Aflevering 05

We zijn klaar in de kelder en gaan weer naar boven. We besluiten om de ruïne nog eens goed te onderzoeken. Stix denkt ondertussen: "Niet op Elenya letten, ja ze is knap, maar ik moet nu even goed opletten." Stix ziet, buiten de ruïne, richting het bos een stuk doek op een stok staan. Een soort tentje. Elenya ziet bij een verbrand tafeltje wat glinsteren, een kistje. Ze opent het kistje en ze ziet twee daggers. Ze zijn van goede kwaliteit en ze zijn wit van kleur. Het is zilver. We gaan nu bij het doek kijken. Het is een soort tentje. We zien allemaal voetsporen om het tentje heen. Spindle onderzoekt de sporen, er zijn sporen van kleine Humans, en ook sporen van een soort Humanoids, het zijn Kobold sporen. Er liggen wat dragonscales op de grond, en ook wat plasjes bloed. Het lijkt dat hier gevochten is. Stix komt er achter dat de sporen twee dagen oud zijn. De sporen van de kinderen komen van het weeshuis. En die van de Kobolds komen uit het bos. Stix kijkt eens of hij de sporen kan volgen. Hij volgt ze het bos in. We gaan Stix achterna het bos is. Na drie kwartier horen we wat bladeren ruizen aan de rechterkant van het pad. Miranon gaat eens kijken is de bosjes. En dan hoort hij weer wat ruizen. En ziet dan een meisje te voorschijn kruipen. Ze ziet er niet best uit, een beetje uitgemergeld. Ze zegt: "Hallo, hallo." Op de vraag wat ze hier doet zegt ze: "Ik probeer een beetje te overleven." Miranon vraagt of ze uit het dorp komt. Ze antwoordt: "Nee, uit het weeshuis." Ze is erg schuchter. Miranon vraagt of ze wat weet over de kinderen uit het dorp. Ze vertelt: "Door kleine mannetjes meegenomen." Ze zegt: "Ik woon sinds het grote vuur in het bos." Dan vraagt Spindle of ze goed behandeld werd door de vrouw. Ze vertelt: "We werden goed behandeld door mevrouw Elara." Spindle vraagt of ze wel eens in de kelder is geweest. Ze antwoordt: "We moesten alleen in de kelder als we stout waren geweest, om te leren." Spindle vraagt dan: "Er moet toch iemand voor je zorgen." Maar ze schudt met haar hoofd en zegt: "Niemand wil voor mij zorgen. Ik ben de enig overgebleven van alle kinderen uit het weeshuis. Ik weet waar de kleine mannetjes zijn heen gegaan. Heel ver door het bos heen bij het oude Dwergenklooster. Het is wel ver lopen. Je komt er pas overmorgen aan." Miranon wil haar naar het dorp brengen, maar dat wil ze niet. "Ik heb een boomhut. Ik wil de boomhut wel laten ziet. Het is wel een paar uur lopen. Ik zocht hier alleen naar eten." Ze brengt ons naar haar boomhut. We slingeren door het bos heen. Het wordt wat donkerder. We lopen zo'n anderhalf uur en ze zegt: "Hier vlak bij." Ineens wordt Elenya aangevallen, een Vine probeert zich om de keel van Elenya heen te wikkelen. Elenya wordt vastgepakt. Na nog een flinke aanval gaat ze neer. De Vine laat haar los. Dan verandert het meisje in een Werewolf. De Vine probeert nu Miranon te grijpen, maar die doodt hem meteen. Stix probeert Elenya te genezen. Miranon haalt de zilveren messen te voorschijn en valt daarmee de Werewolf aan. De Werewolf begint te krijsen. Stix weet intussen Elenya weer op de been te krijgen. Dan weet Miranon de Werewolf af te maken. Spindle zegt: "Het is toch wel vervelend is dat we dit niet hebben gezien." We onderzoeken de Vine, het is een Assassin Vine. Dan onderzoeken we de Werewolf en vinden een ring met een rode steen. Spindle onderzoekt de steen en denkt dat hij 10 gp waard is. Bij de Vine vinden we nog een lijk verscholen liggen. Deze heeft een ketting om die 350 gp waard is. Stix stelt voor om eerst terug naar het tentje te gaan om de sporen te kunnen volgen. Maar in overleg besluiten we om niet al te lang terug te gaan want we moeten ook nog een kamp opslaan. Stix vindt even later een goede plek om te kamperen.

We gaan slapen en ontwaken weer fris. We staan op en eten wat. Daarna gaan we weer op pad en komen na een half uurtje bij de tent aan, de sporen zijn nog steeds aanwezig. Stix volgt nu de sporen. We lopen een paar uur en dan ruiken we wat. En dan na even goed kijken zien we wat achter de bosjes liggen. Het is grijs-zwartachtig. Het lijkt een dood beest, en het stinkt, een grote Wolf. Stix kijkt eens het lijkt alsof er vijf stukken bot in de Wolf gespiest zijn. Het ziet er uit als speren of pijlen van bot volgens Stix.
We kijken eens rond. Elenya hoort een zwaar geklap van vleugels wat snel dichterbij komt. Het moet wel groot zijn. Elenya waarschuwt de groep en we duiken achter de struiken. Er landt een groot beest. Een soort van grote leeuw. Zijn hoofd gaat onze kant op, het is een Manticore. Miranon cast een spreuk en vanuit de struiken verderop komt nu geluid. De Manticore kijkt nu die richting op en schiet allemaal pijlen vanuit zijn staart de struiken in. Dan verdwijnt hij weer.

We lopen weer verder en als het donker wordt maken we weer een kamp op. De volgende ochtend gaan we weer verder. Na twee uur lopen wordt het bos dunner en zien we tegen de bergen aan de contouren van wat ooit het Dwergenklooster geweest is. We lopen nu op de rotsen. We zien het gebouw staan en zien dat het min of meer ingestort is. We lopen verder en komen nu snel dichter bij, we zijn bijna het bos uit. Elenya en Stix kijken door de poort heen en zien de binnentuin. Het gebouw is voor een deel ingestort. Om het klooster heen zit een muur en één van de twee poorten hangt er scheef in. De sporen lopen het klooster in. Dan bedenken we eens wat we van Kobolds weten. Ze leven in grote groepen bijeen en ze houden niet van licht. Ze kunnen goede valstrikken maken. Stix kijkt een naar het klooster en denkt dat zijn Deity dit niet zou appreciëren. Er is iets mee. Spindle kijkt er eens naar. Hij kan het een en ander niet thuisbrengen maar hij ziet dat deze tempel is neergezet voor de duistere Dwergengod Droskar. Hij is een Dwergengod die zei dat iedereen hard moest werken om voorwerpen, werktuigen en gebouwen maken voor hem. En als men dan overleed moest men blijven werken. Een verwerpelijke god.

Stix en Miranon kijken eens naar binnen en lopen verder de tuin in. Het ziet er onbewoond uit. Er is een klein torentje met een trap naar boven, maar ook een trap naar beneden. We gaan eerst naar boven. Op een verdieping aangekomen vinden we een speer waarop wat vergif lijkt te zitten. Stix neemt de speer mee. Het lijkt een soort wachthuisje te zijn geweest. Hoger kunnen we niet komen. Dan gaan we naar beneden. Het is hier goed donker, Spindle en Stix maken snel magisch licht. Er lijkt aan de rechterkant wel wat licht te zijn. Stix hoort onder aan de trap wel wat stemmen. Het lijkt wel in het Draconic. Spindle sluipt wat dichterbij, hij hoort wat in een Kobold dialect van Draconic. Hij hoort een Kobold zeggen: "Doorwerken, doorwerken." Dan hoort hij een ander zeggen: "Ja werken." Hij loopt terug en vertelt aan de groep wat hij gehoord heeft. We stormen de trap af omlaag. We zien een grote ruimte met een aantal uitgangen. Miranon gaat de ruimte in en ziet een aantal Kobolds, een paar hebben een speer, en er zijn twee Kobolds die een stuk steen proberen weg te slepen. Miranon geeft een schreeuw, bijna allemaal schrikken ze ervan, behalve een. Dan vallen ze ons aan. In het midden van de ruimte staat iets van wat ooit een grote paal is geweest, maar nu is het alleen nog een puinhoop van losse stenen. Twee Kobolds vluchten en de rest wordt afgemaakt. We rennen achter de twee gevluchte Kobolds aan. Spindle gaat als eerste en hij ziet een gang met op het einde een deur. Er is een dwarsgang aan de linkerkant. Hij loopt naar de dwarsgang en ziet nog net de Kobolds lopen. Elenya rent nu de gang in en ook Stix gaat er achteraan. De Kobolds vluchten verder weg uit zicht. Spindle loopt weer verder en ziet aan beide zijden weer een dwarsgang. Links is een korte gang met een kamer met een openstaande deur. In de kamer staan een aantal bedden. Rechts is een lange gang met weer een kruising. Recht vooruit ziet hij in de verte nog een Kobold, die op vreemde onnatuurlijke wijze stil staat. Dan gaat hij de ruimte met de bedden in en ziet de andere Kobold op de grond liggen. Hij ziet twee Stirges op het lijkje van de Kobold zitten, en er komen er nog drie de ruimte in. Spindle roept: "Ga door de andere deur naar binnen." Twee Stirges vallen Spindle aan en een gaat op hem zitten. Elenya schiet Spindle te hulp. Stix en Miranon gaan door de andere deur de ruimte in. Als er inmiddels een paar Stirges afgemaakt zijn lijkt het alsof de ene Kobold weer terug komt lopen. Spindle kijkt eens naar de Kobold en hij ziet dat de Kobold helemaal stil hangt? Hij schiet een dart op de Kobold af en ziet dat de Kobold niet geraakt wordt, de dart blijft voor de Kobold steken, en hij denkt dat hij te maken heeft met een Gelatinous Cube. Elenya stormt er op af en slaat de Cube met haar rapier. De Cube glijdt op Elenya af en Elenya weet aan de kant te springen. De laatste Stirge wordt afgemaakt en Stix loopt nu de gang in. De Cube kruipt weer naar voren. Elenya denkt: "Ik moet dat ding neermeppen," en ze blijft staan en wordt nu min of meer vrijwillig opgeslobberd, en ook Stix, die achter Elenya staat verdwijnt in de Cube. Al gauw raken Elenya en Stix verlamd door het slijm wat de Cube over hen heen gooit. De Cube probeert van binnen uit Elenya en Stix te verteren en Stix raakt vrij snel bewusteloos. Elenya denkt: "Toch voelt het wel prettig hier, alleen het prikt zo." Stix wordt nu geheel door de Cube verteerd. Dan probeert de Cube Miranon op te slobberen maar die geeft hem een flinke klap en de Cube is niet meer. Elenya valt uit de Cube en we vinden alleen nog wat spullen en het goud van Stix, maar Stix zelf is verdwenen. Ook vinden we nog een bijl. Elenya komt weer bij en vraagt waar Stix is. Miranon vertelt dat hij verteerd is door de Cube. Elenya is bedroeft, hij stonk wel maar het was toch wel een prettig kereltje. We besluiten met zijn drieën verder te gaan.

Spindle cast een licht op de rapier van Elenya. Het valt ons nu op dat al het geluid in deze kelder gedempt wordt. Dat lijkt wel door het gesteente te komen. We gaan voorzichtig verder. We komen richting een volgende kamer. We horen wat gedempt geluid. We zien met moeite wat licht uit deze ruimte komen. Miranon ziet wat schaduwen bewegen. Elenya hoort het een en ander, het klinkt Kobolds. Ze hoort verder nog: "Rennen Mikra, ren hier vandaan." Het is de stem van een meisje. Elenya geeft dit door en we stuiven er op af. We zien in een hoek van de kamer een Halfling die in gevecht is met twee Kobolds, een gewone Kobold en een grotere Kobold Fighter. Onder een tafel ligt een kindje te jammeren. En in de andere kant van de kamer staan nog drie Kobolds. Er staan nog twee tafels in de kamer. Elenya probeert de Halfling te redden en doodt de ene Kobold. Ze kijkt eens naar de Halfling en denkt dat het een bard is. Hij heeft een kapotte luit op zijn rug hangen en heeft wat scrolls bij zich. Hij slaat de andere Kobold met een mes. Hij roept: "Mikra rennen." Dan wordt er vanuit de keuken pannen naar de Kobolds gegooid. Er komt een meisje uit de keuken en die steekt een Kobold neer. Uiteindelijk besluit Elenya het gevecht. We staan bij de Halfling, het meisje trekt het jochie onder de tafel vandaan en troost hem. De Halfling stelt zich voor: "Mijn naam is Edgrin. Ik ben hier met een maat van mij, Tyran. Die is de andere kant op gegaan. Omdat een van de kinderen die kant op is gerend." Het meisje stelt zich voor als Kimi en wil mee om haar vriendje te redden. Het is een simpel meisje maar wel loyaal. Mikra is een schuw jochie. Hij staat half achter Kimi. Kimi vertelt: "Safram, mijn vriendje, is naar het noorden gevlucht. We komen uit het weeshuis, daar moesten we slapen voor een weddenschap en zijn toen gepakt door de Kobolds. Ik hoop dat Jurin nog leeft. Ik weet niet waar die heen is gegaan. En Hollin heb ik helemaal niet meer gezien." We gaan naar het noorden, in de richting waar Safram is heen gehold. De gang eindigt bij een dubbele deur en er gaat een gang naar rechts. Deze gang heeft nog een splitsing naar links. Edgrin heeft nog wat deuren horen dichtslaan, dus we vermoeden dat Tyran daar doorheen is gegaan. Elenya opent de deur. Er zit een klein kamertje achter die ook weer verder loopt. In de ruimte zitten allemaal alkoven. Erin zitten honderden schedels en botten van Dwergen. Verderop zien we in een alkoof een aambeeld staan. We lopen verder naar de achterste ruimte. Miranon hoort wat bij het aambeeld. Hij roept: "Kom maar tevoorschijn, we zullen je helpen." Dan komt er van achter het aambeeld een gezichtje, een klein jongetje. Hij kruipt er langzaam achter vandaan. Mikra roept: "Komop Safram, dan gaan we weg." Safram zegt dat hij Jurin een kleine grot heeft zien in gaan. Maar waar Hollin is weet hij niet. Miranon zegt: "Wijs ons de weg er heen." We lopen een stukje terug en gaan de zijgang in. Safram zegt: "Je kunt op het einde van de gang rechtdoor of links af. Je komt allebei de keren bij een kamer waar Kobolds zitten. Erachter zit de grot." Spindle hoort bij beide gangen wat geluid. In de ene gang wat geschuifel en gesmak. En aan de andere gang weer wat draconic. Spindle zegt: "We moeten zo snel mogelijk die kant op." En hij wijst naar de gang waar hij het gesmak gehoord heeft. Er zitten twee deuren voor de ruimte, die worden geopend. We zien nu een abattoir We zien twee tafels met allemaal bloed erop. Er zitten wat haken aan het plafond waar nog wat delen van Kobolds aan zitten. Verderop in de ruimte zijn nog twee kooien. In de ruimte staan twee Ghouls die aan wat restanten van Kobolds zitten te knagen. Een van de Ghouls weet Elenya even tijdelijk te verlammen. Even later gaat Elenya neer. Edgrin geeft Kimi een potion en zegt: "Gooi deze bij haar naar binnen toe." Miranon weet de laatste Ghoul af te maken en Kimi gooit een potion bij Elenya naar binnen. Elenya komt weer bij.