Aflevering 03 - Maethoriel - september 10

We komen aan in wat de grote eetzaal van het complex lijkt te zijn. Er hangt een muffe lucht verderop in de ruimte, misschien zijn de toiletten in de ruimtes achterin gelokaliseerd? Haplo maakt een val onschadelijk en de kleinere ruimte blijkt inderdaad het toilet te zijn, hier is behalve de nare lucht niets te vinden. Er zijn nog twee ruimtes waar we op dit moment niet in komen.
Vervolgens onderzoeken we de keuken, Dûh Blâh trapt een half in elkaar gezakte kast in en dit blijkt een val te zijn, de kast stort over Dûh Blâh heen die zich nogal bezeert. Haplo ontdekt beweging in een hoek en ziet twee humanoid figuren met een groene cape om en dolken in de hand: ze vallen aan. Ze zijn echter niet heel goed zichtbaar. Blah ontsnapt aan de puinhopen van de kast en mept er al gauw een dood, en de andere overleeft ook niet lang. Maethoriel cast een detect magic, en vind een aura: het is sleutel Z. De capes van de wezens zijn niet magisch. We vinden drie dolkjes en wat goud, en Haplo besluit een van de capes aan te doen: het heeft geen bijzondere effecten die op het eerste gezicht zichtbaar zijn. De ruimte naast de keuken blijkt een opslagruimte te zijn. Er loopt nog een tunnel uit de keuken, deze leidt naar een buitenruimte, een soort parkje met wat bomen en struikgewas. Maethoriel kijkt naar boven en het lijkt alsof ze een blauwe lucht kan zien, Dûh Blâh klimt in een van de bomen en beaamt dit.

We lopen verder, Haplo loopt voorop en ineens verdwijnt hij in het niets: we horen gekreun en een vreemde stem die roept: "Attack all intruders!" in het Gnomish, dus alleen Maethoriel en Haplo kunnen dit verstaan. Haplo ziet weer zo'n figuur in cape naast zich verschijnen, Haplo is dus nog steeds in dezelfde ruimte maar er is waarschijnlijk een onzichtbaarheids spreuk uitgesproken op een deel van de ruimte of iets dergelijks. Haplo doet een stap naar achteren en zijn groepsgenoten zien hem weer verschijnen, maar hij ziet het mannetje met de cape niet meer. Dûh Blâh is inmiddels naar de ingang van een tunnel gerend en wordt plotseling aangevallen door een of andere machine, een soort tunnelboor. Haplo gooit wat zand naar zijn onzichtbare vijand, maar dit haalt niets uit: alles wat in de onzichtbare kring komt is onzichtbaar. We vallen met z'n allen aan, Haplo Merodin en Lothar proberen de onzichtbare vijand aan te vallen die af en toe een hand met dolk uithaalt naar ons, en Maethoriel en Dûh Blâh proberen de machine onschadelijk te maken, dat valt nog niet mee en Dûh Blâh loopt flink schade op. Uiteindelijk weet Dûh Blâh de machine te slopen en hij rent als een gek de ruimte door, door de onzichtbare kring een tunnel aan het einde in. Het mannetje met de cape is nergens meer te bekennen. Dûh Blâh komt terug en we doorzoeken de resten van de machine en vinden sleutel A.

Haplo verzamelt wat van het beschimmelde meel in de voorraadkamer in zakjes om later naar de slecht zichtbare vijand te kunnen gooien. We lopen verder het complex in, en komen in een pottenbakkerij waar Lothar sleutel R vind. We besluiten dat het tijd wordt voor een nachtje rust om onze krachten en spells te herstellen. De volgende dag komen we in een soort smidse, waar Haplo sleutel I en een geheime deur vind! Er is een tunnel met een splitsing, Haplo loopt voorop en dan Maethoriel en Lothar, er gaat een val af en Maethoriel en Lothar worden geraakt door speren, gelukkig niet ernstig, Haplo lijkt geen last te hebben gehad van de val, hij is waarschijnlijk gebouwd om niet bij Gnomes of andere kleine wezens af te gaan. Haplo onderzoekt de ruimte aan het einde en vind niets.

De volgende ruimte die we ingaan is een houtwerkplaats, er staan vier bedden in, twee zijn opengeslagen en lijken recent te zijn beslapen. Plotseling worden we aangevallen, Haplo loopt schade op en Lothar gooit snel een zakje meel over zijn aanvaller, die nu iets beter zichtbaar is. Merodin lijkt eindelijk met zijn boog overweg te kunnen en schiet het figuur dood. Dan verschijnt er nog zo'n wezen naast Merodin en Maethoriel, Lothar weet deze met zijn mace te vellen. De wezens blijken dark creepers te zijn. We vinden niets in de ruimte of op de wezens, en lopen verder een tunnel in. We komen uit in een ruimte met een schakelaar op de muur en een deur die we niet open krijgen. Haplo besluit de schakelaar om te zetten, we horen een klik maar er gebeurt niets. We lopen terug de gang in tot we bij een barricade komen van planken. Dûh Blâh beukt er door heen nadat we eerst eens luisteren en kijken. De gang leid naar een grote ruimte, een soort fabriekshal met twee grote pilaren die twee balkonnen/bordessen aan weerzijden ondersteunen, er lopen wenteltrappen naar de balkonnen. Er is ook een dubbele deur met Gnomish symbolen op de grond ervoor, die de naam van de stad blijken te spellen .
Maethoriel detect magic, de tekens zijn inderdaad magisch. We gaan de deuren door en komen bij vier kamers uit. We besluiten eerst de bordessen te checken, Haplo, Lothar en Dûh Blâh nemen de ene wenteltrap en Merodin gaat in z'n eentje het andere balkon op, maar wordt daar aangevallen door een kwalachtig beest. Lothar cast een enlarge op Merodin maar deze wordt toch gegrappeld door het monster, en de rest vliegt te hulp (Haplo wat onhandiger dan Dûh Blâh die wat beter is in springen, van het ene naar het andere balkon). Het beest blijkt een Grell te zijn, en paralyzed Dûh Blâh! Het wordt een pittig gevecht maar uiteindelijk verslaan we de Grell, Haplo deelt de beslissende klap uit. Het monster zakt in elkaar en Merodin ook, die er inmiddels behoorlijk slecht aan toe is. Lothar lapt hem snel weer op en we doorzoeken de ruimte en het monster. We vinden een interessante dolk met vergif compartiment en wat potions, en een zakje met wat goud.

We lopen onder het balkon door een gang in, in deze gang zijn nissen gebouwd waar machines in staan. Maethoriel en Haplo vertrouwen het niet en Haplo gaat voorzichtig op onderzoek uit, hij ontdekt in de eerste twee nissen twee geheime deuren. De eerste leidt naar een ruimte waar wat mist hangt, Blah gaat naar binnen. Er zijn wat planken tegen de muren maar er staat niets meer op. We vermoeden dat de machines op de gang bedoeld zijn om de ventilators aan het plafond van de ruimte aan te zwengelen, we zetten de handel van de dichtstbijzijnde machine aan maar er gebeurt niets. De andere geheime deur leid naar een kamer waar een wat zurige lucht hangt, het lijkt een alchemistisch lab te zijn geweest. We vinden sleutel U en twee potjes met een magische substantie, deze hebben een aura van strong transmutation weet Maethoriel te vertellen. We vinden nog wat magische dingetjes, maar dan begint plots een stapeltje oude vodden verderop in de kamer te bewegen, en het valt Haplo aan. Haplo slaat het wezen uiteindelijk dood na wat missers hier en daar. We lopen verder naar een grote ruimte, er staat een groot voorwerp met een doek er overheen gedrapeerd. Behoedzaam verwijderen we het doek en het blijkt nog zo'n machine te zijn als degene die Blah heeft aangevallen, zo'n tunnelgraver. Haplo en Maethoriel bekijken het eens goed maar kunnen er niets van maken, en Blah slaat het ding vervolgens in stukken. Er rolt een blauwe edelsteen uit, deze nemen we mee.

We gaan de laatste kamers in het complex af en vinden nog twee kisten in het lijk van een groene worm, in de kisten vinden we goud, een spiegeltje, een ketting met een drakenhanger en een paar scrolls, en sleutel D. We gaan naar de laatste kamer die we nog niet gehad hebben, er staat een houten platform met een katrol mechanisme, het lijkt een soort lift te zijn…