Aflevering 01 - Arandin

Hoofdstuk 1 Naar Pondar

arla, Arandin, Drapal Tyrion en Vitrixx worden bij Lord Cobblethon geroepen. Hij neemt afscheid van ons, daar wij te kennen hebben geven dat wij als avonturier de wijde wereld in willen trekken. Hij geeft ons een grove kaart van het eiland. Hij begrijpt onze wens, hij is immers vroeger ook avonturier geweest. Hij raadt ons aan om naar Pondar te gaan. Dit is een grote havenstad en daar kun je makkelijk je diensten aanbieden aan de stadswacht. Er is een dievengilde actief, dus vast werk genoeg. Op een vraag van Drapal geeft Lord Cobblethon aan dat hij destijds zelf niet de keus gemaakt heeft om avonturier te worden. Hij is er min of meer ingerold en voor hij het wist werd hij als zodanig aangezien. Darla vraagt om een aanbevelingsbrief. Hij schrijft deze op de achterkant van de kaart. Hij raadt ons aan om naar de captain van de wacht te vragen. Een vrouwelijke Dwerg. De naam is hem ontschoten.

Nadat we van Lord Cobblethon een uitrusting en een paar extra goudstukken hebben meegekregen vanwege onze goede diensten, nemen we afscheid en vertrekken. We besluiten om een paar tenten te kopen voor overnachtingen onderweg en gaan op pad. Het lijkt toch wel dat het eiland er ineens anders uitziet als je avonturier bent. Vanuit elke hoek kan nu het kwaad opduiken! Er gebeurt niets en na verloop van tijd valt de schemering in en de tent wordt opgezet. Er wordt een kampvuur gemaakt. Er wordt overlegt over de wacht. De eerste avontuurlijke nacht verloopt rustig. De volgende dag bereiken we na enige uren Pondar. We lopen naar de poort en zien een half ingedutte wachter en begroeten hem. We vragen de weg naar de captain van de wacht. Hij wijst ons de weg en waarschuwt voor de kades en de aangelegen sloppenwijken. De burgemeester, Lord Jorge van Cleef, doet het niet zo goed volgens hem. We gaan de stad in. Het centrum, met fontein, is toch wel redelijk bruisend. We zien het kantoor van de captain van de wacht en melden ons bij de wachtpost. We mogen naar binnen en moeten ons melden bij de klerk. We vertellen dat we een onderhoud willen hebben met de captain van de wacht, maar de klerk zegt dat we twee minuten te laat zijn en dat ze gaan sluiten. Morgen weer een kans. We vragen aan de wachter buiten een goede slaapgelegenheid, maar niet al te duur. Hij vertelt ons dat we naar de Drunken Dwarf moeten gaan en ons melden bij de herbergier Borr. We nemen een kamer voor de nacht. Daarna gaan we aan tafel om te eten. Na het eten legt Darla haar oor hier en daar te luisteren. Ze hoort een gerucht over een zogenaamde Beggar King met een troonzaal vol met traps. Na verloop van tijd gaan we naar onze kamer. Een eenvoudige kamer, maar een bad ontbreekt. De nacht verloopt weer rustig.