Aflevering 07 - Tyrion

Hoofdstuk 3 Het Amulet van de Dev'Shir Familie

erwijl we nog in de (onze) woning van Violanthus zijn, bezoeken Darla en Tyrion de bibliotheek op zoek naar interessante informatie. Darla vindt direct een boek over draakachtigen en begint hierin te lezen op zoek naar meer informatie over pseudodraakjes. In de stad schaffen we een wand voor Tyrion aan. Het blijkt dat er niet veel magische items te vinden zijn, maar deze keer hebben we geluk. Darla gaat langs een kruidenwinkeltje waar we haar twee potions inleveren om te identificeren, tegen een geringe vergoeding uiteraard. De volgende dag weten we misschien meer. Als laatste lopen we langs Hillga waar we verslag uitbrengen van ons gevecht tegen de kobolds. Ze is tevreden maar in de toekomst moeten we toch wat overtuigender bewijs meenemen als een klus is geklaard. Stom, we zijn weer vergeten oortjes mee te nemen. We krijgen de beloofde 250gp beloning en maken nog een rondje door de stad voor we teruggaan naar onze woning.

We doen het drie dagen rustig aan in de woning voor we ons weer richting de stad begeven op zoek naar een nieuwe uitdaging. Darla heeft inmiddels veel geleerd over haar Smaugje en weet een heel klein beetje met het beestje te communiceren. In de stad besluiten we wat te gaan drinken in de herberg van Borr. Als we een tijdje hebben gezeten komt een sjiek gekleed heerschap binnen. De man loopt naar de bar waar Borr hem na een kort gesprek op ons wijst. Hij komt op ons afgelopen, we bieden hem een plaats aan tafel aan en de man vertelt: zijn naam is Elam Dev'Shir en hij heeft hulp nodig. Zijn familie heeft een mausoleum op het kerkhof tegen de stad aan. Uit dit mausoleum worden blijkbaar spullen gestolen want Elam heeft gisteren in Oskars pandjeshuis een amulet gevonden dat samen met één van zijn familieleden in het mausoleum is bijgezet. Hij heeft het amulet gekocht en bij zich. We maken er snel een schets van. Elam heeft zelf nog niet in het mausoleum gekeken maar is behoorlijk van streek. Onze opdracht: dit mysterie oplossen en de man(nen) die hierachter zitten ten gerechte brengen (dood of levend). We vragen wat de onkostenvergoeding is. Elam vraagt wat wij in gedachten hebben en we vragen om 250gp de man. Hij glimlacht heel even en biedt ons ieder 500 goudstukken als we deze kwalijke zaak van grafschennis dan ook van A tot Z oplossen.

We gaan naar Oskars pandjeshuis alwaar we uit Oskar geen nuttige informatie loskrijgen. Als Drapal een beetje teveel begint te intimideren en ook nog eens de verkeerde toon aanslaat, trekt Oskar snel aan een koord onder de toonbank en klinkt er buiten een bel. We kijken elkaar aan wat te doen en kort daarna sprint Oskar er vandoor een achterruimte in. We kunnen maar beter maken dat we wegkomen. Als Vitrixx de buitendeur opentrekt staat hij plots oog in oog met twee gewapende bewakers, waarvan één hem terug de ruimte in wil duwen. Arandin, triggerhappy als altijd, aarzelt geen moment en schiet twee pijlen in de voorste bewaker voordat zij iets hebben kunnen zeggen. De rest vraagt zich stilletjes af wanneer zijn Deity hem (en die van ons…) in de steek zal laten. Nu is echter het hek van de dam en een gevecht breekt uit. Tyrion en Darla proberen de gemoederen nog te bedaren maar het is al te laat. Het wordt pas weer rustig als de twee bewakers in een plas bloed voor de deur dood op de grond liggen. Ze worden snel naar binnen getrokken terwijl de rest van de groep in gevecht is met Oskar in de achterruimte die in een hoek achter een kist verscholen zit en kruisboogpijlen op ons afvuurt. Er klinkt gezoem in de ruimte. Plotseling komt er een vliegend beest uit een verschrikkelijke smerig stinkende kist met gaten gevlogen. We herkennen dit als een Stirge. Het beest lijkt in paniek en valt willekeurig aan, waaronder Smaugje. Even later staat Oskar er slecht voor en geeft hij zich over. We moeten alleen nog afrekenen met de Stirge en dat doen we dan ook. Smaugje is goed geraakt maar leeft nog, tot genoegen van Darla. Oskar vertelt ons dat het amulet aan hem is verkocht door een halforc genaamd Latimer. Hij is een gevaarlijke dronkenlap en vaak te vinden in de Sailors Ale aan de kade en hij heeft een litteken boven zijn linkeroog. We verlaten het pand en haasten ons terug naar onze woning buiten de stad.

We houden ons een dag rustig en sturen dan een bediende om te horen wat het nieuws op de straat is en of wij gezien zijn tijdens de wat minder soepel verlopen "ondervraging" van Oskar. Dit blijkt (tot nog toe) niet het geval dus we gaan weer terug richting de stad. Darla en Tyrion gaan 's avonds na een gezamenlijke maaltijd bij Borr naar de havenkroeg de Sailors Ale. Na een tijdje wachten komt Latimer binnen. De halforc ziet er stevig uit. Darla en Tyrion besluiten hem in de gaten te houden en hem te volgen als hij de kroeg verlaat en hem dan in een achteraf steegje subtiel (á la Oskar) aan de tand te voelen. De halforc drinkt en gokt een uurtje stevig door, staat dan op en verlaat enigszins onvast ter been het pand. We volgen met zijn allen en zien hoe Latimer een steeg inloopt op enige afstand gevolgd door een andere man. Deze bedenkt zich kennelijk en loopt opeens een andere kant uit. We vinden dit een beetje vreemd en besluiten om nu in te grijpen. Arandin sluipt met de rest van ons op afstand op Latimer af en drukt hem een pijl, gespannen in zijn boog, onder zijn kin en vraagt naar informatie over het amulet. Als de rest van ons dichterbij komt wordt Latimer opeens van achteren aangevallen door twee boogschutters. We besluiten om ons te richten op deze nieuwe dreiging terwijl we Latimer duidelijk proberen te maken dat we hem geen kwaad willen doen. Beneveld door de drank en de complete chaos dringt dit echter niet zo door. Zeker niet als Drapal hem ook nog eens hard opzij duwt om langs hem te komen. Latimer trekt zijn dolk en begint in het rond te steken. Op dat moment worden we ook nog eens op magische wijze vanachter een bosje aangevallen, maar we zien niets. Het gevecht is zwaar en Drapal wordt kennelijk door krachten van buitenaf beïnvloed en valt willekeurig een van ons aan! Uiteindelijk krijgen we de twee boogschutters neer waarna de inmiddels verschenen magiër, vermoedelijk een warlock, weer in het niets lijkt te verdwijnen. We lappen Latimer een beetje op en voelen hem aan de tand. Beneveld denkt hij dat er nog steeds een flinke overmacht is en hij wil wel praten. We beloven hem wat goud als hij ons precies vertelt hoe het zit met het amulet. Hier stemt hij mee in.

Latimer is al langere tijd lid van een groep dieven c.q. huurlingen, genaamd de Swamprats, met hun "basis" op de eilandjes van de Bottomless Bog. Arandin meent deze eilandjes op onze kaart van Violanthus te hebben gezien. Kort geleden is hij tevens lid geworden van een andere groep, de Slayers genaamd. De mannen die we net hebben afgemaakt zouden ook van deze groep zijn. Hij vertelt dat ze hem waarschijnlijk terug wilden pakken omdat hij niet betrouwbaar zou zijn met betrekking tot het delen van de buit, hetgeen natuurlijk niet waar is.
Hoe dan ook, de Swamprats hebben van een zekere vrouwe Kara of Kava een klusje aangenomen. Onder andere zijn ze met haar naar het mausoleum van de Dev'Shirs gegaan waar ze als opdracht hadden om de deksels van de tombes in de zijvleugels te gooien. Ook moest er iets gedaan worden met een muur waarop een stamboom is afgebeeld. Hij weet niet precies hoe of wat, want hij was in een ander deel bezig. Even later ging de vrouw in de noordelijke ruimte tekeer als een gek en schreeuwde volgens Latimer de hele boel bij elkaar, die niet gezien heeft wat er is gebeurd. Tijdens deze actie heeft Latimer het amulet gevonden en meegenomen om in te ruilen voor wat extra inkomsten. De vrouw zou na een tijdje contact met hen opnemen omdat ze de Swamprats weer nodig zou hebben als ze klaar was met haar voorbereidingen. Latimer beschrijft de vrouw: tenger, sluik zwart haar en ze zag er zwak uit, maar is dat volgens hem niet. Ze geeft hem de rillingen. We laten Latimer lopen en besluiten om richting het mausoleum te gaan.

Daar aangekomen blijkt het slot van de toegangsdeur stuk dus we gaan direct naar binnen. In de centrale hal zien we twee zijdeuren en één deur achterin de hal. Iets na het midden staat een stenen altaar. Tegen de muur aan de achterkant zijn in bladermotief alle namen van de familieleden van huize Dev'Shir opgenomen, waarbij elk blad een steen is met daarop een naam. We gaan eerst naar de oost deur, ook hier blijkt het slot kapot. Als we de deur openen staan we oog in oog met een zestal ondoden. Vrijwel direct daarna gaat de deur aan de westzijde open en ook daaruit komt een groep ondoden richting ons gelopen, aangevoerd door een geharnast skelet. Het gevecht dat volgt duurt lang maar is voor ons niet dodelijk omdat de ondoden ernstige moeite hebben ons goed te raken. Wel raakt Smaugje bijna dodelijk gewond, maar het loopt net goed af. De aanvoerder van de skeletten had nog wel een nare verrassing in petto. Op het moment dat deze werd verslagen, volgde een schokgolf die ons allen een flinke klap bezorgde. We bekijken de twee zijkamers. Hier vinden we naast een aantal simpele tombes niets bijzonders. We gaan richting de deur achterin de hal en het valt Arandin op dat twee stenen van de stamboom een afwijkende kleur hebben en ook staat er geen naam op. Deze stenen hangen onder stenen van Noura en Abir en rechts ervan staat de naam Elam. Tevens vindt hij afdrukken van rode klei op de grond, maar als hij te dichtbij komt, gaat er een val (glyph) af en worden enkelen van ons geraakt.

Als we de muur onderzocht hebben openen we de laatste deur. Een ruimte met verschillende, wat luxer uitziende tombes strekt zich voor ons uit. Eén tombe blijkt geopend en naast de tombe liggen de overblijfselen van een vrouw en een paar brokken stukgeslagen steen. Boven de tombe zweeft een geestachtige verschijning die met een vrouwenstem naar ons schreeuwt "Niet meer!!!". We vallen direct aan maar na een paar slagen over en weer blijft de gedaante schreeuwen dat ze "rust wil" en dat we weg moeten gaan, anders zal ze ons vernietigen. Darla en Drapal roepen een ronde niets te doen en we houden ons in. Dit lijkt effect te hebben en ook zij staakt haar geweld. De " vrouw" is op de één of andere manier opgerezen toen haar lichaam op de grond werd gegooid en ze vraagt ons of we haar rust willen geven. Ze vertelt dat ze, toen dit gebeurde, in de andere ruimte mannenstemmen hoorde die het over een eiland hadden. Gezien heeft ze niets. Ook hoorde ze een vrouwenstem die haar ergens bekend voorkwam, maar het schiet haar verwarde en onrustige geest niet te binnen. Een snelle blik leert ons dat de brokken steen op de grond uit de muur komen en dat die van Dugesia is. De vrouw/geest zegt zo te heten en ze vraagt of wij snel een nieuwe naamsteen voor haar willen graveren en terug willen plaatsen. Tyrion en Arandin willen dit wel doen en samen lopen ze terug de grote zaal in. Ze weten echter niet goed wat te doen en er ontstaat enige verwarring. Opeens krijgt Arandin een helder moment en besluit het altaar eens wat beter te bekijken en hij vindt een geheim compartiment met daarin een stapel stenen en een chique graveerset. Met een knap staaltje vaardigheid weet hij de naam Dugesia aan te brengen en vervangt een van de twee vreemde stenen voor deze. Zodra de steen is teruggeplaatst in de muur verdwijnt de geest van Dugesia. Wat we met de tweede vreemde steen in de muur aanmoeten, weten we niet. We plaatsen het stoffelijke overschot van vrouwe Dugesia terug in haar tombe en sluiten deze. We onderzoeken de resten van de ondoden in de hal en nemen het plate harnas van de aanvoerder van de ondoden mee voor Elam. We gaan terug om verslag uit te brengen.

Bij hun statige herenhuis aangekomen, treffen we Elam aan. We vertellen hem wat we weten. Hij is blij met onze vorderingen, maar tegelijk is hij geschokt. Wie durft er zich met zo'n gruwelijke vorm van grafschennis bezig te houden? Waar halen ze het lef vandaan? Hij snapt niets van het gebeuren met de twee stenen. Hij is duidelijk ontdaan en hakkelt wat. Gebukt onder emotie weet hij ons te vertellen dat hij twee zussen had. Beiden, zowel Dugesia als Lakaisha, zijn omgekomen tijdens een brand enkele jaren geleden. Hij zoekt naar woorden, maar ze willen niet meer komen… Het harnas mogen we houden. Het familiekarakter is geschonden en hij hoeft het niet terug. We beloven verder op onderzoek uit te gaan.