Aflevering 08

Detritus vraagt aan de Draak wat we moeten doen om hem te redden.

"Beëindig het lied van de diepte, het lied van ergernis en eeuwige waakzaamheid. Stil de veertig tongen die mij hier houden en zichzelf verdoemen met mijn eeuwige vuur."

Zo luidt het antwoord. Detritus vraagt waar wij heen moeten om hem te vinden. Hij zegt:

"Rust jullie lichaam in de ruïnes achter de brug en volg de rivier tot aan het zilveren meer. Daar wordt ik gevangen gehouden, bevrijdt mij."

De ogen worden wat zwakker, misschien kunnen we nog een vraag stellen. Thirza vraagt wie hem gevangen houden. "De veertig tongen," is het antwoord. We kunnen geen vragen meer bedenken en de ogen verdwijnen samen met het vuur om ons heen. We zien de brug en het torentje weer en lopen in die richting. We zien een stevige stenen brug met een zijvertakking. Op deze vertakking staat een torentje van circa drie verdiepingen. Ongeveer 1,5 a 2 meter onder de brug stroomt het water. Thirza loopt naar de oever en voelt eens of het water warm is, maar dat valt mee. Het torentje ziet er oud uit, maar is niet in slechte staat. Het ziet er wel verweerd uit door de roet van het vuur uit het bos. Maim bestudeert de deur van het torentje, geflankeerd door Dude Lee. Het lijkt wel of de deur beveiligd is. Op dat moment hoort hij van onder zich een klik. Een losse steen? Een stukje terug op de brug verschijnen er een tweetal Elementals van vuur. We worden kennelijk als indringers gezien en ze vallen ons aan. We vechten terug en het gaat redelijk. Detritus wordt echter op een gegeven moment door een flinke uithaal van een Elemental over de rand van de brug geworpen en verdwijnt in de diepte. De rest van de groep weet dat hij gewoon kan ademen onder water, dus misschien heeft hij een kans… Ondertussen verslaan wij een van de monsters. Detritus komt na enige tijd verderop weer de kant op gekropen en het water stroomt uit zijn scharnieren naar buiten. Nadat Dude Lee de tweede Elemental heeft afgemaakt is het gevecht ten einde en kunnen we ons weer op het torentje concentreren.
Maim weet de deur van het torentje van de beveiliging te ontdoen en te openen. We kijken naar binnen. Het lijkt wel een barak. We zien een tafel en een stoof staan, enige wapens liggen op de vloer en een paar matrassen liggen op de grond. Overal zit roet op dat door de uitkijkopeningen is binnengedrongen. Er liggen twee uitgemergelde lijken van soldaten op de matrassen. Rhoxanne onderzoekt de lijken. Ze lijken door uithongering om het leven gekomen te zijn en dus niet door de hitte of een gevecht. Rhoxanne vindt nog een klein sleuteltje op een van de lijken. Detritus onderzoekt de stoof, deze is leeg. Verderop in de ruimte is een trap naar boven. De trap ziet er nogal gammel uit. Maim probeert boven te komen, maar dit lukt hem toch niet en de trap stort in. Maar met een tweede poging komt hij dan uiteindelijk boven. Hij ziet hier een soort woonruimte. Er zitten schiet- en uitkijkgaten in de muren. Er staan boekenkasten en in het midden staat een tafel waarop een houten maquette van een dorp staat. De overige groepsleden komen nu ook naar boven, waarbij Rhoxanne er wat moeite mee heeft en zich gemeen stoot. Dude Lee vindt in een van de kasten iets dat lijkt op een dagboek, doch in een taal die hij niet kent. Thirza herkent dit als Elfenschrift. Niet alles is goed leesbaar maar de laatste bladzijden wel. Het dagboek is een triest relaas over een groep Elfen, dorpsgenoten, die onder de wilg in een kelder zaten en bevrijd werden, maar uiteindelijk heeft niemand het overleeft. De laatste overlevenden stierven hier in het torentje.

We overleggen met elkaar wat we weten van Anyariel. Zij was een held van het Innenotdar Forest. Een heilige krijger die gestorven was enige jaren voordat het bos veranderde in het Fire Forest. Zij was een vriendin van de bosfeeën en gezegend door het bos. Ze had vele malen tegen het kwaad gevochten om het bos te beschermen door gebruik te maken van haar magisch zwaard. Een magisch houten zwaard, gemaakt om vele monsters te verslaan waaronder een kwade krijger van Ragesia en een destructieve Golem van witte klei.

We gaan weer verder op onderzoek uit en zien verderop nog weer een trap omhoog, ook deze trap is gammel. Bovenaan de trap zit een deur. Maim weet deze trap in één keer te bestijgen. Hij bekijkt de deur en er zit een slot in. Rhoxanne gooit het sleuteltje omhoog dat ze gevonden heeft op een van de lijken. Maim opent hiermee het slot en ziet een soort wapenkamer annex schietkamer. Iedereen komt nu naar boven. Er liggen bogen, kruisbogen en stapels pijlen en kruisboogschichten op de vloer. Halverwege de ruimte zit een muur met een deur in het midden. Maim weet het slot van de deur open te peuteren en Dude Lee opent hem. Hij ziet wat kratten en tonnen staan en een afgesloten kist. Maim probeert de kist te openen, maar dan gaat er een beveiliging af. Een wolk gas spuit uit de kist en Maim kreunt van de pijn. Er ligt een pouch in de kist en allerlei losse paddenstoelen en kruiden, maar deze zijn verschrompeld en vermoedelijk waardeloos. In de pouch zit voor 1800 gp aan gems. In de kist zit tevens nog een kleine case met een gezicht erop getekend, dat slaapt. Er staat een tekst op:

"Wan to sleep-see big Firemaker. No take too or make sleep with fathers."

Rhoxanne spreekt een ritueel uit probeert daarmee de tekst beter te begrijpen.

"Neem je er één dan krijg je een droom waarmee de Firemaker verschijnt, neem je er twee dan kun je sterven."

We openen het kistje en zien een zijden zakje met daarin zeven grote zwarte zaden in de vorm van een boon, iets van droomzaden. Zonder verder plan besluiten we er een te proberen en Thirza slikt een boon in. Ze zakt door haar knieën op de grond, kennelijk in slaap…

Je vliegt boven de materie. Je ziet familie en oude vrienden. Prettige gevoelens plots gevolgd door gruwelijke flitsen van bloed en zwaarden in Gate Pass. In de verte hoort je vaag het gezang van bezorgde Elfen. Je voelt continue iets dat zich in de schaduwen van je bewustzijn bevindt. Je droomt verder… Er verschijnt een zilverblauwe Slang met kenmerken van een Draak. Hij vliegt op je af en haalt uit met zijn staart…

Wij zien Thirza af en toe te stuiptrekken, maar niet ernstig. We besluiten om het hooguit een uur aan te zien en haar anders wakker te schudden. Na ongeveer tien minuten geeft ze een schreeuw en lijkt weer verder te slapen. Wij zien nu een Draakachtig wezen in de ruimte verschijnen. Glimmend blauw met gek genoeg een hertengewei op zijn kop. Rhoxanne vraagt aan het wezen of hij de Firemaker is, maar ze krijgt geen antwoord. Het wezen valt aan. Het is moeilijk te verslaan temeer daar Thirza ons nu niet kan helpen. Het wezen heeft kennelijk ook een slaap oproepende spreuk want Maim valt plots bewusteloos neer. Detritus schopt Maim en hij komt weer bij. Maar nu valt Rhoxanne bewusteloos neer. Maim schopt tegen Rhoxanne aan en zij komt ook weer bij. Rhoxanne besluit nu om Thirza wakker te schoppen daar ze denkt dat de slaap van Thirza te maken heeft met de verschijning van het wezen. En op het moment dat Thirza ontwaakt verdwijnt het wezen. Thirza vertelt over haar droom. We besluiten de zaden te laten voor wat ze zijn tot we een plan hebben en gaan naar buiten.

We gaan de brug verder over en we volgen het pad wat enigszins kronkelt. We zien de restanten van wat ooit een dorp is geweest. Uitgebrande zwarte restanten van huizen geven aan dat hier geen normaal leven meer is. We besluiten om het dorp toch even te verkennen. Er komt een zwerm vleermuizen onze kant op vliegen. Nadat we door deze vleermuizen worden aangevallen komen er ook twee groepen ratten van achter aan gelopen tezamen met een aantal dire rats zodat we ingesloten raken. Thirza teleporteert haarzelf weg maar nu staat Rhoxanne alleen tussen de groepen ratten en de dire rats die in haar een goede prooi zien. Rhoxanne wordt neer geknabbeld terwijl de vechtersbazen van de groep druk bezig zijn in de voorhoede. Detritus probeert Rhoxanne weg te trekken maar dat lukt niet zo snel. Dan doet Dude Lee eenzelfde poging en weet hij Rhoxanne weg te trekken van de ratten. Thirza brengt Rhoxanne weer bij en nadat de laatste ratten zijn afgemaakt is de strijd weer gestreden.