Aflevering 13 - Manque - oktober 20

Na de kamer met de tombe die verlicht is door een geel-rode gloed gaat Haplo de ruimtes naar het noorden verkennen. Na een tijdje vooruitscouten ziet hij een zeer groot, levend skelet van een soort dinosaurus-monster. We besluiten dat we die nog niet direct aankunnen zonder eerst te rusten. Na een nachtje gaan we over tot de strijd.

Oktober 21. Er wordt een plan gemaakt. Manque rent naar de overkant om het monster af te leiden, naar een smalle ruimte waarin hij denkt veilig te zijn, daar het monster hem daar niet kan volgen. Dat lukt, en van achter scorched Mirano het monster. De strijd gaat door. Raven summont een Dire Wolf die prima schade doet. Door het skelet van alle kanten aan te vallen vliegen de botsplinters er vanaf. En ondertussen pulkt Haplo het vuil onder zijn vingernagels vandaan, en zelfs onder zijn teennagels. Vervelend hoor, een gevecht met een reeds dode T-rex. Manque en het monster sparren heel wat af, en uiteindelijk maakt de opgeroepen wolf het af. De ruimte waarin het gevecht plaatsvond blijkt aan te sluiten op een ruimte die al eerder verkend was. Haplo ziet een ondode lopen, waarop Raven vooruit loopt om het eerste schot te lossen. Dat gaat mis. Daarna mag Manque als eerste slaan. Mis, dat wel. Orathan, in heilige toorn ontstoken, kijkt de monster aan, roept iets, en zes zombies verdwijnen als mist voor de zon. Een ronde later treft de overige zombies hetzelfde lot. Weer verderop in de grot wordt een ondode Gnoll aangetroffen, die er vreesaanjagend uitziet. Deze blijkt ook te kunnen casten, en biedt meer weerstand dan de dino. Hij is bewapend en vergroeid met kettingen die hij in het rond zwaait. Mirano weerstaat een spreuk, maer is eeven laeter toch de clos ende hoort nietsch meer. Dankzij Raven komt er een beer te voorschijn, die helaas geen schade doet. De Gnoll valt aan. Manque flankt maar mist. Het gevecht verloop moeizaam en er vallen klappen. Op zeker moment gebruikt Orathan, onze expert in ondoden, echter zijn genezende staf en dood daarmee de Gnoll. Na een paar minuten kan Mirano geluckig weederom spreeken. De voorwerpen van de Gnoll worden bekeken. Dan detecteert Mirano een magisch aura vlak in de buurt, zij het niet zichtbaar. Het beweegt en we gaan er achter aan. We hebben het gevoel in rondjes te lopen en na een tijdje verdwijnt het. Het complex dient nog verder doorzocht te worden en we beginnen in een achthoekige kamer. Manque valt in een verborgen poel en wordt langzaam aan leeggezogen door een zwerm bloedzuigers. Hij voelt ook iets op de bodem liggen maar wil eerst de poel uit zien te komen. Derhalve besluit Mirano heldhaftig den poel met veil water in te springen ende hij wordt gansch leck gestoocken. Desondanks brengt hij een kistje omhoog. Er zit een Wand in, vermoedelijk een Wand of Water Control. Dit blijkt zo te zijn na identificatie. Daarmee zijn onze parels echter op. De groep gaat verder op weg naar de kamer van Triel. Met veel moeite en geluk gaat de deur open. Triel is niet te zien. We doorzoeken de kamer en in het bad is iets magisch te vinden. Haplo vind nog een wand in een verborgen compartiment van het bad. De rest van de kamer blijkt nog goud en edelstenen te bevatten.

Er bleef nog een gevaarlijke gang onverkend. Nu komt de groep er probleemloos doorheen, en komt aan bij een enorme ruimte waar vermoedelijk magisch items gemaakt werden, gezien de sporen die we aantreffen. Ook liggen er hier en daar deuren of zijpanelen van een kooi op de grond. De ruimte wordt bewaakt door een vreemd monster waarvan we vermoeden dat het een Slaad is. Met enige moeite wordt deze omgelegd. Mirano wordt wel flink geraakt maar lijkt… (n)iets ergs te hebben opgelopen… Bij het doorzoeken van de ruimte vinden we nog wat contanten en edelstenen in een doek gewikkeld, waarvan we even later vaststellen dat deze magisch is. Nader onderzoek leert dat dit een soort cloak is. De dag loopt op zijn einde en het is tijd voor rust. We zoeken een zo'n veilig mogelijke kamer uit.

Oktober 22. De volgende dag gaan we met een ingenieus plan de spinnetjes uitmoorden. Mirano vermoed dat er iets met zijn lichaam niet in orde is, maar hij heeft nergens last van. Hoe dan ook, de grot wordt verder verkend. We komen kleine en grotere spinnen tegen en wat plakkerig web, maar alles wordt overwonnen. Verder dan maar.