Aflevering 09

We gaan op zoek naar de wilg en na enige tijd zien we hem staan. Deze boom lijkt niet aangetast door het vuur. We zien een kleine opgedroogde poel in de buurt waar stenen boven het wateroppervlak uitsteken als looppad richting de wilg met aan het eind een altaar. Dude Lee kijkt naar de wilg en hij onderzoekt de boom. De grote wilg is al eeuwen oud en er staan wat oude boomstronken in een cirkel omheen. Het lijkt wel alsof de wilg te maken heeft met het altaar, een soort van heilige plaats. Dude Lee besluit om naar het altaar te lopen. Hij hoort wat geritsel vanuit de boom te komen, maar hij ziet niets. Dan hoort hij een geluid alsof er een ritueel uitgesproken wordt. We zien vanuit de boomstronken wat ondode Elfen komen, waarschijnlijk opgeroepen door iets tussen de takken van de wilg. Vanachter de boom komt er ineens een Fey panter aangestormd in de richting van Dude Lee, maar gelukkig mist deze en springt langs hem heen. Direct daarop springt er vanuit de boom een ondood gedrocht, een Ghast die een afschuwelijke stank verspreidt. Maar na een fel gevecht weet Detritus de laatste ondode Elf warrior af te maken. Dude Lee bekijkt de boom nog een keer van dichtbij en ziet de contouren van wat een soort deur zou kunnen zijn. Rhoxanne kijkt eens naar de deur en denkt dat deze moeilijk te openen is, maar Maim weet de deur toch open te peuteren. Hij kijkt naar binnen en ziet een trap omlaag.

Dude daalt af en hoort iemand zeggen: "Hè, hè, dat is een tijd geleden." Er komt een grote krijger de trap op gelopen, gehuld in plaatstaal met een gevaarlijk uitziend greatsword op zijn rug. Hij zegt: "Lang geleden dat ik geroepen ben. Laten we naar buiten gaan in het zonlicht." Daar aangekomen rekt hij zich uit en kijkt plots verschrikt om zich heen en zegt: "Wat is hier gebeurd, hoe kan dit?" Daarnaar gevraagd stelt hij zich voor als Eteranth. Hij is een Eladrin Knight en door de goden aan deze plaats gebonden als beschermheer van de Wilg. Hij vraagt zich nogmaals af wat hier gebeurd is en we leggen hem uit wat we weten. Hij heeft dus blijkbaar 40 jaar in de boom gezeten! Op zijn armor zien een badge die lijkt op de badge die we eerder hebben gevonden van de Solei Palancis. We vertellen dat we een andere Knight hebben gevonden van de Solei Palancis. Hij vraagt of hij de badge eens mag bekijken en na enige nadenken zegt hij dat deze van zijn broeder Torfendar moet geweest zijn. Hij is zelf ook een Solei Palancis Knight. Hij vraagt naar onze missie. Thirza laat het briefje zien over de mensen onder de wilg, maar hij zegt dat hij alleen personen mag binnen laten waarvan hij overtuigd is dat zij goede bedoelingen hebben. Hij schat in dat wij wel van goede aard zijn, maar zeker weet hij dat nog niet. Hij blijkt bijna niets te weten over deze mensen en wat er de afgelopen jaren gebeurd is. Hij vraagt weer naar Torfendar en vraagt of wij hem hebben begraven. We vertellen dat hij rust in een grot. Hij acht het noodzakelijk dat Torfendar waardig begraven wordt en dat zijn schedel naar hem gebracht wordt zodat zijn geest op de juiste wijze rust kan krijgen. Hij vraagt ons of wij willen helpen omdat hij gebonden is aan deze locatie. Uiteraard zal hij ons daarna tot de boom toelaten. Wij vertellen dat wij op een missie zijn om het bos te redden en proberen uit te leggen dat we weinig tijd hebben. Hij probeert ons te overtuigen van het belang van een goede begrafenis voor zijn broeder en dat het vast goed komt met onze missie. We vragen hem nog iets meer te vertellen over Torfendar. Hij zegt dat deze in het kasteel van Lord Shaaladel opdracht kreeg tot een diplomatieke missie in het bos, maar dat Aurana hem daarna heeft ingefluisterd dat hij ook zijn andere missie niet moest vergeten. "Ik zag dat Torfendar teleurgesteld keek, maar heb er verder niet naar gevraagd. Helaas is dit zijn lot geworden." We wegen het een en ander af en besluiten hem niet te helpen, waarop hij zich teleurgesteld terugtrekt in de boom en wij hier gaan rusten.

De volgende ochtend worden we weer fris maar warm wakker. We nemen de laatste potions in en willen op weg naar het zilveren meer, maar Crystin slaapt nog. We schudden haar wakker en dan vertelt ze dat ze gedroomd had over de Knight en ze vertelt dat het een machtig man is. Ze was in haar droom bezig om de Knight te helpen. Daar onze overtuiging toch groter is om eerst het bos te redden, besluiten we om een vlot te bouwen om de rivier af te zakken. Bij de brug aangekomen vragen we ons af welke kant we eigenlijk op moeten? Noord of zuid? De instructies van de Draak zijn niet compleet en we hebben er ook niet naar gevraagd. We besluiten met de stroom mee te gaan en gaan dus naar het noorden. Thirza kijkt in het water en ziet allemaal Draconische energie lijnen lopen die uit het zuiden lijken te komen. Rhoxanne ziet onderweg aan de oever allerlei takken en bladeren liggen die met de stroming zijn meegedreven maar ook wat bladeren en aanslag die tegen de stroom in lijken te zijn ontstaan, vreemd.
Na enkele uren peddelen komen we bij een sereen poeltje en we zien een prachtige waterval. Ook zien we een klein strandje waarachter enige grotten lijken te zijn. Maim kijkt eens goed en het lijkt wel of hij daar een wit hert ziet staan. We gaan er heen en op het strandje aangekomen zien we dat het een Eenhoorn is.

Thirza loopt voorzichtig naar de Eenhoorn en groet het beest. De Eenhoorn houdt wat afstand en vraagt wat ons hier brengt. De Eenhoorn is vermoedelijk al oud want hij ziet er toch wel grijzig uit en ook zijn hoorn ziet er verweerd uit. Thirza vraagt over de Draak. De Eenhoorn vraagt: "Welke Draak?" We realiseren ons dat we hem nooit naar zijn naam hebben gevraagd en met enige schaamte omschrijven wat we weten over de Draak. De Eenhoorn zegt dat dit Indomitability moet zijn geweest. Hij vertelt ons wat hij weet uit zijn dromen over de Draak. De Draak zou zich het kind van Trilla hebben genoemd. Ook kwam het steeds op een Trillith, wat het ook moge zijn. Thirza weet zich te herinneren dat Trilla de naam is van een zeer jonge gouden Draak die was gevangen door Drakus Coaltongue lang voordat hij keizer was en die door hem gebruikt werd om de moeder van de Draak opdrachten voor hem te laten doen. Thirza vraagt hoe de Eenhoorn heet. Hij stelt zich voor als Nelle. Hij vertelt dat deze plaats de monding van de rivier wordt genoemd en dat het zilveren meer de andere kant op is. Op de vraag wat de zilveren tongen zijn, vertelt Nelle dat het de Seela zijn die het lied zingen. Het klonk vroeger vrolijk, maar nu klinkt het droevig. Deze Seela houden de Draak gevangen in het meer. De sleutel van het probleem moet bij het meer liggen. In de grotten achter Nelle liggen slachtoffers die ook bevrijdt moeten worden van de problemen door het Fire Forerst. We leggen hem ons probleem uit en hij kan ons geen potions tegen het vuur geven maar hij kan wel een magische bescherming over ons uitspreken. Tevens vertelt hij dat de makkelijkste weg om naar het meer te gaan is door te wachten tot de stroming de andere kant op gaat. Het ondergrondse stromingsstelsel maakt dat dit soms per dag wisselt. We vragen hem over de Solei Palancis Knight, maar die kent hij niet. We laten hem het briefje lezen over de wilg. Dit moet van de hand van Bhurisrava zijn, de priester die de slachtoffers van het bos hier heeft gebracht en gevraagd heeft hierover te willen waken, maar het uitzicht is niet goed en hun geesten willen rust, vandaar dat iemand het probleem bij het meer moet oplossen. We besluiten om op de volgende dag te wachten daar dan de stroming wellicht naar het zuiden gaat. We gaan rusten in de grot alwaar we achttien Elfen zien liggen, ze smeulen door het vuur en dit blijkt al jaren door te gaan.

De volgende ochtend vertelt Crystin dat ze een hele vage droom heeft gehad:

De bebloede muren zitten vol leven en de harten van mens en dier
zijn erdoor vervuld met vuur.
Het masker is blootgelegd en met de bevrijding van de
geest keert de energie van de wereld terug.
Het voorjaar ontwaakt bij de laatste vlucht van de Feniks en het land zal feest vieren.

Dude Lee herkent hier wat in. Het is een stuk uit een lied van de leden van het Aquiline Heart. Torrent zegt dat dit tegen Simeon in het Lyceum vertelt moet worden. We gaan richting het zilveren meer en springen op het vlot. Na enkele minuten merken we dat het omringende vuur erg heet wordt en we zuchten dat we vergeten zijn om Nelle te vragen ons te beschermen tegen het vuur. We weten nog terug te komen en Nelle helpt ons zodat we een dag beschermd zijn. We varen verder en komen na enkele uren weer bij de brug aan. We horen in de verte een lied zingen. Even later zien we een Elfachtig wezen aan komen vliegen. Ze heeft in de ene hand een speer en in de andere een fluit en het gezang komt bij haar vandaan. Ze landt op de brug en kort daarna komt er een groep Elfen aangevlogen met alleen een speer in hun hand en ze omsingelen de eerste Elf en heffen hun speren op in haar richting. Het ziet er vijandig uit.