. Of zou hij heimwee naar Gate Pass hebben? Hoe dan ook, beiden besluiten hier te blijven en nemen hun intrek in het huisje van Khadral. We nemen afscheid van elkaar en de rest gaat verder richting het land Dassen om uiteindelijk in Seaquen aan te komen.