Aflevering 35 - 27 calistril 4714

Hoofdstuk 4 - Blood for Blood

r zijn inmiddels 15 maanden voorbij en het is 27 calistril 4714. Op een mooie dag krijgen we een bericht van Loy Rezbin. Hij komt onze kant op. Hij heeft een bericht uit Tatzlford gekregen van zijn vrouw Latricia en Emraely: "Er is een vrouw Tatzlford binnengekomen met een bericht en als het waar is, is dit een enorm probleem. Er komt vanuit het westen een leger van bandieten richting Tatzlford, uit de richting van Pitax. Er zijn nog nooit problemen uit het westen gekomen. Maar deze vrouw is wel overtuigend. Jullie hulp is dan echt nodig in Tatzlford." We roepen het stadsbestuur bij elkaar. Kesten begint meteen: "Ik heb wel een paar mannetjes uit de stadswacht, maar geen leger, en voordat die in Tatzlford zijn is er een week overheen." Targ antwoordt: "Als er werkelijk een groep bandieten onderweg is moeten we de stad niet onbeschermd laten." Hier kunnen we weinig mee. We overleggen wat we doen. Jhod kan een divination doen, en wij kunnen meteen naar Tatzlford gaan. We maken ons klaar voor vertrek en komen terug bij Jhod. Hij vertelt: "Het is een groepje van twintig tot dertig man, ze kunnen met een dag in Tatzlford zijn. Het bestaat voornamelijk uit Humanoids, barbaren en nog wat grotere wezens. Ze komen vanuit het westen. Het vermoeden is dat ze er op het einde van de dag aan kunnen komen." We besluiten om er dan maar meteen heen te gaan. We maken ons klaar en Rincewind teleporteert ons er heen.

We komen aan in Tatzlford en we gaan meteen naar Latricia en Emraely. Latricia zit in het gemeentehuis. Ze converseert met Emraely en een andere vrouw. Ze komt op ons af: "Wat goed dat jullie er zijn. En dan zo snel." Lorelei vraagt wie de vrouw is. Dat is Kisandra. Ze zegt: "Ik ben Kisandra Numesti, ik kom vanuit Drelev Demesne, het landgoed ten westen van de Hooktongue Slough. Het is gesticht door baron Hannis Drelev. Mijn vader is lord Terrion Numesti, een ridder die gediend heeft onder baron Drelev. Hij was het ergens niet mee eens en zit nu in de dungeon. Ik zat bij de aanvalsgroep die jullie kant op komt. Maar ik ben er van weggevlucht toen ik er achter kwam dat baron Drelev mijn vader en mijn zuster in de dungeon heeft gegooid. Ik hoop dat de waarschuwing die ik jullie heb gegeven, jullie vertrouwen geeft en jullie willen helpen om mijn familie uit de dungeon te halen." Ze weet niet waarom haar vader in de dungeon is gegooid. Ze vertelt verder: "Baron Drelev wordt een beetje onderdrukt door de barbaren uit het westen onder andere uit Pitax. En nu wil hij laten zien dat hij ook een grootmacht is." Ze komt wanhopig en eerlijk over. Ze is een paar dagen geleden ontglipt van de groep. Ene Ameon Trask leidt de groep, een debiel. In zijn groep zitten voornamelijk Humans, 20 tot 25 stuks, een tiental barbaren en zes Trolls. Latricia kan haar leger oproepen, en ze kan het een en ander in werking zetten om het dorp te beschermen. Ze zegt dat haar mensen meteen aan het werk gaan om barricades op te werpen. Kisandra zegt dat zij net zoveel IQ heeft als de rest van de groep waar ze inzat. Kisandra denkt niet dat er caster types in de groep zitten. Latricia wil wat jagers bijeen roepen om de omgeving in de gaten te houden. Latricia komt weer terug, ze heeft elf man klaar staan en eventueel kan ze nog over vijftien man beschikken. We staan nu gereed om ze op te wachten.
Catori gaat als Whirlwind op verkenning uit, om te kijken of ze komen en waar vandaan. Ze lijkt niets te vinden. Ze trekt van zuid naar noord. Dan ziet ze in het noorden, langs de rivier, de groep aankomen. Ze zijn aardig dichtbij en ze zijn niet zwaar bepantserd. Met een klein kwartiertje komen ze bij Tatzlford. Ze beginnen zich op te dringen richting het dorp, ze komen over de brug en de aanvallen beginnen. Dan horen we getoeter en dan komen de Trolls uit de bossen tevoorschijn. Maar dit gevecht is kort en de Trolls gaan vrij snel neer. Dan stormen we het dorp in om het restant van de aanvallers op te ruimen. Ameon Trask wordt gevangen genomen. Hij wordt in een cel gegooid. Er zijn weinig doden gevallen onder de dorpelingen. De dorpelingen zijn trots op ons en ook Kisandra is blij. We kijken of we nog wat buit kunnen maken. We vinden voor 4.000 gp aan spullen.